Ze was de hele dag in een goede bui, zorgend voor de gasten die op bezoek kwamen vanwege het Suikerfeest. Hij kwam wat eerder thuis van zijn eigen zaak om uitgebreid de tijd te nemen voor het avondmaal en het uitwisselen van familie- en dorpsnieuws. Een doorsnee echtpaar in een doorsnee Anatolisch stadje, allebei rond de vijftig jaar en met volwassen en bijna-volwassen kinderen.
Ongeveer een uurtje later huilden ze allebei. Ik zag het niet meteen, maar mijn vriendin, hun dochter, wees me erop. Het nieuws maakte ze verdrietig: dat weekend waren er opnieuw Turkse soldaten omgekomen in de strijd tegen de PKK in het zuidoosten van het land. Merendeels jonge jongens, sommige net getrouwd, sommige jonge vaders. Mijn vriendin raadde haar ouders aan een andere zender te kiezen. Dat deden ze, maar het beeld op andere zenders was niet anders: huilende familie’s, huilende baby’s, begrafenissen, foto’s van de overledenen, treurige muziek of juist muziek die je eerder bij een James Bond-film zou verwachten. Mijn vriendin werd boos op de journalisten die dergelijke uitzendingen maakten. Oké, zei ze, de doden moeten gemeld worden en het verdriet moet zichtbaar zijn, maar niet twintig minuten lang in een nieuwsuitzending van 25 minuten, alsof er verder neits op de wereld gebeurt. En niet met die over-sentimentele muziek, met slow motion beelden en hard huilende baby’s – alsof een baby van een half jaar zich bewust zou zijn van het verlies van zijn vader. Hoe meer subjectieve en emotionele nieuwsitems mensen zien, zei ze, hoe agressiever mensen worden en hoe liever ze de terroristen willen vermoorden. Het nieuws, concludeerde ze, is partij geworden in het conflict. Wat alleen maar leidt tot meer doden aan beide kanten. Het verlies van soldaten maakte mijn vriendin óók boos en verdrietig, maar de maneir waarop het conflicht op het scherm wordt gebracht, draagt ertoe bij dat ze haar hoop op vrede verliest.
Recente reacties