ISTANBUL – Wil Ilker Basbug, de opperbevelhebber van de Turkse strijdkrachten, het leger nu moderniseren, of is hij toch een havik die alles in het werk stelt om het instituut zo machtig te houden als het is? Allebei, zo lijkt het. Hij steunt bijvoorbeeld het onderzoek naar militairen die mogelijk bij coupplannen betrokken zouden zijn, maar vindt ook dat civiele rechters geen militairen zouden moeten berechten.
De carrière van Basbug begint aan het begin van de jaren zestig, in het tijdperk waarin ook de eerste van een reeks coups begon: militairen namen de macht over in 1960, 1971 en 1980, en pleegden een zogeheten ‘post-moderne coup’ in 1997, waarbij de islamitische regering van premier Erbakan onder druk van het leger moest aftreden. Carrière maken in het leger en je tegelijkertijd uitspreken tegen militaire coups, was in deze decennia niet aan de orde.
Het heeft Basbug gevormd, zegt Sedat Laciner, academicus en directeur van USAK, een denktank in Ankara: ‘Hij beschouwt het leger als het belangrijkste instituut in het land dat gevrijwaard moet blijven van civiele inmenging. Dat maakt hem omgeschikt het leger te moderniseren. Basbug wil wel democratie, maar zonder er een prijs voor te betalen.’
Basbug werd deels opgeleid in het buitenland: hij volgde aanvullende opleidingen aan een militaire academie in Engeland en bij de NAVO. In de jaren ’70 en ’80 diende hij twee periodes bij NAVO-strijdkrachten en was hij gestationeerd in België. Sinds augustus 2008 is hij opperbevelhebber. In augustus van dit jaar gaat hij met pensioen.
Recente reacties