Wie in Turkije vóór vrouwenrechten is, is vrijwel automatisch tégen meer rechten voor vrouwen met een hoofddoek. Sinds praktizerende moslims economische en politieke macht hebben, zitten Turkse feministen in een ingewikkelde positie.
Dat het nou juist een politieke partij van praktizerende moslims was die het hoofddoekverbod op universiteiten ophief, maakt Handan Koç fel. “Natuurlijk”, zegt de Turkse feministe, “moeten zo veel mogelijk vrouwen naar de universiteit kunnen. Maar in dit geval is het een eerste stap op weg naar Turkije als islamitische staat.”
Dus: naar de universiteit, prima, maar veel meer rechten moeten vrouwen met een hoofddoek niet krijgen, meent Handan Koç. Ze is bepaald de enige niet in de Turkse vrouwenbeweging die er zo over denkt. Nilgün Yardalan, ook feministe, behoort tot een minderheid van de Turkse feministen als ze zegt: “Wij als feministische middenklassevrouwen moeten zij aan zij strijden met de vrouwen met een hoofddoek. Zij hebben recht op een volwaardige plek in de Turkse samenleving.”
Een andere wereld
Hoewel vrouwen met een hoofddoek in Turkije natuurlijk niets nieuws zijn, is het thema wel vrij nieuw in de Turkse feministische beweging. Nilgün Yurdalan – al decennia lang actief in de vrouwenbeweging en tegenwoordig verbonden aan het feministische blad Amargi – legt uit dat vrouwen met een hoofddoek in een andere wereld leefden dan de middenklassevrouwen die de feministische beweging bestierden. “Wij, seculiere vrouwen, voelden ons het moderne gezicht van Turkije. We waren het middelpunt van het stadsleven, we voelden ons zeker, sterk en veilig in de seculiere republiek.”
En nog steeds wordt het stadse straatbeeld in Turkije wat vrouwen betreft bepaald door moderne, werkende en goedopgeleide vrouwen, maar er is een groep bijgekomen die zich nadrukkelijk laat zien: jonge, zelfbewuste vrouwen met een hoofddoek. Voor hen valt er nogal wat te bevechten. Ze mogen niet met hoofddoek op studeren, een academische carrière met hoofddoek is uitgesloten en bedekt bij de (semi)overheid of in de politiek werken, kan ook niet. Ook het bedrijfsleven zit grotendeels niet te wachten op vrouwen met een hoofddoek. Nilgün Yurdalan: “Dat heeft veel feministische vrouwen in verwarring gebracht. Als Turkse seculier hoor je tegen een openbare rol voor religie te zijn, maar wat als maatregelen tegen religie voor een flink deel alleen vrouwen treffen omdat zij door hun hoofddoek zichtbaar zijn als gelovig moslim en mannen niet?”
Grondwetswijziging
De kwestie laaide eerder dit jaar politiek hoog op. De regerende AKP, een conservatieve partij met praktizerend islamitische leiders, besloot in het voorjaar het hoofddoekverbod op universiteiten te schrappen. Ze paste de grondwet aan, maar werd teruggefloten door het Constitutioneel Hof: de grondwetswijziging zou in strijd zijn met het secularisme. Het hoofddoekverbod blijft dus in stand. Het verbod werd overigens pas een jaar of tien geleden geleidelijk ingevoerd, is nergens in de wet opgenomen en gebaseerd op jurisprudentie en op regels van de machtige Raad voor Hoger Onderwijs (YÖK). Toch was een grondwetswijziging nodig voor de afschaffing ervan: de rechterlijke macht en de YÖK staan er, net zoals het leger, om bekend de streng seculiere republiek keihard te verdedigen, en rond tien jaar geleden deden ze dat onder andere door wetten zo te interpreteren dat het hoofddoekverbod feitelijk van kracht werd. Alleen een grondwetswijziging zou die interpretatie van wetten effectief ongedaan maken, en er werd een artikel in opgenomen waarin klip en klaar werd gesteld dat niemand van hoger onderwijs kan worden uitgesloten op basis van zijn of haar kleding. Het Constitutioneel Hof liet zich als vertegenwoordiger van de seculiere juridische macht opnieuw van haar strengste kant zien: hoewel zij zich niet mag uitspreken over de inhoud van wetten maar alleen over de totstandkoming ervan, verbood ze de grondwetswijziging om inhoudelijke redenen – niemand kon Hof terugfluiten, want een hogere rechtsinstantie is er niet.
Een onmogelijke spagaat
Het hoofddoekverbod werd praktijk in een tijd waar het economisch steeds beter ging met Turkse steden in het Anatolische binnenland en de daar wonende religieuze conservatieven meer economische macht kregen. En politieke: zij zijn het die de AKP in 2002 aan de macht brachten en die de partij bij de verkiezingen in 2007 nog steviger in het zadel hielpen. En die daarvoor ‘beloond’ werden met de afschaffing van het hoofddoekverbod, een groot onrecht in de ogen van de AKP-achterban.
Sindsdien zitten de voorvechtsters van vrouwenrechten in een ingewikkelde positie. De strijd voor vrouwenrechten was nooit verbonden aan de rechten van islamitische vrouwen, maar een uitvloeisel van de rechten die vader des vaderlands Atatürk bijna een eeuw geleden aan vrouwen gaf, zoals kiesrecht, leerplicht en meer gelijkwaardigheid in het familierecht. Maar Atatürk is óók de man die religie genadeloos naar het privedomein verwees en daarmee de basis legde voor het strikte Turkse secularisme. Elke ruimte die religie inneemt in het openbare leven, zo geloven strikt secularisten, betekent een stap dichterbij een islamitische staat waarin alle verworvenheden van de republiek ten onder zullen gaan. Vrouwenrechten zijn een belangrijk onderdeel van die verworvenheden. Vóór Atatürk zijn, zoals een rechtgeaarde feminist betaamt, en tegelijkertijd vóór meer rechten voor islamitische vrouwen, is dus een onmogelijke spagaat.
Echtgenote en moeder
Een rondgang langs verschillende feministische organisaties leert dat het gros ervóór is vrouwen met een hoofddoek het recht te geven te studeren. Maar verder dan dat reikt de eensgezindheid niet. Elke organisatie meldt dat de interne discussie over het thema pittig is en dat ze niet als organisatie met één mening naar buiten kunnen treden. Ook de geïnterviewden voor dit artikel zeggen nadrukkelijk dat ze voor zichzelf spreken en niet namens de organisatie waarvoor ze actief zijn.
Handan Koç is sinds ruim twintig jaar actief als feministe en nu betrokken bij het Pazartesi Kollektief, dat de laatste tijd vooral academische bundels publiceert over vrouwenthema’s, brengt dus ook haar persoonlijke mening te berde als ze zegt dat vrouwen met een hoofddoek helemaal niet voor gelijkheid tussen de sexen zijn. “Ze zijn tesettür”, zegt ze, “wat wil zeggen: het dragen van de hoofddoek is onderdeel van een pakket. Een pakket waarin je de islamitische wet voorrang geeft boven de seculiere. Waarin je niet met mannen mag samenwerken, waarin je belangrijkste rol als vrouw die van echtgenote en moeder is. Dus waarom willen ze dan allerlei functies in de maatschappij bekleden?” Het toestaan van de hoofddoek op de universiteit is, volgens Koç, slechts een strategie: zodra Turkije als islamitische staat gevestigd is, zullen alle vrouwen hun vrijheid inleveren. Met een ongekende felheid in haar ogen voegt ze toe: “Wij feministen moeten principieel tegen alles zijn wat de AKP besluit. Ik ben een radicaal feminist. Voor mij bestaat er geen grijs, alleen maar zwart en wit.”
Vrijheid van godsdienst
Wie met de betreffende vrouwen praat, krijgt niet de indruk dat ze willens, wetens en stiekem meewerken aan de uiteindelijke vestiging van een islamitische staat. Neem (anoniem, ze heeft me vraagd haar naam hier online weg te halen), 28 jaar. Ze werd als kind door haar gelovige familie naar een islamitisch internaat gestuurd, waar ze vanaf haar tiende werd verplicht een hoofddoek te dragen. X: “Ze stimuleerden me om me te ontwikkelen, maar er hing ook een sfeer van ‘wij islamieten’ tegen ‘zij van de staat’. Die sfeer stond me tegen. Toen ik veertien was, stapte ik over naar een gewoon lyceum. Ik wilde niet bij zo’n strenge groep horen, ik wilde deel uitmaken van het gewone Turkse leven. En ik wilde studeren, en dat kan niet als je naar een islamitische middelbare school bent geweest. Het hoofddoekverbod bestond nog niet, maar werd precies ingevoerd toen ik in 1998 aan mijn eerste jaar sociologie wilde beginnen. Voor mij was het geen optie mijn hoofddoek af te doen. Ik wil mijn eigen keuzes maken over mijn geloof en over hoe ik eruit zie. Hoewel ik toen ik klein was niet zelf de keuze maakte om hem te dragen, is het nu wel mijn keuze hem niet af te doen. Ik vind dat dat bij mijn vrijheid van godsdienst hoort. Ik vind het nog steeds heel erg dat mijn ontwikkeling uiteindelijk door strenge leermeesters aan de seculiere kant van het spectrum werd tegengehouden.”
Inmiddels verdient X. haar inkomen als freelance grafisch ontwerpster. “Maar”, zegt ze, “het is altijd een enorme frustratie gebleven dat ik niet kon studeren. Mijn broertjes konden wel naar de universiteit. Die zijn net zo islamitisch als ik, alleen aan hen zie je het niet.” Frustratie spreekt ook uit het interview met Zeliha Sağlam (32). Zij studeerde in Maleisië en vertrekt binnenkort naar de VS voor haar master economie. En daarna? “Ik weet het niet”, antwoordt ze. “Ik kan in het buitenland gaan werken omdat je in Turkije met hoofddoek nauwelijks carrière kunt maken. Maar ik ben Turkse, ik wil een rol spelen in mijn eígen land. Ik ben voor scheiding van staat en religie, ik ben voor democratie, voor mensenrechten. Maar dat doet er allemaal niet toe, ik word alleen beoordeeld op mijn hoofddoek.” Volgens deze vrouwen is de gevestigde seculiere elite vooral bang haar bevoorrechte positie kwijt te raken aan de opklomende islamitische middenklasse.
In verwarring
Nilgün Yurdalan stelde eerder dit jaar samen met een aantal andere feministes een verklaring op. Na veel discussie was de groep tot de slotsom gekomen dat islamitische vrouwen steun verdienen in hun strijd om meer rechten. De verklaring, opgesteld samen met een aantal gehoofddoekte vrouwen, luidde dat ze voortaan zij aan zij zouden strijden voor een volwaardige maatschappelijke plek voor vrouwen met een hoofddoek. Yurdalan: “We zijn als feministes niet eerder zo geconfronteerd met onze eigen opvattingen als nu. Het heeft me in verwarring gebracht, en nog steeds zijn veel vrouwen uit streng seculiere milieu’s over dit thema in verwarring. Ik ben er door gesprekken met gehoofddoekte vrouwen van overtuigd geraakt dat dit geen religieus thema is maar een vrouwenthema en dat de vrouwen met hoofddoek de steun van feministen verdienen. Het is mede door ónze feministische strijd dat ook zij het bijvoorbeeld thuis voor elkaar krijgen om te mogen studeren, om niet meer zo vroeg te hoeven trouwen, om zelf keuzes te maken. Dan kunnen we ze nu toch niet in de kou laten staan?” De groep kreeg weinig bijval: het aantal ondertekenaars van de verklaring bleef steken op 1500, verzameld in de drie grote Turkse steden waar in totaal ruim tien miljoen vrouwen wonen. Nilgün Yurdalan: “Jammer genoeg zijn er maar weinig feministen die vrouwen met een hoofddoek zien als het ándere gezicht van het moderne Turkije.”
Mooi verhaal, F.!
Het is inderdaag een moeilijke kwestie. Helaas moeten de vrouwen de dupe worden van dit soort kwesties. Religieuze mannen-tenzij het niet te zien is van hun kleren- kunnen we studeren.
We weten natuurlijk donders goed dat de AKP het hoofdoekverbod niet uit feministische doelpunt op wil heffen.
Als seculair denkende vrouw moet ik ook toegeven dat ik zelf ook in spagaat zit. Gaat het om meer rechten voor vrouwen of conflict tussen secularisme en religie. Ik kies voor vechten tegen religie.
ik bedoelde dat de religieuze mannen kunnen WEL studeren.
Ik vind in ieder geval goed dat je praat met vrouwen van allebei de kanten. We hebben wel objektieve mensen nodig. Wij seculairen kunnen net zo star zijn als fundamentaliste religieuzen.