ISTANBUL – De winnaar van de Turkse verkiezingen van afgelopen zondag, de AKP, zal met een geloofwaardig aanbod moeten komen voor een nieuwe grondwet. Dat stelt Joost Lagendijk, docent aan de Istanbulse Sabanci Unviersiteit en voormalig Europarlementariër. Hij is optimistisch gestemd: ‘De Turken willen verandering.’
Lagendijks optimisme is vooral gestoeld op de kracht van maatschappelijke instellingen, zoals grote ondernemersverenigingen en NGO’s. Lagendijk: ‘Zij willen ook een grondwet waarmee Turkije vooruit kan. Anders loopt het land vast.’
En die druk van buitenaf hebben volgens Lagendijk alle partijen nodig. De AKP is er, in Lagendijks bewoordingen, ‘niet aan gewend tot overleg te komen’. Nu moeten ze wel, want ze hebben niet genoeg zetels om op eigen houtje de grondwet, die in 1982 werd geschreven door de militaire regering, te herschrijven. De vraag is echter of de oppositie een eventueel uitgestoken hand wil aanpakken.
Vertrouwen
Probleem bij de grootste oppositiepartij, de CHP, is dat de positie van de hervormingsgezinde leider niet erg sterk is: de CHP won zetels, maar minder dan verwacht. Sommigen in de partij willen van hem af om terug te keren naar het nationalisme dat lang regeerde binnen de CHP. ‘In de partijleider heb ik wel vertrouwen’, zegt Lagendijk. ‘Ik hoop dat hij sterk genoeg is een poging hem aan de kant te zetten te weerstaan.’
Is hij dat niet en houdt de CHP vast aan de nationalistische lijn, dan gaat dat aan de grondwetonderhandeltafel keihard botsen met de andere nationalisten: de Koerdische. Hun partij, de BDP, won flink en heeft alle belang bij een nieuwe grondwet, maar is ook niet per se tot compromis bereid. Lagendijk: ‘Hun traditie is zeggen: ’dit willen we, punt’.
Lagendijk hoopt dat de partijen zich genoeg onder druk gezet voelen door de wil tot verandering onder het volk. ‘Eerder weigerden partijen plaats te nemen in een parlementaire commissie voor grondwetsveranderingen, voorgesteld door de AKP. Die tijd is nu voorbij.’
Recente reacties