Verhuizen naar metropool Istanbul? Of toch in Amsterdam blijven? Aygül, Cigdem, Mine en Ebru besloten niet te kiezen, maar hun leven in beide steden te leven!
(De fotografie die je hier ziet is niet hetzelfde als in ELLE. Dat heb ik nog niet te pakken kunnen krijgen en ik weet ook niet of dat gaat lukken. Dit beeld is afkomstig van de geïnterviewden zelf!)
Ze herinnert zich nog precies hoe het vijfentwintig, dertig jaar geleden ging. Haar ouders kochten maanden van te voren de vliegtickets naar Turkije. En op de dag dat het zover was, ging de hele familie mee van het Gelderse Wapenveld naar Schiphol, om het gezin uit te zwaaien.
Aygül Sonkaya (32) denkt er nog wel eens aan als ze zelf weer eens vertrekt van of aankomt op Schiphol. ‘Natuurlijk plan ik mijn reizen ook van te voren, maar geen máánden, en vaak genoeg koop ik ’s ochtends online een ticket voor een vlucht op dezelfde dag.’
Aygül woont in Amsterdam, maar óók in de Turkse metropool Istanbul. Elke drie, vier weken reist ze heen en weer. Kiezen tussen beide steden, ze piekert er niet over. Aygül: ‘Ik heb beide identiteiten in me en ik wil ze ook beide ervaren, voelen. Dat kan alleen als ik me niet beperk tot Amsterdam of Istanbul.’
Haar eigen bedrijf maakt het mogelijk: ze ambieerde een eigen reclameproductiebureau, en besloot dat Istanbul daarvoor een betere locatie was dan Amsterdam. Aygül: ‘In Nederland zit de reclamemarkt dicht en de economie sukkelt. In Turkije blijft de economie maar groeien en is de reclamewereld nog veel meer in ontwikkeling. Maar het is een klein wereldje waar je niet makkelijk tussenkomt. Ik en mijn zakenpartner moesten ons onderscheiden, en dat doen we door Europese kwaliteit te bieden voor een scherpe prijs. In de praktijk betekent dat dat we de productie, zoals video-opnames, in Istanbul doen, omdat de productiekosten er laag liggen. De postproductie doen we in Amsterdam. Vinden klanten geweldig, hup voor alle montage en afwerking naar Nederland. En ik ook!’
‘In Amsterdam voel ik me vrij’
Amsterdam is telkens als ze er komt weer een ‘verademing’ zegt ze. ‘In Amsterdam voel ik me vrij. Je hoeft je er als vrouw niet constant bewust te zijn van je houding en gedrag, zoals in Istanbul. Nederland heeft geen standenmaatschappij, iedereen is gelijk en ik kan niet zonder dat gevoel.’ Maar alleen in Nederland leven, dat zou saai worden, denkt ze: ‘Istanbul geeft enorm veel energie. Dat heb ik óók nodig.’
Aygül is bepaald niet de enige jonge Turks-Nederlande vrouw die weigert te kiezen tussen Istanbul en Amsterdam. Die in beide steden een plek hebben om te wonen, die hun werk zo hebben geregeld dat het in beide steden gewoon door kan gaan, die elke paar weken hun koffers weer pakken en koers zetten naar het westen of het oosten. Statistieken zijn er niet, maar wie rond gaat vragen, stuit op het ene na het andere voorbeeld. Over migratie op zichzelf zijn natuurlijk wel cijfers beschikbaar: in 2010, het laatste jaar waarover cijfers beschikbaar zijn, verhuizden er meer mensen dan ooit van Nederland naar Turkije: 2607 om precies te zijn. Daarvan waren er 1569 ooit in Turkije geboren, de rest kwam in Nederland ter wereld en kan dus zowel helemaal Nederlands zijn ofwel één of twee Turkse ouders hebben.
Cigdem Senel (33) is ook een mooi voorbeeld. Het interview met haar zou in Istanbul plaatsvinden, maar ineens kwam er een sms-je: ‘Sorry, ik vlieg vandaag naar Amsterdam, kan het interview als ik terugkom?’ Toch maar liever via de telefoon dan, om de deadline niet te missen. Ze geeft haar Nederlandse mobiele nummer, en een paar dagen later vertelt ze uitgebreid over haar leven in twee steden.
Het cosmopolitische heeft Cigdem van kindsaf aan meegekregen. Ze werd geboren in Amsterdam, woonde tussen haar vijfde en zestiende in de Noord-Turkse provincie Ordu, kwam terug naar Nederland, ging naar een internationale school in Amsterdam en bouwde een kleurrijke vriendenkring op. ‘Mijn vader’, vertelt ze, ‘was internationaal verhuizer. Toen we in Turkije woonden, gingen we vaak naar Nederland. We reisden heel Europa door als we vakantie hadden.’
‘Kiezen voor Amsterdam of Istanbul zou voelen als een belemmering’
Ze studeerde in Amsterdam en Engeland, werkte jaren als projectcoördinator voor de gemeente Amsterdam, maar was vaak in Istanbul, zeker toen ze daar, vijf jaar geleden, een geliefde kreeg. Via via kwam ze in contact met een Amerikaans bedrijf in biologische voedingssupplementen en energiedrankjes dat een vestiging in Turkije wilde opzetten, vanuit hun kantoor in Amsterdam. De perfecte combinatie, en Cigdem twijfelde geen moment: ‘Ik ben nu meestal in Istanbul, maar ook vaak in Amsterdam, vooral voor vergaderingen en trainingen. Natuurlijk, het reizen is soms vermoeiend, maar ik zou niet anders willen. Als ik voor één van de twee steden zou kiezen, zou dat voelen als een belemmering.’
Nederland, dat is voor Cigdem rust. ‘Amsterdam is een groot dorp, ik voel me er veilig en op mijn gemak. Maar ik moet er niet te lang zijn: Nederland is geregeld en voorspelbaar. In Amsterdam hoef je geen moeite te doen om te bestaan. In Istanbul wel, daar is niets zeker, er is een enorme dynamiek en dat geeft zo veel energie. Dat is geweldig en ik kan niet zonder. In Amsterdam geniet ik weer van de grachten, van de kleine straatjes, ik hou van fietsen, en Nederland is zo groen.’
Het is een wisselwerking, legt ze uit: haar leven past bij haar persoonlijkheid, en tegelijkertijd wordt haar persoonlijkheid steeds verder gevormd door het leven dat ze leidt. ‘Ik plan mijn leven niet zo precies, ik weet alleen dat ik niet op één plek wil zijn. Ik wil openstaan voor wat er op mijn pad komt, ik wil zowel rust als energie, en dat heb ik nu.’
Een leven als cityhopper ligt voor het oprapen
De verschillen tussen Amsterdam en Istanbul én tussen Nederland en Turkije zijn groot. Istanbul heeft pakweg 16 miljoen inwoners, Amsterdam nog geen miljoen. In Turkije ligt de gemiddelde leeftijd rond de 28, in Nederland net onder de veertig. De Nederlandse economie krimpt, die van Turkije groeide de afgelopen jaren met minstens vijf procent per jaar. Het geeft veel Nederlanders met Turkse roots nét dat laatste setje om de sprong naar Turkije te wagen.
Het handige is bovendien: beide steden liggen maar zo’n drie uur vliegen van elkaar, de prijzen voor tickets zijn de afgelopen jaren steeds verder gedaald en het prijsniveau in Istanbul steekt gunstig af bij dat in Amsterdam. Kortom: kiezen hoeft niet meer. Een leven als cityhopper ligt voor het oprapen, zeker in deze tijden waarin het aantal mensen dat niet voor een baas maar voor zichzelf werkt, flink toeneemt.
Gelukkig maar, voor Mine Önsöz (30), die als ze uitgaat niet eens kan kiezen welk drankje ze bestelt. ‘En ik ben lastig met loslaten’, voegt ze eraan toe. Ze woont al sinds 2008 zowel in Amsterdam als Istanbul. Als ze lang in Istanbul is, vijf maanden ofzo, dan lukt het haar niet om niet minstens één keer naar Amsterdam te vliegen. En andersom gaat het al net zo: door haar werk is ze nu enkele maanden aan Amsterdam gebonden, maar minstens eens in de vier weken vliegt ze naar Turkije.
Ze voelt zich in beide steden thuis, maar als ze eerlijk is: in Amsterdam net een tikje meer. Door de familie en vrienden die ze er heeft. Maar de drang het eens in Istanbul te proberen, was jaren geleden onweerstaanbaar. Ze werkte voor zichzelf als evenementenorganisator, had in 2006 een paar maanden een klus in Istanbul en voelde dat dat óók haar stad is, net als Amsterdam. Haar zus Ebru (33) had al langer een verlangen langere tijd in de Turkse metropool te wonen. Ebru, in haar kantoor in een buitenwijk van Istanbul: ‘Ik wilde na de middelbare school al weg uit Nederland, maar mijn ouders hielden me tegen. Ze vonden dat ik eerst moest studeren. Dat deed ik, en ik raakte met een vriend gesetteld in Amsterdam.’ Maar de relatie hield geen stand, in haar baan bij de gemeente Amsterdam had ze niet het gevoel dat ze nog kon groeien, en de oude droom borrelde weer op.
De conclusie van de zussen lag voor de hand: samen een bureau voor evenementenorganisatie beginnen, vanuit Istanbul, voor zowel de Turkse als Nederlandse markt. Vier jaar geleden pakten ze het vliegtuig, en hielden een woning in Amsterdam aan, want daar zouden ze ook nog veel zijn.
‘Waar was ik nou eigenlijk thuis?’
Mine en Ebru vervallen in superlatieven als ze vertellen over dat eerste jaar samen in Istanbul. Ebru: ‘We maakten overal een avontuur van, zelfs van het betalen van de rekeningen. Soms snapten we er niks van hoe iets werkte, maar het gaf niet, het was lachen, gieren, brullen. Jut en Jul in Istanbul waren we.’ Mine: ‘Alles was even spannend, gezellig en positief. Ebru en ik zijn zussen én vriendinnen, we vullen elkaar heel goed aan en hadden de tijd van ons leven.’
De gezusters werkten zich een slag in de rondte, vlogen om de haverklap van Istanbul naar Amsterdam en weer terug, en ontvingen veel bezoek uit Nederland, waarmee ze van club naar restaurant naar lunchcafé trokken. Mine: ‘Het ging goed genoeg met ons bureau om er allebei van te kunnen leven in twee steden. Dat gaf een groots gevoel. Maar vermoeiend was het ook. Ik reisde meer heen en weer dan Ebru, soms wel drie keer in de maand. Een beetje een raar leven was dat, want waar was ik nou eigenlijk thuis?’
Na een jaar was de eerste spanning eraf en ebde het gevoel van Groot Avontuur langzaam weg. Mine miste Amsterdam, en verlangde naar iets meer rust in de tent, iets minder vaak reizen. Ebru vond het organisatiebureau op den duur niet stabiel genoeg, en wilde iets dat meer zekerheid zou geven. Ze vonden allebei een nieuwe weg: Mine hield het bureau en zou wat meer vanuit het appartement in Amsterdam opereren, Ebru vond een zakenpartner in verpakkingen in Istanbul.
Een verjaardag groter dan tien bruiloften
Maar daarmee kozen ze uitdrukkelijk niet voor Amsterdam óf Istanbul, maar nog steeds voor allebei. Ebru produceert haar handel in Istanbul maar levert aan het Nederlandse bedrijfsleven, waarvoor ze vaak in Nederland moet zijn. Misschien gaat ze er zelfs een kantoor openen dit jaar. Mine organiseert nog altijd evenementen in Istanbul als dat zo uitkomt: vorig jaar zat ze er maanden toen ze dé organisatorische spin in het web was voor ‘een verjaardag groter dan tien bruiloften’. En ze is begonnen met het organiseren van medische reizen naar Istanbul, niet voor groepen maar voor individuen die alle aandacht willen. ‘Als dat beter gat lopen, ben ik toch weer meer in Istanbul. Huur ik weer een appartementje daar, dat is in Istanbul zo geregeld.’
Mine en Ebru wijzen vooral naar hun ouders als aanstichters van hun talent in twee werelden te leven. Ebru: ‘Als gezin hadden we nooit de wens terug te keren naar Turkije. Onze ouders hebben ons op scholen met weinig allochtonen gedaan, om te zorgen dat we zo goed mogelijk zouden wortelen in Nederland. Dat is goed gelukt, we hebben nooit het gevoel van tussen wal en schip gehad. Maar we gingen wél elk jaar naar Turkije op vakantie, en thuis leerden we goed Turks spreken. Ik vind dat onze ouders dat precies goed gedaan hebben. We zijn geankerd in Nederland, voelen ons daar zeker in en daarom kunnen we in Istanbul makkelijk meebewegen.’
Mine vult aan: ‘Eigenlijk leerden we onze Turkse kant pas écht kennen toen we in Amsterdam een jeugdsoos ontdekten waar veel Turken kwamen. Turkse feestjes met Turkse muziek, en we ontmoetten Turken die het leven in Istanbul goed kenden. Interessant vonden we dat. We zagen het ook bij onze neven en nichten in Istanbul als we daar op vakantie waren, dat spannende leven daar. Dat wilden wij ook!’
En nu hebben ze het. Ebru omschrijft het mooi als ze zegt dat in haar leven zoals dat er nu uitziet, haar ‘dubbele bagage’ perfect uit de verf komt. ‘In mijn baan bij de gemeente Amsterdam wilde ik ook wel werken met mijn beide identiteiten, maar je komt in Nederland dan al snel bij iets met integratie terecht. Ik vind integratie belangrijk, maar het is toch een negatieve insteek, die uitgaat van problemen en verschillen tussen mensen. In het leven dat ik nu leid, komt het rustige van Nederland en de spanning van Istanbul samen, de kanten die ik ook zo duidelijk in mezelf vind.’
Voor Aygül Sonkaya geldt precies hetzelfde. Dat haar reclameproductiebedrijf zich onderscheidt door Europese kwaltieit te bieden voor concurrerende Turkse prijzen, is eigenlijk een afspiegeling van haar eigen persoonlijkheid. Aygül: ‘Ik wilde Amsterdam en Istanbul combineren om dichter bij mezelf te komen, en dat is helemaal gelukt.’
[...] Haar ouders kochten maanden van te voren de vliegtickets naar Turkije. En op de dag dat het zover was, ging de hele familie mee van het Gelderse Wapenveld naar Schiphol, om het gezin uit te zwaaien. Aygül Sonkaya (32) … [...]
[...] Haar ouders kochten maanden van te voren de vliegtickets naar Turkije. En op de dag dat het zover was, ging de hele familie mee van het Gelderse Wapenveld naar Schiphol, om het gezin uit te zwaaien. Aygül Sonkaya (32) … [...]