Stel dat je niet in een dorpje in Zeeland bent geboren, of in Groningen, maar in een dorpje aan de Turkse kust van de Zwarte Zee. Hoe zou je liefdesleven er dan uitzien? En hoe maak je er wat van, als je huwelijk door je ouders is gearrangeerd? Vier vrouwen doen op ongekend openhartige wijze hun verhaal.
Driehonderd kilometer ten oosten van Istanbul ligt het dorpje Örenköyü. Het is er behoorlijk traditioneel, zoals in veel Turkse dorpen. Maar deze regio is wel rijk, door de hazelnotenproduktie, en door de grootste staalfabriek van Turkije. Het is er ongelooflijk mooi en groen, heuvelachtig, vochtig, en overal zie je tegen de heuvels aan groepjes mensen op het land werken.
De sociale controle is hier groot, de vrouwen uit dit verhaal willen ook allemaal zeker weten dat het verhaal níet in Turkije gepubliceerd zal worden. In deze dorpen, net zoals in vrijwel alle dorpen en ook veel steden in Turkije, zijn gearrangeerde huwelijken heel normaal. Het woord ‘uithuwelijken’ klopt echter niet, want dat klinkt alsof alles beklonken wordt zonder dat de echtelieden er iets over te zeggen hebben, en dat is niet zo. Je mag kandidaten gewoon weigeren en dat wordt ook wel gedaan. En huwelijken worden ook ‘gearrangeerd’ tussen mensen die zich tot elkaar aangetrokken voelen: de familie van de man stemt toe en vervolgens gaat de man met zijn vader naar haar familie, om om haar hand te vragen. Kortom: liefdeshuwelijken bestaan!
‘Zijn familie accepteerde mij niet, want ik wist niets van beesten’
Dat liep voor Sema alleen anders. Ruim twintig jaar geleden is het alweer, dat Sema’s hart gestolen werd. Zestien was ze, en ze vertelt: “We verloofden ons, maar het liefdeshuwelijk is er niet gekomen.” Het punt was: zijn familie had een boerderij, Sema’s vader werkte in de staalfabriek in een nabijgelegen stad. Wat had zijn familie aan Sema als schoondochter, een meisje dat niets wist van beesten? Sema en haar verloofde ruzieden erover, steeds meer. Sema: “Het zorgde voor kou tussen ons, we verloren wat er tussen ons was. We besloten het huwelijk niet door te laten gaan.”
Sema Köşeoğlu (38) zit op de bank in haar naar Turks gebruik behoorlijk volgepropte woonkamer. Vitrage blokkeert het prachtige uitzicht: groene heuvels, de Zwarte Zee met traag voorbij glijdende vrachtschepen. Sema vertelt eerlijk dat haar huwelijk niet uit liefde tot stand kwam. “De beslissing om met deze man te trouwen, heb ik met mijn verstand genomen. Maar het was een goede beslissing. Hij is aardig, begrijpend, hij zorgt goed voor zijn gezin. Ik ben gelukkig met hem.”
Discipline
Sema legt uit dat ze na het afbreken van haar verloving minder kansen had op de huwelijksmarkt. Een verloving afbreken doet je reputatie geen goed. Dus toen deze kandidaat voorbij kwam, stemde ze in toen hij om haar hand kwam vragen. Ze haalt een Turks gezegde aan, dat stelt dat dingen na het huwelijk vanzelf op hun pootjes terecht komen. “Ik had geen hoge verwachtingen toen ik met Recep trouwde, maar ik respecteerde hem wel. De liefde is gegroeid. We passen bij elkaar en er is harmonie in ons gezin.”
Nou ja, meestal dan. Recep, zegt Sema, verwent de kinderen te veel. Zij wil ze discipline bijbrengen, een doel in het leven, en moedigt ze flink aan hun best te doen op school. Haar man vindt dat het wel wat minder kan. “Dan zegt hij als hij ‘s avonds uit zijn werk komt dat ze wel kunnen stoppen met huiswerk maken. Dan denk ik: als hij meer invloed wil op hoe ik het aanpak met de kinderen, dan zou hij ‘s avonds bijvoorbeeld eerder thuis kunnen komen.” Soms neemt ze even gas terug om haar man een plezier te doen, maar nooit te lang. Ze lacht: “Ik heb namelijk gelijk.”
Ondertussen is Sema’s zoon van 11 erbij komen zitten. Maar het vrouwengesprek boeit hem niet lang, en weg is hij weer. Sema’s zoon van 15 jaar is niet in de buurt. “Die zal wel in de stad zijn, met zijn vriendinnetje”, lacht Sema. In het dorp is het voor jongeren lastig afspreken door alle roddel en achterklap, de stad op een kilometer of tien afstand biedt uitkomst. Lang niet alle ouders in het dorp zouden het goed vinden dat hun zoon met een meisje afspreekt, maar Sema laat haar zoon begaan. “Hij wil haar zelfs een keer meenemen om haar aan ons voor te stellen. Maar laten we dat maar even uitstellen. Hij moet eerst zijn school afmaken en werk zoeken voordat hij zich serieus met een meisje inlaat. Toch verbied ik hem niet met haar af te spreken. Het is onschuldig en ik wil er geen ruzie over. Ik was ooit ook zo jong, ik weet precies hoe het voelt. Het gaat wel weer over.”
‘Ik kreeg een doos vol rozen. Ik werd er helemaal stil van.’
Perihan Dilaver (27) had nog nooit met haar man gesproken voordat ze besloten zich te verloven. Het had wel gekund want hij belde haar wel eens, maar dan was ze veel te zenuwachtig om op te nemen. Dus bleef het bij steels naar elkaar kijken tijdens bijvoorbeeld bruiloften in het dorp. “Tegenwoordig gaan jongeren wel naar de stad om elkaar te ontmoeten, maar dat kon toen écht nog niet”, zegt ze. Perihan trouwde bijna tien jaar geleden, op haar achttiende. Jong? Nee, volgens Perihan niet. Ze was klaar voor het huwelijk. “Ik ben op mijn elfde met school gestopt. Voor de middelbare school moest je naar de stad en dat deden maar weinig kinderen in het dorp, zeker de meisjes niet. Ik hielp in het huishouden en begon met handwerken voor mijn uitzet. Na een paar jaar was mijn uitzet klaar en was het tijd om te trouwen.”
Perihan en haar man waren negen maanden verloofd en leerden elkaar in die tijd beter kennen. Twee maanden na de bruiloft raakte Perihan zwanger, weer elf maanden later vertrok haar man voor zijn militaire dienst. “We waren zó blij met ons zoontje, en toen moest hij voor achttien maanden weg! Dat was echt een moeilijke tijd. Hij had maar twee keer een vakantie van een paar dagen.” Haar gezicht fleurt op als ze vertelt over de Valentijnsdag tijdens zijn diensttijd. Hij belde om te zeggen dat hij iets had opgestuurd. “Ik verwachtte een klein pakje, maar er lag een enorme doos voor me op het postkantoor in de stad. Een doos vol rozen. Ik was er helemaal stil van, zoiets had ik nog nooit gekregen.”
Wiegje
Inmiddels hebben ze ook een dochter. Een wurmpje nog, zes weken oud. Tussendoor is Perihan nog een keer zwanger geweest, maar dat eindigde al snel in een miskraam, waarschijnlijk doordat ze vrij zware medicijnen slikte. “Sinds ik een keer in het dorp geholpen heb met het wassen van een dode, heb ik angstaanvallen. Met medicijnen zijn die nu wel onder controle. Ik slik nu gewone antidepressiva, niet meer die zware van eerst.” Haar angsten hebben voor verwijdering gezorgd tussen Perihan en haar man. Soms gaat het niet, en moet ze even liggen. Hij snapt dat niet. Perihan: “Hij zegt dat ik gewoon niet zo veel moet nadenken. We leiden ons leven samen, zegt hij, dus hoe kan het dan dat ik rechtop sta en jij moet liggen? Het maakt me soms wel verdrietig dat hij me niet begrijpt.”
Dan gaat haar telefoon. Het interview is bij de buren thuis en Perihans man belt omdat de baby huilt. Vieze luier waarschijnlijk. Luiers verschonen, dat doet hij niet? Perihan schiet in de lach: “Nee joh, hij wiegt alleen het wiegje.”
‘Ik wil niet meer hand in hand lopen. Dat gevoel is voorbij.’
Die stad op afstand, die stad waar de (nog) geheime liefdes uit de dorpen tegenwoordig al een beetje tot bloei kunnen komen, is Ereğli. Krap honderdduizend inwoners, en de grootste staalfabriek van het land maakt het een welvarende plek. In één van de smalle autoloze straatjes in de kleine binnenstad heeft Jale Kalender (40) haar naaiatelier. Jale vindt haar man niet stevig genoeg, qua karakter. Hij pakt nooit eens dóór als er iets beslist of gedaan moet worden, het komt zo vaak op háár neer allemaal. “Ik zou zo graag mijn atelier geschilderd hebben, de muren weer fris. Maar hij vindt het niet nodig. Ik werk hier zes dagen per week, waarom régelt hij niet gewoon een schilder?” En ze vervolgt, nadenkend: “Ik noem mezelf een moderne Turkse vrouw, maar ik wil toch ook een beschermer, een beslisser in huis.”
Jale kwam naar de stad toen ze haar middelbare beroepsopleiding aan de modevakschool had afgerond en voor de overheid aan de slag kon als naailerares. In die tijd leerde ze haar man kennen. Een goeierd, die haar eerst beledigde door haar op een feest herhaaldelijk ten dans te vragen terwijl zij niet wilde, maar die zich daarna ontpopte als een aardige, moderne man. Tijdens het interview, aan het eind van de middag, loopt hij even binnen en Jale vraagt hem naar huis te gaan en alvast te beginnen met koken. “Ik werk altijd een uurtje langer door dan hij. Als ik thuiskom is de tafel gedekt en de salade klaar.”
Koud
Er zit geen romantiek meer in haar huwelijk, vertelt Jale. “De eerste jaren van ons huwelijk woonden we in een dorp. Ik wilde hand in hand met hem lopen, maar dat kon daar niet. Nu kan dat wel en hij pakt mijn hand wel eens, maar ik wil het nu niet meer. Het is te laat, dat gevoel is voorbij.” Haar man zoent haar geregeld ‘s ochtends liefdevol een goeiemorgen toe, neemt soms haar favoriete koekjes mee naar huis of trekt een flesje wijn open. “Hij wil toenadering, ook lichamelijk, maar ik ben…” – ze denkt na – “koud geworden. Ik wil dat we meer praten. Hij is vertegenwoordiger in keukenbenodigdheden, maar laatst kwam er een werktelefoontje over sportspullen. Blijkt hij nu ook met sportspullen te werken! Waarom wéét ik dat niet?” Ze wil maar zeggen: voor wat hoort wat. Ze schrikt een beetje van zichzelf. “Nu ik er zo over praat, denk ik ineens: wat doe ík eigenlijk om onze relatie weer op het goede spoor te krijgen? Ik neem nooit iets voor hem mee, doe nooit iets speciaals, zeg nooit iets liefs.”
Ze heeft wel eens aan scheiden gedacht. Maar nee, ze had het vele malen slechter kunnen treffen en ze wil haar man niet kwijt. Ze hebben twee kinderen, waarvan er eentje verstandelijk gehandicapt is. “Er is geen enkele man die zoveel van mijn kinderen kan houden als hun eigen vader.”
‘Ik had wel kunnen weigeren, maar hij leek een goede man.’
Gülsüm Doğru (42) slaapt vaak samen met haar dochter Ipek (9). Als ze naast elkaar wakker liggen, begint Ipek wel eens over haar vader, die al niet meer leeft sinds zij een baby was. Klasgenootjes zeggen soms vervelende dingen over hem. Dat hij altijd dronken was en zijn echtgenote sloeg. “Ze vraagt mij of dat waar is”, zegt Gülsüm, “en ik lieg er niet om. Maar ik zeg ook dat hij een goede mandenvlechter was en dat ik toch ook van hem hield.”
Gülsüm had haar man nooit gezien voor het huwelijk werd gearrangeerd. “Ik had wel kunnen weigeren, maar hij leek een goede man. De eerste drie maanden van ons huwelijk was hij dat ook.” Daarna begon het drinken. En het geweld. Dat was zo erg dat haar eerste twee zwangerschappen mis gingen. De derde droeg ze uit. Een paar maanden nadat Ipek geboren werd, overleed hij aan acute alcoholvergiftiging. Uitleggen waarom ze toch ook van hem hield, kan ze niet. “Ik hoorde bij hem”, zegt ze. “Hij was mijn man. Daar kon ik niets aan veranderen.”
Foto’s
Ipek laat een klein mandje zien, gemaakt door haar vader. Speciaal voor aardbeien. Die groeien in deze regio overdadig, en alleen in dit soort mandjes kun je ze vervoeren zonder ze te kneuzen. Ook twee foto’s in de woonkamer herinneren aan Gülsüms man. Andere foto’s zijn er niet, die heeft haar man in een dronken bui verbrand. Naar de overgebleven twee kijkt ze elke dag even.
Gülsüm ze probeert te leven van de verkoop van hazelnoten, de vrucht waar de streek beroemd om is. In de kamer liggen een paar enorme zakken te wachten tot de markt voor hazelnoten een beetje aantrekt. Ze heeft een groentetuin die door de vruchtbare aarde veel oplevert. En ze heeft haar vrienden en haar buren, die bijspringen met geld, eten, andere dingen die ze nodig heeft. Er komen altijd veel mensen over de vloer. Ook tijdens het interview, dat plaatsvindt in de grote kamer naast de keuken, lekker warm bij de houtkachel. Een handvol andere vrouwen zit in de woonkamer, samen met Ipek. Als Gülsüm later op de avond bij hen op de bank gaat zitten, kruipt haar dochter tegen haar aan en begraaft Gülsüm haar gerimpelde en ingevallen gezicht even in het grote, troostende lijf van haar buurvrouw, die haar armen om haar heenslaat. Liefde van een man heeft ze nooit gekend, maar de liefde van haar gemeenschap en haar dochter houdt haar op de been.
wauw prachtig stuk, wat een verschil!
ja mooi hoor, je staat er bij stil…
Wat een verhalen, prachtig opgetekend.
En erg mooie foto’s ook.
Mooi artikel! Triest ook.
Mooie, realistische portretten.
Mijn oma in Limburg vertelde mij dat de jongens uit het ‘deurp’ langskwamen en dat ze werden gekeurd als potentiele huwelijkskandidaten voor mijn oma EN als potentiele managers van de boerderij. Mijn oma kon goedgekeurde kandidaten wel weigeren maar degene die ze eerst graag als man had willen hebben kwam niet door de keuring (achteraf was ze daar wel blij om want achteraf was hij iemand die nooit verantwoordelijkheid nam). In het Nederlandse platteland ging het er twee generaties geleden dus niet anders aan toe. Eigenlijk is dat het gek dat daar nooit over wordt geschreven in artikelen.
@ Teike
zo word er heel veel over het hoofd gezien kwa cultuur en gewoontes, vroeger werd er bij Nederlanders ook naar status, afkomst gekeken, werd er in Nederland ook aan eerst verloven, dan de uitzet kopen/merendeels krijgen & hand vragen gedaan! mijn moeder verteld er vaak over :)
dat het nu iets is waar we hard om lachen is een ander verhaal, maar ergens vind ik het hele gebeuren nog steeds een tikkeltje charmant en romantisch..
Mooi stuk, ik praat hier ook wel eens over met mijn buurvrouw :)
Ik vind het moeilijk om te zien en te accepteren hoe men hier (in turkije) met liefde en ‘respect’ voor de huwelijkspartner omgaat.