Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Hoe kan de overheid de veiligheid garanderen van de ruim honderd allochtone vrouwen in Nederland die slachtoffer dreigen te worden van eerwraak? Misschien valt er iets te leren van Turkse vrouwenorganisaties. Mede door gebrek aan steun van de overheid, hebben zij creatieve oplossingen gevonden.

Een man die voor de eerste keer de politie op zijn dak krijgt wegens huiselijk geweld, komt er nog met een waarschuwing vanaf, maar daarna wordt het ernst: bij de tweede keer moet hij zijn halve salaris aan zijn echtgenote afstaan, bij de derde keer komt het helemaal in haar beheer. In Diyarbakir, stad in het zuidoosten van Turkije, hebben gemeentebestuur, vrouwenorganisatie en vakbond de handen ineen geslagen en dit nieuwste wapen in stelling gebracht tegen huiselijk geweld. In veel andere Turkse steden is de samenwerking tussen overheid en particuliere organisaties bepaald niet zo innig. Desondanks barst het van de initiatieven om huiselijk geweld en eerwraak tegen te gaan en voorlichting te geven over vrouwenrechten.

Vaak zijn nationale en lokale vrouwenorganisaties de spil van alle actie. Op nationaal niveau wordt vooral gedemonstreerd en gelobbied. Op lokaal niveau draait het vaak in de eerste plaats om het geven van voorlichting en praktische en acute hulp aan vrouwen in nood. Ze trekken bijvoorbeeld met bussen de regio in om tot in de kleinste gemeenschappen voorlichting te geven, ze organiseren zomerkampen voor vrouwen waar juristen informatie geven en workshops worden gehouden, ze organiseren cursussen en discussiebijeenkomsten in buurthuizen. De concrete hulp gaat verder dan juridische en psychische steun: uitgebreide netwerken helpen vrouwen die financieel afhankelijk zijn van een gewelddadige man aan een baan of zorgen vliegensvlug voor een particulier onderduikadres als het leven van een vrouw gevaar loopt.
“De vrouwenorganisaties vullen het grote gat dat de overheid laat vallen waar het de bescherming van vrouwen betreft”, zegt Emine Bozkurt, PvdA-Europarlementariër en rapporteur inzake de positie van vrouwen in Turkije. “En dat doen ze zeer dynamisch en strijdvaardig.”

Negen opvanghuizen met honderd plaatsen

Even voor de duidelijkheid: het bewustzijn over en de aanpak van huiselijk geweld ligt in Turkije in vele opzichten achter op de situatie in Nederland. Op een bevolking van zo’n zeventig miljoen en een huiselijk geweldpercentage dat volgens de meeste onderzoeken op minstens vijftig tot zestig procent ligt, zijn bijvoorbeeld maar negen officiële opvanghuizen met gezamenlijk nog geen honderd plaatsen.
Eerwraak is vooral in het traditionele oosten van het land een serieus probleem. En in veel families gaat geweld over van generatie op generatie: zonen kopiëren het gedrag van hun vaders, dochters nemen de lijdzaamheid en het gebrek aan kennis over vrouwenrechten over van hun moeders. Hoeveel vrouwen hulp zoeken via een vrouwenorganisatie of via een gemeentelijk opvanghuis, is niet bekend, maar niemand twijfelt eraan dat het het topje van de ijsberg is.

Maar toch: wie de moed heeft om wél hulp te zoeken, is met name bij de lokale vrouwenorganisaties aan het goede adres. In de zuid-Turkse stad Antalya bijvoorbeeld, zit het Vrouwen Hulp en Informatie Centrum. Het zetelt op een verdieping van een kantoorgebouw in het centrum van de stad, is gemeubileerd met banken en stoelen die gevaarlijk kraken en waar leuningen door de geringste aanraking vanaf vallen. Er is gebrek aan alles, behalve aan gedreven vrijwilligers, een onbezoldigde maar professioneel werkende leiding en een uitgebreid netwerk van juristen, psychologen en maatschappelijk werkers. Niet alleen medewerkers lopen in en uit, ook cliënten komen langs en steken de handen uit de mouwen.

‘Hij verliet me toen ik geen seks meer wilde’

Eén van de cliënten die vaak in het centrum te vinden is, is Nurcan Gül. Een paar maanden geleden is er een einde gekomen aan haar huwelijk, dat dertig jaar duurde en waar ze geen enkele goeie herinnering aan heeft. De man waar ze op haar achttiende aan werd uitgehuwelijkt, was gewelddadig en dronk te veel. Zelf had ze niet de moed weg te gaan, zegt ze. “Hij heeft mij verlaten omdat ik op een dag heb gezegd dat ik geen seks meer wilde. Blijkbaar was dat het voornaamste waar hij mij nog voor nodig had. Ik was totaal in verwarring. Mijn familie probeerde me over te halen mijn huwelijk te lijmen en daar heb ik ook over nagedacht, maar uiteindelijk heb ik voor mezelf gekozen. Daar heeft dit centrum me bij geholpen. Ik had er wel eens van gehoord en ben gaan informeren wat mijn rechten waren bij een scheiding. Ik kreeg een gesprek met een maatschappelijk werkster, wat mijn gevoel dat ik niet terug moest naar mijn man, versterkte. Het centrum helpt me een eigen leven op te bouwen.”

Nurcan heeft in samenspraak met de maatschappelijk werkster en jurist besloten de scheiding voorlopig uit te stellen. Officieel als gescheiden vrouw door het leven gaan, is nog een te grote stap. Haar trouwring heeft ze vervangen door een ring die voor trouwring door kan gaan en waarmee ze roddels over haar burgerlijke staat poogt te voorkomen, wat maar ten dele lukt. “Ik werk sinds kort als serveerster en krijg veel aandacht van mannen omdat ik er jong uitzie en me vlot kleed. Ik weet totaal niet wat ik daarmee aan moet. Ik zou best een keer uit willen, maar ik durf niet.”
In het Centrum kan ze op adem komen, zichzelf zijn, praten over haar situatie als ze dat wil en zwijgen als ze daar zin in heeft. Hicran Karabudak, directeur van het Centrum: “Nurcans situatie geeft goed weer hoe organsiaties als de onze werken: we geloven niet in standaard oplossingen en proberen vrouwen zo flexibel mogelijk te helpen en zo goed mogelijk in te spelen op haar situatie.”

Bureaucratie staat hulpverlening in de weg

De vraag rijst of de pleidooien voor meer opvanghuizen voor mishandelde vrouwen en potentiële slachtoffers van eerwraak, wel logisch zijn. Zou het niet efficiënter zijn de vrouwenorganisaties zowel inhoudelijk als financieel te versterken? Zij functioneren meestal prima en de vrouwen die er werken zijn ervaren en gedreven, vaak in tegenstelling tot de gemeentelijke dienst die leiding geeft aan de officiële opvanghuizen. De bureaucratie staat een voortvarende hulpverlening nogal eens in de weg en naar verluidt kan het zelfs van de juiste persoonlijke contacten afhangen of een vrouw wel of niet één van de schaarse plekken krijgt toegewezen.

Euro-parlementariër Emine Bozkurt, die in januari nog polshoogte nam in Turkije, gelooft dat er desondanks meer gemeentelijke opvanghuizen moeten komen. “Veel vrouwen kunnen nu nergens naartoe als ze onderdak zoeken en de vrouwenorganisaties zijn te arm om opvanghuizen te stichten en draaiend te houden.”
Ze ziet ontwikkelingen die kunnen bijdragen aan uitbreiding van het aantal goed functionerende opvanghuizen. Een nieuwe wet bepaalt bijvoorbeeld dat elke stad met minstens vijftigduizend inwoners een opvanghuis moet krijgen. Bozkurt: “De gemeentes worden daar in het kader van een grote decentralisatie van overheidstaken zelf verantwoordelijk voor en het nieuw opgerichte ministerie van vrouwenzaken houdt een vinger aan de pols.”

Dat er geen budget bij wordt geleverd en concrete actie dus afhankelijk blijft van politieke prioriteiten, is, hoopt ze, een tijdelijk probleem: “Het betreffende ministerie is nog niet op volle sterkte, ook niet financieel. Zodra dat wel zo is, is het zaak erop aan te dringen budgetten beschikbaar te stellen.” Overheidsgeld voor particuliere vrouwenorganisaties lijkt Bozkurt overigens geen haalbare kaart: “Turkije kent geen cultuur van subsidies voor nongouvernementele organisaties.” Ze zet liever in op een meer haalbaar doel: meer samenwerking tussen overheden en vrouwenorganisaties. “Er is nu nog veel wederzijds wantrouwen, terwijl samenwerking tussen verschillende vormen van hulpverlening zo belangrijk is.”

‘Nederland heeft nieuwe manieren van werken nodig’

Zoals Bozkurt geregeld naar Turkije afreist om de situatie daar te bekijken, zo komen ook geregeld Turkse activisten deze kant op. Sema Baran, die voor de in Istanbul gevestigde landelijk werkende vrouwenorganisatie Kader werkt, is één van hen. Begin dit jaar was ze er weer, onder andere om Turken in Utrecht voor te lichten over nieuwe (vrouwenbeschermende) wetten in Turkije en nieuwe immigratieregels in Nederland. Ze verdiepte zich ook in de manier waarop in Nederland vrouwen tegen mishandeling en eerwraak worden beschermd. “Nederlandse opvanghuizen werken natuurlijk heel professioneel en het zou goed zijn als we dat in Turkije ook hadden, maar er zijn misschien ook nieuwe manieren van werken nodig, meer toegespitst op de individuele achtergrond van een vrouw.”

Ze sprak ook over voorlichting aan haar landgenoten die in Nederland wonen. “Volgens mij moet er vooral meer moeite worden gedaan om mannen te bereiken. In Turkije willen we nu moeftars inschakelen, wijkhoofden die veel aanzien genieten. Die zijn nog niet massaal enthousiast en dat zal deels vast te maken hebben met hun eigen gedrag thuis, maar als het lukt, zou het een grote stap vooruit zijn. Ze staan namelijk dicht bij de mensen en weten precies wat er zich in een wijk afspeelt. In Nederland bestaat zoiets niet, maar zou het bijvoorbeeld geen idee zijn voorlichting te geven op het werk? Dan kunnen mannen er niet onderuit. Met de traditionele kanalen kom je er niet, er zijn meer creatieve initiatieven nodig.”

‘Voor mijn familie ben ik niet bang, voor mijn ‘man’ wel’

In een koffiehuis in een dorpje aan de Middellandse Zee vertelt Aysun Sahin (23, niet haar echte naam) hoe het vrouwencentrum in Antalya haar leven redde. Met een lach deelt ze mee dat ze vijf kilo is aangekomen, dat het dus beter met haar gaat en dat ze zich betrekkelijk veilig voelt in het dorpje waar niemand haar en haar geschiedenis kent. Drie jaar geleden is het, dat ze in Antalya, in alle vroegte op weg naar haar werk, door vier mannen werd ontvoerd uit een mini-busje. Eén van de mannen bleek met haar te willen trouwen en besloot haar te dwingen door haar haar maagdelijkheid te ontnemen; zo zou ze wel bij hem moeten blijven om haar familie niet te schande te maken. Aysun stemde in met een huwelijk om zo uit haar gevangenschap verlost te worden en ontsnapte vervolgens naar haar familie. “Mijn familie geloofde dat ik het huwelijk niet had gewild en dat de ontvoering niet mede door mezelf in scene was gezet”, zegt ze. “Voor hen ben ik dus niet bang, ik heb ook nog contact met ze. Maar ik kon niet in mijn geboortedorp blijven. Er werd vreselijk geroddeld, waardoor mijn ouders en broers en zusjes ook geen leven meer hadden. Bovendien ben ik wél heel bang voor mijn ‘echtgenoot’: ik durf er niet aan te denken wat er gebeurt als hij me vindt.”

Het Antalyaanse vrouwencentrum helpt Aysun bij het ongeldig laten verklaren van haar huwelijk en het strafrechterlijk vervolgen van haar ‘echtgenoot’, en heeft razendsnel voor onderdak gezorgd in dit dorp. Aysun woont in bij een hulpbehoevende oudere vrouw, die ze verzorgt en waar ze een klein inkomen verdient. Ze stuurt af en toe wat geld naar huis en probeert wat te sparen om een cursus te volgen die haar naar een universitaire studie moet leiden. “Ik begin langzaamaan weer aan de toekomst te denken.”

Dat flexibiliteit in hulp niet altijd werkt, blijkt uit een krantenartikel dat Hicran Karabudak, terug op kantoor, laat zien. Vorig jaar konden ze een vrouw in de stad niet redden van de wraak van haar familie: op een dag werd ze vermoord gevonden. Maar ook toen bewees de vrouwenorganisatie haar betrokkenheid: omdat de familie niet geïnteresseerd was in het lichaam van de vrouw, ontfermde het centrum zich over haar. De begrafenis werd geregeld, de kist gezamenlijk gedragen en in de aarde achtergelaten. “Dat was het laatste dat we nog voor haar konden doen.”

No Comments »

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel