‘Istanbul verandert niet erg he, tijdens de Ramadan?’ Ik ben met een groep Turken, we zijn in Beyoglu, een winkel-, uitgaans- en toeristenknooppunt van de stad. Ze kijken allemaal naar me want ze willen wel horen wat de buitenlander ervan denkt. ‘Nou’, begin ik mijn antwoord, ‘ik woon in Üsküdar, en…’, en ik krijg niet de kans mijn zin af te maken. Ze moeten allemaal lachen. Ja, als je in Üsküdar woont, dan is het een ander verhaal.
Üsküdar is een van de conservatieve, religieuze delen van Istanbul. In Beyoglu merk je niet echt dat het Ramadan is, daar gaat het lawaai, het consumeren, het eten en drinken altijd gewoon door. In Üsküdar doet een groot deel van de mensen mee aan het vasten, en degenen die dat niet doen, kiezen er vaak voor niet te eten of drinken op straat. Maar wat ik vooral merk, zijn de veranderde geluiden in mijn buurt.
De meeste vrouwen in mijn buurt zijn huisvrouw. In de zomer zijn ze meestal buiten. Ze komen bij elkaar op het stuk braakliggend terrein achter mijn huis, en daar drinken ze thee, houden ze vaak gezamenlijke barbecues en praten en kwebbelen ze heel wat af. Tijdens de Ramadan is het daar echter stil en verlaten. De mannen zijn zoals gebruikelijk naar hun werk, de vrouwen dutten ‘s ochtends en een deel van de middag, nadat ze midden in de nacht flink in touw zijn geweest.
Ramadandrummer
Dat begint allemaal rond 3 uur ‘s nachts, met de voorbereidingen voor de sahur, de maaltijd voor zonsopgang. Ze (en ik) worden wakker gemaakt door de Ramadandrummer, een man die rond 3 uur door de straten loopt en op een enorme trommel slaat. Niet iedere buurt in Istanbul heeft nog een Ramadandrummer, maar de mijne wel. Ik zit er niet mee, ik ben er goed in naar nachtelijke geluiden te luisteren en daarna weer in slaap te vallen. En ik vind het ook wel wat hebben dat de traditite van de Ramadandrummer levend wordt gehouden, ondanks het feit dat iedereen tegenwoordig een mobieltje met wekkerfunctie heeft.
In het centrum van Üsküdar wordt het poepiedruk ongeveer een uur tot anderhalf uur voor de iftarmaaltijd. Iedereen wil voor de iftar thuis zijn en de rijen voor de bussen en dolmuşjes zijn langer dan ooit. Dan, vanaf vijftien, twintig minuten voor de iftar, wordt het stil in de straten van mijn wijkje. Iedereen zit aan tafel te wachten tot de ezan, de oproep tot gebed, klinkt, ten teken dat de zon onder is en er gegeten mag worden. Erg grappig om precies op dat moment op straat te zijn: ineens hoor je door alle openstaande ramen precies tegelijkertijd het geluid van bestek op borden.
Rumoerige nachten
En dan komt mijn buurtje weer tot leven. Rond de tijd dat ik naar bed ga, vaak rond een uur of 1, is het nog steeds lawaaiig: er wordt gepraat en gelachen en er spelen kinderen op straat. Terwijl het normaal rond die tijd al behoorlijk rustig is. Ik zit er niet mee, ik hoef ‘s ochtends toch niet op een bepaalde tijd op. Ik denk eigenlijk dat veel mensen nauwelijks slapen tot de Ramadandrummer langskomt en het weer bijna tijd is om te eten. Dag en nacht worden gewoon vrijwel omgedraaid.
Dus ja, in mijn deel van de stad merk je zeker dat het Ramadan is. Nog twee rumoerige nachten en stille dagen, en dan is het weer voorbij. En dan, na het Suikerfeest, klinkt Üsküdar weer als vanouds.
Ook in Kusadasi, toch een toeristenoord, is heel goed te merken dat het Ramadan is. Ik heb een huis in een turkse woonwijk. Ook hier komt de trommelaar om 4 uur wekken. En bij zonsondergang gaat er een kanon af. Op het Suikerfeest stonden er telkens kinderen in hun mooiste kleding voor de deur om mij Ramazan Bayraminiz kutlu olsun te wensen.
Ze hadden wel allemaal een portemonneetje in de hand dus de bedoeling was dat wij geld gaven. Grappig, 60 jaar geleden deden wij als kinderen hetzelfde op nieuwjaarsdag.