‘In deze ruimte’ – en de gespierde man knipt het licht aan – ‘kun je crunch-lessen volgen, en yoga, en pilates of aerobics.’ Ik wil geen yoga, pilates of aerobics, and wat is crunch in godsnaam? Iets met spieren, begrijp ik. Ik vraag waar het zwembad is. ‘We hebben geen zwembad, maar dit is wel het grootste sportcentrum aan de Anatolische kant van Istanbul.’ Ja, dat had je al drie keer gezegd.
Ik heb de smaak van het rennen nog steeds te pakken (klik hier om te lezen hoe dat zo begon). Liefst buiten, maar het leek me slim om tijdens de wintermaanden binnen te sporten. Niet omdat ik bang ben voor de kou (nou ja, een beetje), maar omdat rennen op sneeuw, die elk moment met bakken uit de hemel kan komen, me niet zo handig lijkt. En dus zette ik koers naar een groot sportcentrum in Kadiköy, de wijk naast ‘mijn’ wijk Üsküdar.
Het centrum zit op de bovenste verdieping van een groot winkelcentrum. Ik word verwelkomd met een vragenlijst, een persoonlijk gesprek over mijn wensen en gezondheid, het aanbod om even bij de arts langs te gaan voor een check-up (echt niet!), en dan begint de rondleiding. Ik had al gezegd dat ik alleen wil rennen en wat spieroefeningen wil doen, maar meneer Spier gaat maar door over de sauna (doe mij maar de buurthamam), over crunch en over het groepsgevoel at bij het sportcentrum heerst. Ze gaan elke zomer gezellig met z’n alleen naar een Istanbuls eiland! Wat afschuwelijk!, denk ik.
Volgende bestemming: een klein kantoortje. Ik krijg thee, en dan wordt de prijs van deze sporthemel me gepresenteerd: 3300 tl per jaar. Da’s €1643. Dus € 137 per maand. Als meneer Spier ziet dat ik bijkans van m’n stokje ga, slaat hij aan het rekenen, want natuurlijk gelden er in deze tijd van het jaar en speciaal voor mij allerlei kortingen. Hij komt uit op € 112 per maand. Nog steeds te veel, zeg ik, en vraag welke deal hij kan maken voor een abonnement van drie maanden. ‘Je kunt alleen kiezen voor een lidmaatschap van een jaar, of van twee, drie of vijf jaar. Minder niet.’ Ik geef Spier een hand en verlaat het pand.
Op weg naar huis denk ik aan iets dat meneer Spier zei: het concept voor deze sportschool komt rechtstreeks uit de Verenigde Staten. Wat dat concept dan precies is, blijft raadselachtig voor me, maar de doelgroep is duidelijk: stedelijke rijken. Het sportcentrum heeft drie vestigingen in Istanbul: eentje in Kadiköy (niet per se een rijk stadsdeel, maar blijkbaar de beste plek voor het ‘concept’ aan de Anatolische kant van de stad), eentje in Ataköy (een enorm en hypermodern gebied aan de Europese kant) en een in Nisantasi, een chique en rijke wijk, ook aan de Europese kant. Er zijn ook vestigingen in Ankara en Izmir, de twee andere steden die (deels) bevolkt worden door rijke elite. Naar een dure sportschool gaan, niet zozeer bedoeld om gezond te worden of blijven, maar deel van het rijk-stedelijke leven. Een lidmaatschapskaart van zo’n sportschool is net zo noodzakelijk als een bontjas, een dure auto, een dagelijks bezoek aan de kapper en twintig paar killer heels.
De niet-rijke, meer gemiddelde Istanbullers, waartoe ik mezelf reken, hebben geen toegang tot die wereld. Niet tot de superdeluxe appartementencomplexen van Ataköy, niet tot de peperdure exclusieve winkel in Nisantasi, niet tot de bontjassen en glimmende auto’s. En niet tot de hippe sportscholen met crunch in het pakket.
Wij kunnen naar stinkende, onprofessionele en kleine, slecht uitgeruste sportschooltjes in de krochten van onze nederige buurten. Die bieden en kosten zowat niets. En als je daar niet naar wilt afdalen – ze zitten vaak in kelders – dan zit er niets anders op dan buiten blijven hollen, in die gigantische openluchtsportschool die Istanbul is. Tot je een been breekt omdat je zonodig wilt doorrennen ondanks winterweer. Ik hou u op de hoogte!
Recente reacties