En ja hoor, daar is de volgende discussie over internetvrijheid! Wat is er dit keer aan de hand? De regering gaat internetfilters introduceren. Met ingang van 22 augustus kunnen internetgebruikers kiezen uit vier pakketten: kinderen, familie, binnenland en standaard. Het standaardpakket geeft gebruikers dezelfde internettoegang als ze nu hebben. Als je een filter wilt, bijvoorbeeld omdat je je kind tegen vunzigheid wilt beschermen, kun je dat aanvragen. Helemaal vrijwillig dus, en als je niets aanvraagt krijg je gewoon het standaard-pakket.
Internetfilters worden overal ter wereld gebruikt. Voorbeeld in Nederland is het filter dat is bedacht en ontwikkeld door een christelijke groep (was het de EO?) en dat sites ontoegankelijk maakt die God beledigen of anderszins niet in lijn zijn met een zekere versie van het christendom. Zo zijn er wereldwijd allerlei filters in omloop, meestal bedoeld om kinderen te beschermen. Ik zou nooit een internetfilter gebruiken, net zoals ik nooit naar een bibliotheek zou gaan die alleen boeken heeft die vooraf door de bibliotheekdirectie zijn goedgekeurd. Maar als mensen zelf besluiten zoiets te gebruiken, dan is er niet zo veel mis mee.
Overheidstaak
Prima dus, het internetfilterplan in Turkije? Nee. Er is wel degelijk iets mis, en dat is dat het uit de koker van de overheid komt. Een overheidsinstelling, de Raad voor Informatie en Technologie van de Premier (BTK) stelt de pakketten samen en maakt niet openbaar welke sites door welk filter worden tegengehouden. Dat is geen overheidstaak. Internetproviders, belangengroepen, individuen, wie dan ook kan internetfilters bedenken en verspreiden, de overheid moet zich er simpelweg niet mee bemoeien.
Zéker in Turkije, waar de regering toch al een hopeloze staat van dienst heeft als het gaat om internetvrijheid. Duizenden websites zijn gesloten, vele sites en communities zijn dan weer toegankelijk en dan weer niet, en de overheid kwam laatst met een plan om URL’s te verbieden met bepaalde woorden erin (maar dat plan is van tafel na een golf van kritiek). Dus als de BTK zegt dat ‘gebruikers die vrij willen surfen op het internet dat kunnen met het standaard-pakket’, dan kunnen we heel ironisch blij worden: blijkbaar worden de filters op 22 augustus geïntroduceerd maar worden op die dag ook álle gesloten websites opengegooid? Ik vrees van niet.
Het hoofd van de BTK is, als we de quotes in de krant zien, niet blij met alle ophef. ‘Dit onderwerp nu op de agenda zetten is puur politiek’, zegt hij (daarmee doelend op de komende verkiezingen en het feit dat de nieuwe regels al in februari op tafel lagen en niet pas nu), en: ‘Gebruikers hebben juist baat bij de nieuwe regels’. (Lees hier en hier meer.) Krokodillentranen. De regering is totaal niet overtuigend, en dat weten ze zelf ook wel. Het lijkt mij niet meer dan logisch dat mensen heftig reageren op alwéér een staatsbemoeienis in internettoegang.
Opzettelijk
Op 15 mei zal er in verschillende steden geprotesteerd worden voor internetvrijheid in het algemeen en tegen de filters in het bijzonder. En ik ben eerlijk gezegd nogal geschrokken van wat er door de tegenstanders van het filtersysteem wordt geroepen. ‘Dit wordt de dood van internet in Turkije’, schreeuwen ze, en ‘We hebben straks niet eens meer toegang tot Google!’. Misschien zijn mensen echt niet goed geïnformeerd (en als dat zo is, zouden ze zich moeten informeren voor ze besluiten de straat op te gaan), maar het kan ook zijn dat ze opzettelijk de feiten verdraaien.
Ik veroordeel de tegenstanders omdat ze een volstrekt verkeerde voorstelling geven van wat er aan de hand is. Met feiten maak je meer indruk dan met goedkope en onware slogans. Maar ik veroordeel de overheid ook: zij zouden zich per direct moeten richten op het nemen van maatregelen waardoor het internet zo vrij mogelijk toegankelijk wordt, in plaats van wat ze nu doen: wetten en regels bedenken die erop zijn gericht de toegang tot het wereldwijde web te reguleren, beperken en filteren.
Recente reacties