Ik had een interview met Sibil, een jonge Armeens-Turkse. Ze is actief voor Hadig, een groep jonge Armeniërs die het gedachtegoed van Hrant Dink verder wil uitdragen. Hrant Dink, de Turks-Armeense journalist en oprichter van de tweetalige krant Agos, werd bijna een jaar geleden vermoord. Eén van zijn missies was het zichtbaarder maken van de Armeense gemeenschap in Turkije. Na de massamoorden in de nadagen van het Ottomaanse rijk, na discriminerende belastingwetten, na rellen tegen Grieken waar ook Armeniërs slachtoffer van werden en nadat Armeniërs er valselijk van werden beschuldigd banden te hebben met de PKK, hadden ze niet veel reden meer om zichtbaar te zijn. Ze sloten zich op in hun eigen gemeenschap. Hrant Dink probeerde dat te veranderen en inspireerde velen zich te laten zien.
Nadat hij werd vermoord, zeiden vele Armeniërs: Zie je wel, we worden wéér door een ramp getroffen, er zal nooit iets veranderen. Sibil, 24 jaar, denkt daar anders over. Ze richtte, samen met vrienden, Hadig (Armeens voor ‘zaadje’) op en organiseerde een geluidsinstallatie: ze lieten 19 columns en artikelen van Dink door meer en minder bekende Turken inspreken op een bandje, en die teksten zijn nu te beluisteren in een kleine expositieruimte in hartje Istanbul. Boven de tafels met koptelefoons hangen portretten van Dink. Er komen veel mensen luisteren. ‘Wij willen dat Dink’s stem gehoord blijft worden’, legt Sibil uit. Maar, vraag ik haar, hoe kan ze, na alles wat er in de geschiedenis van de Armeniërs is gebeurd, nog hoop hebben op verandering? ‘Voor mij’, antwoordt ze, ‘was de moord op Hrant de eerste ramp die de Armeense gemeenschap trof die ik zelf ervaren heb. De andere rampen ken ik alleen uit verhalen. Dat is geschiedenis, en ik hoop dat mijn eerste ramp ook mijn laatste is. En misschien kan ik daar met mijn initiatieven zelfs aan bijdragen.”
Het was mooi Sibil te ontmoeten. En te zien dat Hrant Dink niet de enige moedige en hoopvolle Armeniër in Turkije was.
Recente reacties