De corruptieaffaire raast nog altijd als een wervelwind door Turkije. Een week geleden is het nu, dat drie zonen van ministers en een rijtje zakenmannen, waaronder de puissant rijke vastgoedmagnaat Ali Agaoglu, werden aangehouden op verdenking van omkoperij. Daarop volgde een serie ontslagen bij de politie: de regering ziet de affaire als een puur politiek spel en als poging om de macht van regeringspartij AKP en de positie van Turkije in de wereld te schaden.
Da’s niet best natuurlijk, voor de AKP, de partij die in 2002 aan de macht kwam met als één van de verkiezingsbeloftes om de wijdverbreide corruptie in Turkije aan te pakken. Die boodschap zat zelfs in de naam van de partij, die officieel niet AKP is maar AK Partij, en AK betekent ‘puur’, ‘schoon’.
In dat jaar, 2002, stond Turkije op de 64ste plaats in de corruptieranglijst van Transparancy International, samen met Thailand: een slechtere score dan China maar net iets beter dan Senegal. Bij de volgende parlementaire verkiezingen, in 2007, stond Turkije nog steeds op de 64ste plek, bij de verkiezingen in 2011 ging het een tikje beter: plaats 61. Bij het onderzoek over 2013 belandde Turkije op de 53ste plaats.
Een flinke verkeersboete
Dit zijn geen harde cijfers over hoeveel corruptie er werkelijk is in een land, het is een ‘perceptie’-onderzoek en draait dus om de vraag hoeveel corruptie mensen ervaren. Wat dat betreft gaat het dus in Turkije de goede kant op. Maar de ene corruptie is de andere niet. Het kan heel goed zijn dat mensen minder corruptie ervaren omdat het op het niveau waar de gemiddelde burger er last van heeft of gebruik van kan maken, minder voorkomt. Je hoeft een ambtenaar geen geld meer toe te stoppen om snel een paspoort te krijgen, en de politie betalen om van een flinke verkeersboete af te komen, lukt ook niet meer. Maar wat nu als de corruptie zich heeft verplaatst naar het niveau waarop de gewone burger het niet ervaart? Naar de allerhoogste posten in de regering, naar de allerrijkste zakenmannen?
Ik denk dat precies dat aan de hand is. Turkije is de afgelopen tien jaar uitgegroeid tot een ‘constructocratie’, zoals het wel eens wordt genoemd: de politiek wordt bepaald door de bouwsector. In een razend tempo zijn overal in het land zogeheten TOKI-complexen uit de grond gestampt: groepen hoge betonnen woontorens, vaak aan de randen van de stad, voor de middeninkomens. TOKI is een overheidsproject en er gaat verschrikkelijk veel geld in om. En dat is nog maar een klein deel van de bouwwoede van de AKP-regering.
Geen kip
Er gaan twee hele nieuwe steden verrijzen aan de kust ten noorden van Istanbul, er komt een soort tweede Bosporus in het westelijk deel van de stad, er wordt gebouwd aan een derde brug over de Bosporus en aan een derde vliegveld, en de metrotunnel onder de Bosporus door is net in gebruik genomen. Om nog maar te zwijgen over de overdaad aan winkelcentra die overal uit de grond schieten, ook in de stad waar ik woon, Diyarbakir – in de meeste winkels komt geen kip en scoren alleen de fastfood-restaurants goed, maar dat dondert niet, de projectontwikkelaars en bouwbazen hebben hun centen verdiend.
En de zonen van welke ministers zijn nu in opspraak in het corruptieschandaal? Die van de ministers van milieu en verstedelijking, van binnenlandse zaken en van economie.
Het is precies die bouwwoede waar de protesten in Istanbul en in vele andere steden afgelopen lente en zomer over gingen: de bouwmagnaten hebben, onder regie van de AKP, de steden overgenomen, en veel mensen hebben daar schoon genoeg van. Het motto van een groot protest in Istanbul een paar dagen geleden laat dat ook mooi zien: ‘De stad is van ons!’ Maar ook dat werd, tot nu toe, niet echt aan corruptie gelinkt: die beïnvloedt het dagelijks leven van de gemiddelde burger niet direct, maar de eeuwige bouwputten, het verdwijnen van parken en cultuurhistorisch erfgoed en het totale gebrek aan inspraak bij de ontwikkeling van de stad wel.
Een AKP’er
Het zal dus wel een klap zijn voor de AKP, dit schandaal? De partij die zich liet voorstaan op haar strijd tegen de corruptie, die zal het wel totaal verbruid hebben nu bij de kiezers? Nou nee, ik denk het eigenlijk niet. De lokale verkiezingen van 30 maart 2014 zullen meer duidelijkheid geven, maar vooralsnog lijken veel AKP-aanhangers de partij te steunen.
Eerder deze week las ik in dagblad Radikal een verhaal met reacties van AKP-stemmers. Een eigenaar van een kleine winkel zei daarin dat het schandaal niet de hele regering aangerekend kan worden: ‘In elke mand appels zit wel een rotte’, zei hij. Maar wat me ook opviel, is dat hij niet zei dat hij voor de AKP stemde, maar:’Ik ben een AKP’er’. Voor hem is AKP’er zijn blijkbaar geen stemgedrag, maar een identiteit.
En volgens mij is dat voor veel AKP-stemmers zo. AKP-stemmers zijn vaak mensen die behoren tot een groep die vrij onzichtbaar was voor de AKP aan de macht kwam: devote moslims die door het Turkse establishment werden genegeerd en geen enkele politieke of economische macht hadden. De AKP veranderde dat. Het economische beleid van de regering bracht hen en de Anatolische steden waar zij wonen (Kayseri, Gaziantep, Konya, Denizli, noem maar op) voorspoed, ze kregen meer religieuze vrijheid en het oude establishment (waaronder het fel anti-religieuze leger) is naar de achtergrond gewerkt. Deze mensen vereenzelvigen zich met de partij. Ze zien de leiders ervan als oprechte gelovigen die een brave islamitische moraal aanhangen en het beste voor hebben met het land.
Zesde jacht
Het is me nogal wat, lijkt me, om dan toe te geven dat er niet een paar rotte appels in de AKP-mand zitten, maar dat de mooie glanzende gezonde appeltjes de uitzonderingen zijn in de AKP-mand. Dat het niet eens de moeite is de ongeschonden exemplaren er nog uit te vissen, want een mand vol rotte appels tast onherroepelijk ook de goeie aan. Om toe te geven dat de religiositeit van de AKP maar schone schijn is, en dat het vlak onder de oppervlakte alleen maar draait om geld en macht. De partij waar jij niet slechts op stemt, maar de partij die jij bént.
Waarom zou het zijn, dat Erdogan geen schoon schip maakt en de in opspraak gekraakte ministers niet ontslaat en daarna verklaart met een schone ploeg verder te gaan? Waarom ontslaat hij politiemensen die betrokken zijn bij het onderzoek naar corruptie, en waarom stelt hij een wet voor die regelt dat politiebeambten voortaan toestemming van hun meerdere nodig hebben voor corruptie-onderzoek, ook als die meerdere onderwerp van dat onderzoek is? Zou dit allemaal nog maar het topje van de ijsberg zijn? En zou het zesde (!) schip dat de zoon van Erdogan onlangs aanschafte kapot kunnen slaan op die ijsberg?
Dakloos en geminacht
En áls de AKP-stemmer de schellen al van de ogen vallen, waar moet hij dan naartoe? Er is geen alternatief. De grootste oppositiepartij CHP vertegenwoordigt de vroegere elite die neerkijkt op AKP-stemmers, en is zelfs voor veel CHP-stemmers een keuze bij gebrek aan beter. De kleinere ultra-nationalistische en ook religieuze MHP is voor sommigen een mogelijkheid, maar voor anderen te nationalistisch, en bovendien is de MHP te klein om de macht van de AKP te kunnen breken. De pro-Koerdische BDP wordt nog door te veel Turken in verband gebracht met terrorisme, en is voor AKP’ers bovendien niet interessant omdat de partij niets met religie heeft.
En zo zou corruptie in Turkije ineens tóch weer aan het dagelijks leven van de gewone Turk kunnen raken. Alweer een groep die, mits ze het lef heeft de ogen te openen, politiek dakloos raakt en niet vertegenwoordigd wordt, maar juist diep geminacht.
Recente reacties