‘Het is lekker weer nu, dus je hebt geen hout meer nodig voor de verwarming, toch?’, riep ik uit het raam naar één van de vrouwen uit de buurt die hout aan het hakken was. Ik wist wel waarom ze hakte, ik vroeg het puur om een gesprek te beginnen. ‘Het is voor de barbecue’, riep ze terug, ‘Waarom kom je er niet bij?’
Het eerste mooie lenteweekend leek me een mooie gelegenheid eens aan de schuiven bij de barbecue van de buren. Nou ja, hij wordt in de tuin van de buren gehouden, maar er komen meer mensen uit de buurt en de kinderen die in de buurt spelen eten ook mee, dus eigenlijk is het meer een buurtbarbecue. En het is een mooi voorbeeld van waarom Turkije me past. Buurtbarbecues in Turkije zijn een soort van ruig – zoals de hamam, waarover je hier een blogje kunt lezen.
De barbecue zelf is gemaakt van stenen, die in een rechthoek neergelegd zijn, met één korte kant open. Daar ligt het rooster op. Het is allemaal niet netjes vlak, dus je moet wel voorzichtig zijn. En ja, het gebeurde: ineens lag er allemaal kip op de grond, in het zand en in wat weggewaaid half verbrand houtskool. Geen probleem, even goed afspoelen onder de kraan en hup de barbecue weer op. En waarom ook niet?
Op tafel lag geen kleed, maar kranten. Behalve kip was er een grote bak salade en natuurlijk een berg brood. De kinderen kregen een homp brood waar de kip en salade met de duim was ingeduwd. Ik kreeg een plastic bekertje Cola Turka, uit een tweeënhalf liter fles. Ik haat cola, maar nu vond ik het wel oké. Eén van de kinderen stootte per ongeluk een bekertje cola om. Het droop over tafel en een beetje op haar broek. Er werd geen woord aan vuil gemaakt, niemand maakte haast iets schoon te maken, ze kreeg gewoon een nieuw bekertje, klaar. Haar kleren waren echt vies: ze had net in het zand gespeeld, ze had blijkbaar op d’r knieën in wat houtskool gezeten en haar gezichtje was ook vuil. Maar alle handjes werden voor het eten gewassen, met water uit een grote fles.
Uit een raam op de tweede verdieping kwam aan een koord een mandje naar beneden. Iemand legde er wat in krant gewikkelde kip in en een stuk brood en het mandje werd weer opgetakeld. Wat passerende buren kregen ook wat kip in een krant. De kinderen schreeuwden gewoon ‘KIP!’ als ze wat meer vlees wilden. Ik paste me aan natuurlijk, en schreeuwde keihard ‘SALATA’ toen ik wat meer salade wilde. (Geintje.) Eén van de buren had zelfgemaakte helva (zoetigheid op basis van sesamolie) meegenomen en oef, dat was de lekkerste helva die ik ooit gegeten heb. De etensresten werden achteloos hier en daar in de tuin gegooid – en meteen opgeruimd door toesnellende katten, meeuwen en kraaien. En toen was er thee – wat anders?
Slotakkoord was het opruimen: alle plastic bordjes, bekertjes en vorken werden in de half natte kranten gewikkeld en die enorme prop afval werd in de barbecue gelegd. Paar lucifers erbij en woem, het vuur laaide weer op. Iedereen pakte wat van haar was – in mijn geval een rooster – en keerde huiswaarts. Het fikkie brandde nog even door.
2 Comments »
2 Responses to “Fikkie”
Comments
Blog posts on this article
-
aug 27 2011 / 7pm
[...] elkaar op het stuk braakliggend terrein achter mijn huis, en daar drinken ze thee, houden ze vaak gezamenlijke barbecues en praten en kwebbelen ze heel wat af. Tijdens de Ramadan is het daar echter stil en verlaten. De [...]
Heimwee!!!!!!!!!!!!! Wat weer super geschreven Fréderike!!!