Ik heb me vaak afgevraagd hoe het nou zit met het gebruik van traangas tegen Koerden die bijvoorbeeld demonstreren of een begrafenis van PKK-leden bijwonen. Je hoort wel eens dat de politie ‘zomaar ineens’ met traangas begint te schieten, maar is dat echt zo? Sinds gisteren kan ik zeggen: je, dat is echt zo.
Ik ben in Diyarbakir voor een conferentie over de geschiedenis van de regio Diyarbakir rondom 1900, en ik hoorde dat er zaterdag een PKK-begrafenis zou zijn. Ik besloot er naartoe te gaan. Het begon bij de moskee, vanwaar de stoet naar de begraafplaats zou lopen, ongeveer twee kilometer verderop. Er waren ongeveer 7000 mensen. Er werden slogans geschreeuwd, er werd met PKK-vlaggen gezwaaid en er waren portretten van PKK-leider Öcalan en van de twee jonge mannen wiens begrafenis het was. Voor foto’s, kijk hier, hier en hier.
De groep ging langzaam op weg, maar al na de eerste bocht naar links sloot de politie de straat af. De PKK-vlaggen werden opgerold en het schreeuwen van slogans stopte, naar verluidt om de politie niet verder te irriteren. Het was rustig, stil bijna. Mensen wachtten tot de weg open zou gaan.
Toen kwam Selahatting Demirtas eraan, een parlementslid van de pro-Koerdische BDP. Hij wilde met de politie in gesprek over de afgesloten straat. Hij kreeg een luid applaus. Maar voor Demirtas de politie bereikte, werd de eerste traangasbom afgeschoten. Er werden geen slogans geschreeuwd, er waren geen PKK-vlaggen te zien, er werden geen stenen gegooid, niets. Niet dat die dingen volgens mij reden zijn huppekee traangas op een groep mensen los te laten, maar hoe dan ook: er was op dat moment geen enkele reden traangas in te zetten.
Prikkende ogen en keel
Ik stond behoorlijk vooraan in de groep, dus het traangas bereikte me al snel. Ik was in gesprek met een journalist van de Koerdische krant Özgür Gündem, en hij greep me bij de arm en trok me een appartementencomplex in, samen met wat anderen. We klommen twee trappen omhoog, waar mensen hun huis openstelden voor de tranende begrafenisgangers. Iedereen kreeg citroen, want dat helpt tegen prikkende ogen en keel. Maar ik wilde al snel weer naar buiten om te zien wat er verder gebeurde. Ik vroeg mijn Koerdische collega mee te gaan, maar hij wilde niet: ‘Ze kennen mijn gezicht, ik word onherroepelijk gearresteerd. Maar jij bent een buitenlandse journalist, jou pakken ze niet op, dus als je wil, ga dan vooral de straat weer op en doe verslag van wat er gebeurt’.
Dus dat deed ik dan maar. Voor ik het wist rende ik weer een gebouw in vanwege een traangaswolk, maar ik bleef opnieuw maar even binnen. Opnieuw op straat regende het citroenen vanaf de balkons van appartementencomplexen. De begrafenisgangers/demonstranten vingen ze, braken ze in kleinere stukken en deelden ze rond.
Toen zag ik ineens een groep mensen een winkel plunderen. Op de dag dat PKK-leden begraven worden, dien je je winkel te sluiten, uit respect voor de doden. Er wordt altijd gezegd dat dat ‘vrijwillig’ is, maar het is duidelijk: als je je winkel open houdt, wordt ‘ie aangevallen en geplunderd. De politie stopte het plunderen met meer traangas. Later zag ik een groep mannen voor de winkel ‘Allah akhbar’ roepen. Dat verbaasde me nogal, want dat hoor je niet zo vaak in Turkije. Ik vroeg eens rond hoe en wat, en een man zei: ‘Dat zijn Hezbollah-aanhangers. Die houden hun winkel altijd open, om een beetje te provoceren. Dan komen de PKK-sympathisanten eraan om te plunderen. Altijd hetzelfde.’
Bloemen, of een sjaal
Ik zag de duizenden begrafenisgangers niet meer, dus ik vroeg de weg naar de begraafplaats. Al lopend ontmoette ik wat vrouwen die ook op weg waren. Zonder verdere problemen bereikten we de begraafplaats. Ook alle anderen waren daar aangekomen, allemaal in kleine groepjes, telkens wegrennend voor de politie en het traangas. Tijdens de begrafenis zelf laat de politie de menigte doorgaans met rust. De PKK-vlaggen kwamen weer tevoorschijn, er werden PKK-vlaggen over de kisten gedrapeerd , er werd gezongen en er werden slogan geschreeuwd (zie hier voor een foto, de kisten zie je rechts, klein en rood). Bij de graven werd er gebeden (foto), waarna de lijken te rusten werden gelegd op een plek waar meer PKK-leden begraven liggen. Die graven herken je makkelijk: ze hebben allemaal iets met de Koerdische kleuren groen, geel en rood. Bloemen bijvoorbeeld, of een sjaal, of een beschilderde steen. Zie hier een voorbeeld.
Ik zag groepen politie op de wegen rondom de begraafplaats. Een vrouw zei tegen me: ‘Geloof me, de traangasaanvallen zijn nog niet voorbij. Ze beginnen gewoon opnieuw als we op weg gaan naar huis. Wacht maar af.’
Ik heb het niet afgewacht, dus ik weet niet of ze gelijk had. Ik ben eerder weggegaan dan de rest, in een bus terug naar de conferentie. Van het harde nieuws terug naar de geschiedenis van Diyarbakir, waar het Koerdische verzet al ruim voor 1900 begon. Zal het ooit tot een einde komen?
De foto’s heb ik gemaakt voor een live-verslag vanaf mijn twitter-acccount. Het lukte me niet foto’s te maken van het plunderen (ik hield me op afstand) en van het traangas (ik was aan het rennen).
[...] onder controle te houden.’ (Ik heb beide meegemaakt: een paar maanden geleden, in Diyarbakir, zette de politie zonder enige aanleiding traangas in, en een tijd eerder, in Istanbul, begonnen enkele jongeren stenen te gooien voor de politie in [...]
[...] Gündem in Diyarbakir. Ik ontmoette hem afgelopen november, toen ik een PKK-begrafenis bijwoonde. Hier is een blogje over die dag waarin ik hem ook noem. Hij was bang dat hij die dag al opgepakt kon worden. De volgende dag ontmoetten we elkaar weer, we [...]