Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Ik loop in Istiklalstraat en zie een grote advertentie in de etalage van een boekhandel. ‘De republiek en de historische leugens’. Ik hou mijn pas in en kijk nog eens. Een kritisch boek over de waarheden van de staat van de afgelopen decennia? En dat wordt zo prominent gepromoot? Dan zie ik de slogan waarmee het boek verkocht moet worden: ‘gedocumenteerde antwoorden op de leugens van de vijanden van Atatürk en de republiek.’ Daarmee valt alles weer netjes op zijn plaats. Eén van de staatswaarheden wordt hier nog eens duidelijk bevestigd: de Turkse republiek en Atatürk hebben geen criticasters of vrienden of buren met een andere kijk op de werkelijkheid, nee, ze hebben ’vijanden’. Eén van de gevaarlijkste staatsdogma’s, als je het mij vraagt.

Ironisch genoeg zag ik deze advertentie op 6 september. In 1955, op 6 en 7 september, vond e ‘istanbul Pogrom’ plaats, in Turkije vaak omschreven met het understatement ‘de gebeurtenissen van 6 en 7 september’. Negen uur van te voren opgezette rellen tegen Grieken en hun eigendommen in Istanbul. Het werd in gang gezet door een gerucht dat opzettelijk in de media werd gebracht: het huis waarin Atatürk werd geboren, in Tesaloniki in het huidige Griekenland, was verwoest door een bom. Een leugen. Tegen de achtergrond daarvan speelde weer de kwestie Cyprus, bewoond door grieken en Turken en destijds nog in Britse handen. De rellen werden in georganiseerd door nationalistische Turkse groepen, ondersteund door de media en de staat – de relschoppers waren speciaal naar het Griekse deel van de stad gebracht om hun vuile werk te kunnen doen.

Totale chaos

Het was niet zo moeilijk om de haat tegen Grieken aan te wakkeren. De Grieken waren één van de partijen waartegen de Turken hun onafhankelijkheidsoorlog voerden. De Grieken waren toen de vijand. Zoals de Armeniërs in het decennium daarvoor, rondom de Eerste Wereldoorlog: de Ottomanen vochten tegen de Russen, en de Armeniërs waren Ottomaanse burgers maar ook christenen, net als de Russen, en door steun te geven aan Rusland hoopten ze na de oorlog hun eigen land te krijgen. Zo werden de Armeniërs ‘verraders’.

Het punt is, in die periode, rond de Eerste Wereldoorlog en de stichting van de republiek, was het een totale chaos in de regio. Bloedige veldslagen eisten honderdduizenden levens, de hele regio was in transitie. Landen en machthebbers vochten om hun overleving, en in zo’n situatie is het niet raar dat je anderen benoemt als ‘vijanden’ of ‘verraders’ of juist als ‘vrienden’ of bondgenoten’. Maar daarná, als er weer vrede is, is het zaak je referentiekader bij te stellen en een manier te vinden weer samen te leven. Elkaar weer anders te bekijken en benoemen.

Dat proces heeft in Turkije niet plaatsgevonden. Of in ieder geval niet genoeg. Het denken in termen van vijanden en verraders is altijd levend gehouden. Niet verborgen, maar heel openlijk. Atatürk heeft in zijn beroemde ‘Nutuk’, Toespraak, aan het parlement in 1917, waarin hij sprak over de uitgangspunten van de republiek, ook de jeugd toegesproken. Hij drukt de jeugd op het hart: ‘In de toekomst zullen er ook mensen met slechte intenties zijn, zowel in het land als daarbuiten, die dit juweel van je af willen nemen.’ Dat juweel, dat is de onafhankelijkheid en de republiek. In zijn woorden voor de jeugd heeft hij het later ook over verraders en vijanden, en over nobel Turks bloed. Atatürks woorden voor de jeugd kun je hier lezen.

In steen gebeiteld

Atatürk vond het de belangrijkste taak van de jeugd om de Turkse onafhankelijkheid te verdedigen en beschermen. Zo’n negentig jaar geleden. Atatürk liet zich leiden door het toen sterk levende idee van de ‘natie-staat’, hij bouwde razensnel een land op uit het niets, en dat is absoluut bewonderenswaardig. Maar de Nutuk is een soort bijbel geworden, Atatürk de profeet en zijn woorden een evangelie. De Turkse jeugd kent Atatürks woorden voor hen uit het hoofd, het is één van de redenen dat jonge Turkse mannen geen probleem hebben met hun diensttijd. Maar wat is meestal het lot van heilige boeken, profeten en evangelies? Ze raken in steen gebeiteld. Ze worden onveranderlijk. Ze worden niet aangepast aan de tijd. Zo ook de oude concepten van vijanden en verraders. Ze worden levend gehouden, terwijl er nog steeds (kleine aantallen) Grieken en Armeniërs in Turkije wonen, en Griekenland en Armenië nu buurlanden zijn waar Turkije relaties mee moet houden of opbouwen.

Sommige Turkse kranten schrijven nu over ‘de schaamte van 1955’. Er worden zwartwit foto’s van 6 en 7 september 1955 gepubliceerd, er wordt geschreven in de verleden tijd. Maar toen ik die boekpromotie in de etalage zag, vroeg ik me af: zou zoiets nu echt niet meer kunnen gebeuren? Een leugen over een bom in Atatürks geboortehuis zou het misschien niet lang overleven in deze tijden van supersnelle communicatie, maar is het niet nog altijd even gemakkelijk om haat tegen vijanden aan te wakkeren, tot leven te brengen? Die haat zit diep, en vlak aan de oppervlakte.

2 Comments »

2 Responses to “Het boek in de etalage”

Comments

  1. Anna Broos sep 09 2011 / 11am

    Wat schrijf je toch confronterende en vooral informatieve stukken.

    Groet Anna

  2. Heleen Turkenburg dec 10 2011 / 1pm

    dag Frederique,
    mooi artikel, goede analysepetje af.Jouw stijl is ook zo soepel dat het net lijkt dt je tegenover me zit en vertelt.
    Hartelijke groet,
    Heleen Turkenburg

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel