Nee, Joost Lagendijk, Nederlands Europarlementariër en voorzitter van de Turkije-commissie van de EU, heeft de oppositiepartij CHP geen ‘ramp’ genoemd, en hij heeft ook niet gezegd dat ‘Europese sociaal-democraten zich schamen voor de CHP’, een partij die zijn wortels heeft in de sociaal-democratie. Maar dat is wel hoe Turkse media hem citeren. Lagendijks kritiek op de CHP was echter wel scherp. De CHP zégt voor Turkije’s lidmaatschap van de Europese Unie te zijn, maar steunt geen enkele hervorming die Turkije dichter bij de EU brengt. Ze zijn zelfs tegen wetsveranderingen die de vrijheid van meningsuiting ten goede komen, en dat, vindt Lagendijk, is een sociaal-democratische partij onwaardig. Lagendijk ligt hier onder vuur wegens zijn kritiek. En het is bepaald niet de eerste kritiek op de CHP en haar leider, Deniz Baykal. Hij leidt de CHP al sinds 1992, heeft nooit enig succes gehad in verkiezingen en zelfs na de verkiezingsnederlaag vorig jaar trad hij niet af als partijleider. Sterker nog: hij werd onlangs herkozen als eerste man van de partij. Dat leverde hem een artikel op in The Economist, die sprak van ‘de treurige irrelevantie van Turkije’s belangrijkste oppositieleider’. Columnisten in verschillende Turkse kranten steken hun kritiek ook niet onder stoelen of banken. En minst diplomatiek was nog wel Bernard Bouwman, correspondent van NRC Handelsblad, die werd geïnterviewd door de Engelstalige Turkse krant Today’s Zaman. Hij zei dat ‘Deniz Baykal zich gedraagt als een dictator’. Maar zorgt dit alles er nou voor dat de CP en Baykal hun strategie eens gaan heroverwegen? Vast niet. En dat is niet alleen slecht voor de politiek – een sterke oppositie zou wel welkom zijn – maar ook voor links Turkije. Zij worden politiek nauwelijks vertegenwoordigd.
Vanmorgen een artikel gelezen in de Volkskrant over Joost Lagendijk.Door jouw uitleg kan ik het plaatsen in het politieke circus in Turkije. Dank!