Een journalist, zegt Fatih Özyar, schrijft natuurlijk niet zomaar een artikel over iets dat niet zeker is. En hij heeft gelijk: zo moet het gaan. Maar de vraag is: gíng het ook zo?
Özyar schrijft voor de grootste krant in Turkije, Hürriyet. Hij is de correspondent in Nederland. Een paar dagen geleden publiceerde hij een verhaal over een jonge Nederlandse Turk, Armand Sag, die was ontslagen bij de website De Dagelijkse Standaard (DDS). De reden voor het ontslag was dat Sag had ontkend dat de Turken in de Ottomaanse tijd, om precies te zijn in en rond 1915, genocide pleegden op Armeniërs. Interessant, maar het verhaal bevatte geen wederhoor, wat nogal vreemd was want het is een gouden regel in de journalistiek om altijd de andere kant ook te laten horen. En dit was me nogal een beschuldiging.
Dus besloot ik zelf De Dagelijkse Standaard eens te mailen. Ik vroeg hoofdredacteur Joshua Livestro of het waar was dat Armand Sag niet meer voor DDS schreef en als het waar was, wat daar dan de reden van was. Livestro’s reactie: ‘Sag was niet bij ons in dienst, hij publiceerde alleen af en toe op onze lezerspagina Open Podium (dat doen zoveel mensen). Sag is dus niet ontslagen (dat kan immers niet als je niet in dienst bent), sterker nog: hij kan nog altijd gewoon op ons Open Podium publiceren als hij dat wil.’
Livestro meldt dat Sag wel een keer op de vingers is getikt omdat hij de liberale politicus Arend Jan Boekestijn selectief had geciteerd, en hem in de mond had gelegd dat hij het met de visie van de Turkse regering (dat er van genocide op de Armeniërs geen sprake was) eens zou zijn. Terwijl Boekestijn juist meent dat er wél genocide is gepleegd. Livestro: ‘Het verhaal over het ontslag van Sag is volledig uit de grote duim van de Turkse nationalistische pers gezogen.’
Volgende stap: Armand Sag (geen journalist maar een jonge historicus) een mail sturen, en Fatih Özyar bellen. Daarna ging ik naar de openingsceremonie van Istanbul Culturele Hoofdstad van Europa 2010, en net toen ik daarvan terug kwam, belde Özyar me. Hij zegt dat hij als journalist natuurlijk niet zomaar een artikel schrijft maar dat alleen doet als hij zeker is van de feiten. ‘Ik kreeg een persbericht van Armand Sag, met een paar bijlages. Er zat ook een mail bij van Joshua Livestro aan een columnist bij DDS die Sag ook kent, waarin Livestro hem vraagt of Sag niet eens op kan houden met die verhalen over de Armeense genocide.’ Sag, zegt Özyar, had twee opties: zijn excuses aanbieden voor zijn teksten, of niet meer voor de site schrijven. Özyar: ‘Toen trok Sag zijn conclusies en besloot hij niet meer voor DDS te werken.’
Maar, werp ik tegen, DDS zegt dat Sag nooit bij ze in dienst is geweest en dat Sag, volgens Livestro, zelfs nog gewoon op de site kan publiceren als hij wil. Özyar zegt dat hij die details niet kent. Maar waarom heeft hij DDS niet om een weerwoord gevraagd? Özyar: ‘Ik heb ze verschillende keren gemaild maar ik kreeg geen antwoord.’
Vreemd, want ik had het antwoord van Livestro met een uurtje in mijn mailbox. En Armand Sag zelf? Ik mailde hem én probeerde contact te leggen via een medestudent van hem die ik toevallig ken, en vroeg hem mijn mail liefst binnen een dag te beantwoorden. Het antwoord kwam, maar niet van Sag maar van zijn medestudent: ‘Hij heeft genoeg van alle journalisten en zet zijn telefoon uit tot dinsdag.’
@ Frederike: dank voor dit stukje. Overigens is ook Özyars verklaring dat hij ons “verschillende keren gemaild” zou hebben uit bovengenoemde grote duim afkomstig. Zo zijn onze manieren blijkbaar bij het Turkse journaille – of in ieder geval bij Hürriyet.
Mooie site heb je overigens!
Vriendelijke groet,
Joshua Livestro