Een samenwerkingsverband van 46 organisaties is in Turkije een campagne begonnen om ‘haatmisdaden’ te bestrijden. ‘Slachtoffers doen zelden aangifte, als ze het misdrijf al kunnen navertellen.’
Istanbul – De vrouw die door een taxichauffeur werd uitgescholden, in haar gezicht gestompt en de auto uitgezet, puur omdat ze Armeense was: dat is niet alleen een aanval op die vrouw, maar op de hele gemeenschap waar ze deel van uitmaakt. Net zoals de hele Koerdische gemeenschap slachtoffer is als een man door een groep nationalisten wordt gelyncht omdat hij in een nachtclub een Koerdisch nummer wil horen, en net zoals alle transseksuelen slachtoffer zijn als er twee zomaar op straat worden vermoord. Misdaden uit haat: in Turkije is een campagne begonnen om ze juridisch aan te pakken.
Het zijn zogeheten ‘haatmisdrijven’ zoals ze zich geregeld voordoen in Turkije. Voorbeelden ervan kom je nauwelijks tegen in de kranten. Pas als je bepaalde websites en organisaties volgt, stuit je op het ene na het andere schokkende incident. Moord, lynchpartijen, brandstichting:er zijn elke maand wel enkele ernstige gevallen te melden. Voornaamste slachtoffers: Roma, Koerden, homo- en transseksuelen, maar ook christenen en Alevieten, een liberale stroming binnen de islam.
Wijsvinger gebroken
Omdat de meeste Turken er geen weet van hebben, is de Associatie voor Sociale Verandering, een samenwerkingsverband van 46 organisaties, een langlopende campagne gestart tegen de haatmisdrijven waarbij ze zoveel mogelijk lawaai maakt over elk incident. Op internet kun je zelfs je stem uitbrengen op ‘het haatmisdrijf van de maand’. De zaak van de taxichauffeur die een Armeense mishandelde, won in oktober. In december ging de strijd tussen de gelynchte Koerd en een incident op de kraamafdeling van een ziekenhuis: een Koerdische vrouw werd tijdens de bevalling geslagen en haar wijsvinger werd door een verpleegkundige gebroken, omdat ze een ‘vieze Koerd’ was. ‘Grapje’, reageerde het personeel toen de vrouw en haar echtgenoot enkele weken later verhaal kwamen halen.
Populair dezer dagen in de Turkse bioscopen: Zenne, (slang voor ‘mannelijke buikdanser’). De film gaat over de student Ahmet Yildiz uit Istanbul die in 2008 door zijn vader werd vermoord vanwege zijn homoseksualiteit. De film over dit haatmisdrijf heeft de discussie over homofobie in Turkije aangezwengeld.
Doel van de campagne is solide wetgeving tegen de haatmisdrijven. De huidige wet draagt rechters nergens op een specifieke misdaad strenger te bestraffen als haat tegen een bepaalde groep daaraan ten grondslag ligt.
Een voorbeeld is de moord op de Armeens-Turkse journalist Hrant Dink in 2007: de dader, een jonge nationalist, werd veroordeeld voor de moord, zonder dat de haat tegen Armeniërs werd meegewogen die erachter zat. Wetgeving is ook symbolisch erg belangrijk, zegt Levent Sensever, algemeen secretaris van de Associatie voor Sociale Verandering. ‘De overheid moet het signaal geven dat haat tegen bepaalde bevolkingsgroepen niet wordt getolereerd.’
Ulas Karan, universitair docent Recht aan de Bilgi Universiteit in Istanbul, gaat nog verder: ‘Haat opnemen in het wetboek van strafrecht kan een instrument zijn om mensen tot elkaar te brengen. Je kunt maatregelen in de wet opnemen, die alleen bij haatmisdrijven gelden. Zo kun je daders daarvan verplichten in gesprek te gaan met de groep waartoe het slachtoffer behoort. Op die manier zet je wetgeving in om te straffen én te verzoenen.’
Beledigen van Turksheid
Het Turkse wetboek van strafrecht kent wel wetgeving tegen haatzaaien: artikel 216. Ironisch genoeg wordt dat artikel juist ingezet om dissidente stemmen tot zwijgen te brengen. Vooral Koerdische politici en journalisten worden daarop veroordeeld, bijvoorbeeld als ze meer rechten eisen voor Koerden of als ze berichten over de Koerdische PKK-strijders. ‘Een typisch staaltje van onduidelijke wetgeving’, oordeelt Sensever van de campagne. ‘De wet is op meer manieren te interpreteren, dus kun je er wie je maar wilt mee veroordelen.’
Het artikel is in feite een zusje van het beruchte artikel 310, dat ‘het beledigen van Turksheid’ strafbaar stelt. Sensever: ‘Zulke wetten worden gebruikt om de vrije meningsuiting te beknotten. Wij willen dat werkelijke misdrijven, zoals moord en mishandeling, zwaarder worden bestraft als ze uit haat zijn begaan.’
Bijna alle EU-landen hebben wetgeving tegen haatmisdrijven. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) zet zich in om in heel Europa wetgeving tegen haatmisdrijven ingevoerd te krijgen. Daartoe werkt de organisatie intensief samen met lokale groepen, in Turkije onder meer met de Associatie voor Sociale Verandering.
Een team juristen
Hoe taai het thema is, blijkt uit voortgangsrapporten van de OVSE: overheden stellen amper gegevens beschikbaar, vaak omdat ze niet voorhanden zijn. Ook over Turkije bestaan weinig harde cijfers: misdrijven die volgens de wet niet bestaan, worden nu eenmaal niet geregistreerd. Sensever: ‘Ook het juridisch apparaat heeft er geen oog voor. Een Turkse rechter kan buiten de wet om uit eigen beweging een hogere straf opleggen als een misdrijf uit haat wordt begaan, maar dat gebeurt slechts zelden. Aanklagers zijn niet geïnformeerd, de politie evenmin en slachtoffers doen vaak geen aangifte, als ze het misdrijf al kunnen navertellen.’
De Associatie voor Sociale Verandering heeft op het oog de politieke wind mee. Jarenlang waren non-gouvernementele organisaties voor de Turkse overheid geen gesprekspartner, nu wordt voorzichtig met hen gesproken – bijvoorbeeld over een nieuwe grondwet, die kan bijdragen aan het terugdringen van discriminatie. Ook woedt de discussie over de Koerdische kwestie volop – Koerden zijn het voornaamste slachtoffer van haatmisdrijven.
Toch bespeurt ze geen politieke wil om nieuwe wetgeving in te voeren. ‘Daarvoor is het nog te vroeg’, zegt Sensever. ‘We werken nu hard aan statistieken waarmee we politici gaan overtuigen van het belang van wetgeving. We verzamelen gegevens van allerlei belangengroepen. Zij weten goed wat in hun achterban gebeurt.’ Als de tijd rijp is, zal er een wetsvoorstel klaarliggen, zegt Sensever. Een team juristen van verschillende organisaties is er al mee bezig. Levent Sensever: ‘Het zou mooi zijn als de wetgeving er over drie, vier jaar is.’
Lees hier een blogje over de film Zenne (zie kadertje).
[...] ook dit artikel, gepubliceerd in Wordt Vervolgd, over haatmisdrijven in Turkije. Recommend on Facebook Share on [...]