Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Gelukkig aan de Bosporus

Ze komen uit Hoofddorp, Randwijk, Amsterdam en Brussel, maar gaan nu op in het dagelijks leven van Istanbul. Tenminste, dat proberen ze. Wat geloof betreft passen ze ertussen: Renate, Inge, Deborah en Els zijn moslim, zoals de meerderheid van de Turken. Maar is dat genoeg om ergens op je plek te zijn?

fotografie: Mona van den Berg

Els Broothaers. Klik om te vergroten.

Els Broothaers. Klik om te vergroten.

‘Ik ben Els niet meer’, zegt Els Broothaers. Ze zit op de bank in de enorme woonkamer van het appartement dat ze bewoont met haar man Mustafa. Ze wonen op de vierde verdieping van een moderne betonnen kolos in een verre westelijke buitenwijk van Istanbul. Ze noemt Turkije een ‘zalig land’, met een zachte Vlaamse g. Els (32): ‘Ik voel me vrij, ik kan zijn wie ik ben. In België niet nee. Als bekeerlinge ben je in België toch een soort landverraadster. Dat is me zelfs wel eens met zoveel woorden gezegd.’

En dus is Els nu Emine, de Turkse variant van Amine, de naam van de moeder van de profeet. ‘Ik was een wilde meid met hele andere ideeën toen ik nog Els was. Ik was racistisch zelfs, en ging me in de islam verdiepen omdat ik dacht dat ik dat geloof dan makkelijker met argumenten kon bestrijden. Maar ik werd erdoor geraakt. Ik was ongelukkig en ik had veel last van paniekaanvallen. Nu niet meer, nou ja, nog een keer per jaar. En ik ben twintig kilo afgevallen sinds ik moslim ben. Ik ben gelukkig nu, een ander mens. Opnieuw geboren, met een nieuwe naam.’

De vrouwen uit dit verhaal kozen allevier zelf voor hun nieuwe geloof, en niet onder invloed van hun echtgenoot. Sterker nog, een echtgenoot was nog helemaal niet in zicht toen ze besloten hun leven voortaan te laten leiden door Allah. Ze bekeerden zich toen ze nog in België woonden, zoals Els, en in Hoofddorp (Renate), Amsterdam (Deborah) en Randwijk (Inge). Zonder veel tamtam of spectakel.

Renate (28 en oorspronkelijk uit Hoofddorp) kan zich zelfs niet eens precies herinneren hoe het nou ging, tien jaar geleden. Ze woont al lang niet meer in Hoofddorp, maar in Karamürsel, een havenstadje twee uur rijden ten zuiden van Istanbul. Gehuld in een wijde zwarte abaya en een donkergroene hoofddoek die ook haar bovenlichaam bedekt, komt ze zelfverzekerd aanlopen bij een theehuis aan de kust van de Marmara Zee, in gezelschap van een Turkse vriendin.

‘Ik voel me hier helemaal thuis’, zegt ze ten overvloede. Hoewel ze dat ook meteen weer nuanceert. Ze heeft twee dochters van zes en vier jaar en een zoontje van twee, en voor hen vindt ze Turkije niet altijd de beste plek om op te groeien. Ze wijst op het belendende park en de kustweg en zegt: ‘Daar zie je wel eens jonge stelletjes zoenen. Er wordt hier ook wel alcohol gedronken. Iedereen is hier moslim maar vaak zie je er niets van. Sommige vrouwen volgen meer de mode dan de islamitische wet en dragen een korte rok met hoge hakken. Ik vind het niet leuk dat mijn kinderen dat zien, het is geen goed voorbeeld.’

‘Ik ben een beetje vluchterig’

Maar Turkije is altijd nog beter dan Nederland, waar ze ‘niets meer mee heeft’. Renate: ‘Ik hoef er nooit meer naar terug. Weet je, ik ben ook een beetje vluchterig. Ik heb geen zin telkens vragen te beantwoorden over mijn keuze voor de islam en over hoe ik eruit zie. In Turkije krijg ik die vragen niet. Hier is het niets bijzonders hoe ik gekleed ga.’

Renate heeft een tijd in Istanbul gewoond en daar miste ze vaak contact met gelijkgestemde Nederlandse vrouwen, maar in het kustplaatsje waar ze nu woont, is dat voorbij. ‘Sinds mijn oudste naar school gaat, heb ik Turkse vriendinnen en dat gaat heel goed. Ook via de Korancursus waar ik elke woensdag een paar uur naartoe ga, heb ik veel vrouwen leren kennen. Die zie ik vaak. We komen bij elkaar thuis of gaan naar hetwinkelctrum. Nu komt de zomer er weer aan en kunnen we lekker vaak in het park gaan picknicken. In het weekend ook met de mannen erbij, heel gezellig is dat.’

Renate met haar dochter.

Renate met haar dochter. Klik om te vergroten.

Hoewel haar geloof haar leven bepaalt en ze in Turkije op haar plek is, heeft Renate nooit overwogen haar naam te veranderen. ‘Dat verplicht de islam ook niet’, zegt ze. ‘Alleen als het een naam is met een slechte betekenis. ‘Renate’ betekent ‘opnieuw geboren’, dus dat is heel mooi voor een bekeerde vrouw. En trouwens, dat ik niet meer in Nederland wil wonen, wil niet zeggen dat ik geen Nederlandse meer ben. Dat zal ik altijd blijven.’

De Belgische Els, opgeleid tot IT-specialist, ziet zichzelf ook niet meer in haar geboorteland wonen. ‘En ook niet in Nederland’, zegt ze. Ze is nu drie jaar getrouwd met Mustafa, en in het tweede jaar van hun huwelijk woonden ze in een dorp bij Brussel. Het was geen succes. ‘Ik ben zelfs wel eens bespuugd op straat, en ik word behandeld alsof ik ‘s ochtends mijn hersens eruit haal en daarna mijn hoofddoek opdoe. Mustafa had ook veel last van racisme. Weet je dat hij zich zelfs bij de moskee in Brussel niet welkom voelde omdat hij niet uit de Brusselse gemeenschap kwam? Hij ging graag naar een moskee in Bergen op Zoom, daar was het beter. Daar maakten we een dagje uit van, met voor we terugreden naar huis een bakje kibbeling op het strand bij zonderondergang.’

In Turkije is ze een buitenstaander, maar ze voelt zich niet zo behandeld. ‘Mijn anders-zijn wordt geaccepteerd omdat ik moslim ben’, denkt ze. Maar het kan niet anders dan ook te maken hebben met haar open karakter: haar Turks is nog krakkemikkig maar dat weerhoudt haar er niet van gesprekken aan te knopen in bijvoorbeeld winkels en zo al doende de taal beter te leren. In haar vrije weekend maakt ze graag lange wandelingen langs de kust, en soms lukt het haar Mustafa over te halen mee te gaan naar één van de mega-winkelcentra in de stad.

‘Ik snap de regels hier’

Door de weeks werkt ze als docent Engels op een school (‘De islam raadt aan een job te kiezen die goed is voor de gemeenschap’) waar ze de enige buitenlander is, en móet dus wel integreren. Els: ‘Ik snap de regels hier, dat maakt makkelijker. De school waar ik werk is religieus en conservatief. Als er een ouderbijeenkomst is, zitten de vrouwen links en de mannen rechts. Ik vind dat ook prettig, het sluit aan bij hoe ik mijn geloof beleef. Zulke dingen zitten hier heel natuurlijk in het dagelijks leven, en daarom voel ik me op mijn plek.’

Hoe anders is dat voor Inge Lamers (27 jaar, oorspronkelijk uit het dorpje Randwijk in de Betuwe). Ze wil terug naar Nederland, maar ‘het zit er niet in’, zegt ze een beetje moedeloos. De regels vereisen een minimum-inkomen in Nederland voor ze haar echtgenoot over zou kunnen laten komen, en hoewel ze een MBO-opleding sociaal-cultureel werk heeft, is die eis onhaalbaar. Hoe zou ze dat moeten doen met een tweeling van twee jaar met geen recente werkervaring?

Waarom een leven in Nederland beter zou zijn? Zet maar op een rijtje: ze woont met haar man en kinderen in een niet al te ruim bemeten appartement in een levendige wijk in West-Istanbul. Haar man werkt lange dagen in het toerisme, en zeker in de winter is het niet makkelijk om rond te komen. Inge: ‘In Nederland heb je kinder-, zorg- en huurtoeslag, hier heb je helemaal niets.’

Inge Lamers. Klik om te vergroten.

Inge Lamers. Klik om te vergroten.

Komt nog bij dat ze er als Nederlandse moslima gewoon niet tussenpast. Dat voelt ze zodra ze met haar meiden de deur uitstapt. ‘Turkse vrouwen dragen geen donkere hoofddoek zoals ik, maar juist een fleurige. Mijn man vraagt wel eens of ik niet ook een wat vrolijker hoofddoek wil dragen, maar dat past niet bij de manier waarop ik mijn geloof beleef. Maar ja, hier denken ze dat je extremistisch bent als je je zo kleedt als ik. Wat ik helemaal niet ben.’

En dan laat ze ook nog haar kinderen lekker klimmen, rondrennen en ontdekken op straat, voor zover het verkeer dat toelaat. ‘Turken houden hun kinderen veel korter. Weet je dat mensen soms hun raam opendoen en naar buiten hangen om mij na te kijken als ik naar de supermarkt loop?’

Ook qua geloof denkt ze wel eens dat Nederland een beter land zou zijn voor de kinderen om op te groeien. In Turkije is vrijwel iedereen moslim, maar je ziet het er lang niet altijd aan af, en dat vindt ze teleurstellend. ‘Laatst zag ik een vrouw op straat met ontzettend mooi haar’, herinnert ze zich. ‘Ik dacht, jeetje, je man zou zó trots zijn op je haar, dus waarom bedek je het dan niet voor anderen? Ik snap dat niet. In Nederland zijn moslima’s over het algemeen wel bedekt. Als ik dat zie, denk ik: kijk, zó hoort het.’

Hoewel ze zelf allesbehalve een scherpslijpster is. ‘Het leven zit vol verleidingen’, zegt ze, ‘en daarom is het soms moeilijk aan je geloof vast te houden. Ik kan mijn Nederlandse opvoeding ook niet zomaar uitschakelen. Waar ik de laatste tijd erg mee worstel, zijn afbeeldingen. Die zijn verboden in de islam. Maar ik heb speelgoed voor de meiden waar wel afbeeldingen op staan. Moet ik die weggooien? Weggeven kan ook, maar dan zadel ik anderen met de zonde op. En hoe leg ik aan de kinderen uit dat ze bepaald speelgoed niet mogen omdat er een plaatje opstaat?’

Dat haar man nauwelijks praktizeert, maakt het er niet gemakkelijker op. Hij spoort haar niet aan eerder op te staan om te bidden, bijvoorbeeld. ‘Laatst droomde ik dat ik geen hoofddoek droeg. Dat was een waarschuwing van Allah. Ik moet beter mijn best doen mijn geloof in de praktijk brengen, anders loop ik over een tijdje misschien ook weer in korte broek en op hakken rond. Dat zou heel erg zijn.’

Het juiste pad

Inge heeft sinds een paar weken contact met een andere Nederlandse moslima in Istanbul, Deborah, die ze via een internetsite leerde kennen. Ze bleek, oh toeval, maar drie tramhaltes bij haar vandaan te wonen – een uitzonderlijke situatie in een stad waar je uren onderweg kunt zijn. Ze ontmoeten elkaar soms met hun kinderen in een park in de buurt. ‘Deborah helpt me in mijn geloof het juiste pad te vinden. Ze weet zo veel, dat is heel fijn.’

Deborah (34), oorspronkelijk uit Amsterdam, verontschuldigt zich voor de troep in huis als ze de voordeur van haar appartement opendoet. Maar er ligt nauwelijks troep, en de woonkamer is spic en span. Wat wonderlijk is: deze Deborah was toch moeder van vijf kinderen jonger dan acht jaar? ‘Ja ja, de oudste drie zijn nu naar school’, lacht ze. ‘Ze worden later vandaag door het servicebusje van school weer thuisgebracht.’ De andere twee, een meisje van drie en een jongetje van één, scharrelen rond zonder veel aandacht te trekken.

Deborah is de rust zelve. En dat terwijl het moederschap meer nog dan bij Inge helemaal op haar schouders terecht komt: haar man heeft een goedlopende computerzaak in Nederland, en is elke acht weken twee weken in Istanbul. ‘In Turkije zou hij nooit genoeg kunnen verdienen om het gezin te onderhouden.’

Deborah. Klik om te vergroten.

Deborah. Klik om te vergroten.

Waarom ze niet bij hem in Nederland gebleven is? ‘Ik ben op bedevaart naar Mekka geweest, en daarna wilde ik, zoals de islam voorschrijft, in een islamistische maatschappij wonen. Ook voor de kinderen. Egypte en de Emiraten stonden op ons lijstje. Mijn man wilde eigenlijk eerst niet naar Turkije. Hij komt hier oorspronkelijk vandaan, maar hij vond het hier te westers.’

Maar ja, Doborah was verkocht toen ze op familiebezoek waren in Istanbul. ‘We zaten op een boot op de Bosporus en toen wist ik: híer wil ik wonen!’ Haar man ging akkoord omdat er een Arabische school is voor de kinderen, waar ze de taal van de Koran vloeiend leren en zo het geloof echt kunnen leren begrijpen.

Buiten klinkt de oproep tot gebed van een moskee in de buurt. ‘Luister’, zegt Deborah. ‘Dat horen de kinderen dus ook vijf keer per dag. Dat vind ik belangrijk, dat het geloof een natuurlijk onderdeel is van het maatschappelijk leven. Nederland is te zedenloos. Tenminste, voor de manier waarop ik mijn kinderen wil opvoeden.’

Moeder van Emin

Deborah wil eigenlijk niet dat we haar Nederlandse naam gebruiken in het artikel. Oem Emin, oftewel ‘moeder van Emin’, zo noemt ze zich liever. Omdat ze snapt dat dat voor een Nederlands lezerspubliek wat onbegrijpelijk is, gaat ze akkoord met haar echte naam. ‘Maar ik wil absoluut niet met mijn gezicht op de foto, dat gaat echt tegen de regels van de islam in.’

(Het cursieve stuk is, op verzoek van Deborah, anders dan in het Volkskrant Magazine)

Deborah draagt een broek en shirt met lange mouwen, en haar zwarte hoofddoek doet ze thuis niet af – ‘Dan kan ik zonder gedoe de deur open kan doen als er wordt aangebeld’. In het geloof heeft ze gevonden waar ze ook in haar kindertijd al naar op zoek was: ergens bijhoren. Als kind miste ze dat, als kind van ouders uit twee verschillende culturen. Ze was zoekende. Een Hindoestaans vriendinnetje nam haar een paar keer mee naar de tempel (‘Die kleurige sjaals, ik vond het prachtig!’), via weer een andere vriendin kwam ze in de katholieke kerk. ‘Maar ik was eigenlijk maar in één ding geïnteresseerd: rapmuziek.’ Tot een buurjongen in Amsterdam West aan haar vroeg: ‘Je rookt niet en je drinkt niet, waarom word je geen moslim?’

Ze verdiepte zich en begon langzaamaan islamitische regels in de praktijk te brengen. ‘Eerst zonder dat tegen iemand te zeggen. Ik wilde bijvoorbeeld geen feestdagen meer vieren en ging dan werken in plaats van dat hardop te zeggen – ik had toen een baan met wisseldiensten. Pas toen ik 23 was en op mezelf ging wonen, gooide ik alles om. Hoofddoek om, rapbandjes de deur uit en voortaan naar bandjes luisteren waarop de Koran werd geciteerd.’

Het enige waar ze soms spijt van heeft, is dat ze haar ouders niet meer betrokken heeft bij haar keus om zich tot de islam te bekeren. ‘Ik wilde ze niet verdrietig maken. Ik heb wel gedacht hoor: wat doe ik ze aan? Ik kwam mijn vader eens tegen in Amsterdam terwijl ik net een hoofddoek was gaan dragen, dat was erg ongemakkelijk. Het is moeilijk weet je, ik ben zo blij met mijn keus, ik wilde mijn liefde voor Allah wel van de daken schreeuwen, maar ik wist dat mijn ouders er problemen mee hadden.’

Maar dat is nu voorbij. Haar ouders zijn eraan gewend en hebben het geaccepteerd. Alleen haar kleding, daar kunnen ze niet aan wennen. ‘Dan ga ik met mijn vader skypen en dan zegt ie: ‘Hé, je hebt je hoofddoek om, ga je de deur uit?’ Dan doe ik hem af, voor mijn vader is dat natuurlijk geen enkel probleem. Hij ziet me echt liever zonder.’

1 Comment »

One Response to “Nederlandse moslima’s in Istanbul”

Comments

  1. cengizhan mei 22 2013 / 1pm

    Massallah.

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel