Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Eind maart worden in Turkije lokale verkiezingen gehouden. De politieke strijd in Diyarbakir, de grootste Koerdische stad in het zuidoosten van het land, belooft één van de spannendste te worden. Wordt Vervolgd sprak er met Koerdische jongeren. Laat de kiezer in het stemhokje zijn islamitische identiteit spreken, of zijn Koerdische?

Diyarbakir – Kom Tirvan (gefingeerde naam) niet aan met het woord broederschap. Hij weet het, sommige Koerden voelen broederschap met Turken en willen de Koerdische kwestie samen met hun Turkse broeders oplossen, maar hij niet. ‘De Turken hebben ons nooit als broeders behandeld. Koerden hebben een belangrijke rol gespeeld in de Turkse onafhankelijkheidsoorlog negentig jaar geleden, maar daarna zijn we alleen maar ontkend en vernederd.’
Tirvan (23) doet zijn verhaal in de hal van een verlaten hotel. In dit buurtje, op loopafstand van het centrum van Diyarbakir, bevinden zich de koffiehuizen waar je als jonge, strijdlustige Koerd precies weet welke mannen je moet aanspreken om PKK-strijder te worden. Tirvan heeft al herhaaldelijk op het punt gestaan de wapens op te pakken. De zorg om zijn zieke moeder houdt hem vooralsnog tegen. ‘Als zij sterft, heb ik geen reden meer in de stad te blijven. En reden te over om de bergen in te gaan en voor mijn volk te vechten.’

De pro-Koerdische DTP, de Partij voor een Democratische Samenleving, levert nu de populaire burgemeester van Diyarbakir, Osman Baydemir, maar regeringspartij AKP gooit onder Koerden hoge ogen vanwege haar islamitische karakter en haar macht op nationaal niveau. De vraag is: laat de kiezer in het stemhokje zijn islamitische identiteit spreken, of zijn Koerdische?
Maar behalve deze strijd eist ook die andere strijd in het zuidoosten de aandacht op: die tussen het Turkse leger en de Koerdische afscheidingsbeweging PKK. Een strijd die direct verband houdt met de verkiezingen. De AKP kreeg bij de vorige lokale stembusgang, in 2004, veel steun, mede omdat ze de arme regio een flinke economische injectie beloofde en zich hard zou maken voor meer rechten voor Koerden. Van die beloftes kwam maar weinig terecht. Sterker nog: sinds anderhalf jaar heeft het Turkse leger de vrije hand in het bombarderen van PKK-stellingen in Noord-Irak en loopt zowel onder PKK-strijders als onder militairen het aantal doden op. Het is precies wat jonge jongens als Tirvan, die wil dat zijn naam geheim blijft, doet overwegen ook de wapens op te pakken: ‘Turkije heeft de Koerden keer op keer verraden. Ik vertrouw dit land niet meer.’

Een echte bijdrage

Tirvan gaat wel stemmen op 29 maart. Op de DTP natuurlijk, zegt hij zonder enige passie. ‘We hebben meer rechten dan vroeger, maar dat is niet aan de politici te danken maar aan de PKK. Daarom moet de PKK ook blijven vechten tot onze Koerdische identiteit volledig erkend wordt. Premier Erdogan komt hier in verkiezingstijd vertellen dat hij zich voor de Koerden gaat inzetten, maar in het parlement zegt hij een paar dagen later weer doodleuk dat ‘iedereen Turk is’ – wat heb je aan zo’n man? PKK-strijder worden zou voor mij een goed doel zijn in mijn leven. Ik heb niets, geen opleiding en geen werk, en geen stad en geen land waarin ik me prettig voel en mezelf kan zijn. In de bergen zou ik ergens bij horen en een echte bijdrage leveren.’

Kader

Kader (24) ziet dat de positie van Koerden de afgelopen jaren verbeterd is. Voorheen ontkenden politici simpelweg dat er Koerden bestonden en was het Koerdisch verboden. Nu wordt erkend dat de Koerdische kwestie bestaat, is de taal niet langer verboden (hoewel Koerdisch niet gebruikt mag worden op politieke bijeenkomsten en in communicatie tussen overheid en burgers, hetgeen sommige gemeentes in het zuidoosten wel zouden willen om hun burgers beter te bereiken) en is de Turkse staatstelevisie zelfs een Koerdisch kanaal begonnen.
Maar het blijven in Kaders ogen zoethoudertjes die nog bij lange na niet in de buurt komen van wat volgens haar echt nodig is: erkenning van de Koerdische identiteit in de Turkse grondwet en een samenleving die Koerden niet langer als tweederangs burgers ziet. ‘Daarvoor moet bijvoorbeeld ook het Turkse onderwijs veranderen, dat jonge Turken nu nog tot nationalisten vormt.’ Wil zij de oprichting van een onafhankelijke Koerdische staat? ‘Nee, het gaat niet om grenzen. Het gaat erom dat wij, net als de Turken, al eeuwen op deze grond leven en simpelweg het recht hebben onze eigen cultuur te beleven.’

Kader is actief voor de jongerenorganisatie van de DTP in Diyarbakir, een grote en gedreven groep jonge Koerden. Ze zijn al drie dagen in vergadering om besluiten te nemen over de verkiezingcampagne. Tijdens de pauzes ijsberen de jongeren rokend door de hal, elkaar aansprekend met ‘kameraad’. In hun vergaderzaaltje een paar foto’s van jongeren die onlangs het leven lieten als PKK-strijder, een paar flinke stapels van het jongerenblad Yurtsever Gençler (Vaderlandslievende Jeugd) en prominent een portret van de gevangen PKK-leider Abdullah Öcalan. Zijn arrestatie op verdenking van terrorisme en separatisme in 1999, sloeg bij de toen nog piepjonge Kader in als een bom. ‘Vanaf dat moment wilde ik iets doen voor mijn volk’, zegt ze. Ze sloot zich aan bij een Koerdische vrouwenbeweging die nu samenwerkt met de DTP, ondanks fel protest van haar vader en broers: ‘Ik kom uit een traditioneel Koerdisch gezin waar de vader en broers het voor het zeggen hebben. Een vrouw die de politiek in wil en zichzelf wil ontwikkelen, dat tast hun macht aan. Maar ja’, lacht ze. ‘Koerdische jongeren zijn koppig, dus ik ging toch.’

Heilige doden

Kader legt uit hoe ze zich eerst bewust moest worden van haar vrouw-zijn voor ze de taak tot bevrijding van het Koerdische volk op zich kon nemen. ‘Ik heb alleen lagere school, maar ik heb binnen de vrouwenorganisatie en de DTP zoveel bijgeleerd.’ Onder andere, zegt ze, over hoe de gewapende strijd zich verhoudt tot de democratische: ‘Dertig jaar gewapende strijd heeft de Koerdische kwestie op de agenda gezet, maar nu moet er ook van binnenuit worden gewerkt.’ Ze bedoelt hiermee, zegt ze, dat de Koerden niet alleen naar de Turkse overheid en het Turkse leger moeten wijzen als het gaat om een gebrek aan rechten, maar ook naar zichzelf: ‘Hoeveel gelijkheid is er in de Koerdische samenleving? In de gezinnen? In hoeverre worden Koerdische kinderen thuis gestimuleerd iets van hun toekomst te maken? Daar ligt veel werk, en ik voel me ontzettend nuttig als ik meehelp in projecten waarbij in families wordt geïnvesteerd, in kinderen, in de toekomst van ons volk. Zonder die inzet op democratisch niveau zijn de heilige doden in de bergen niets waard.’

Behalve een stad van emigranten uit de dorpen, stad van armoede en van Koerdisch verzet, is Diyarbakir ook een universiteitsstad van enige faam. Jongeren uit de hele regio komen studeren aan de Dicle Universiteit. Want studeren en jezelf proberen te verzekeren van een goede toekomst, dat is een andere manier om je te ontworstelen aan armoede en een ondergeschikte positie. Precies de keus die Celil Can Çetin (22) heeft gemaakt. Hij is vierdejaars tandheelkunde en totaal niet bezig met politiek. ‘Tandarts worden is niet mijn jongensdroom, maar ik kan er straks wel een inkomen mee verdienen. Dat is mijn belangrijkste doel. Mijn studie kost mijn familie veel geld, dus is het mijn verantwoordelijkheid zo snel mogelijk af te studeren en geld te gaan verdienen.’

Celil

Niet dat de Koerdische kwestie Can Çetin niet aan het hart gaat. ‘Ik ben voor Koerdisch onderwijs. Kinderen moeten hun moedertaal leren. Ik heb als kind Koerdisch geleerd, maar ben de taal verleerd toen ik als zevenjarige met mijn familie naar Antalya verhuisde. Dat vind ik heel erg. Maar als je in Antalya of elke willekeurige Turkse stad pleit voor Koerdisch onderwijs, ben je meteen een separatist. Terwijl ik absoluut geen separatist ben. Integendeel: ik voel me Koerd, maar ook Arabier omdat mijn moeder Arabisch is, en een beetje Turks omdat ik in Antalya ben opgegroeid en veel Turkse vrienden heb. Een beetje Turks ja. Ik houd wat afstand van dat deel van mijn identiteit omdat ik me door Turkije niet volledig geaccepteerd voel.’
Juist door zijn gemengde achtergrond – geen zeldzaamheid in zuidoost-Turkije – heeft Celil nog alle vertrouwen in de toekomst van de volken die al zo lang samenleven op Anatolische grond. ‘Maar Turkije zou zelf wel wat meer broederschap mogen tonen. Of in ieder geval meer vertrouwen moeten hebben in de wil van mensen om samen te leven. Turken zijn mijn broeders, ik wil niet van hen gescheiden worden. En ook niet van de rest van Turkije trouwens. Stel dat er een Koerdistan zou zijn, in wat voor land leef ik dan? Afgesloten, ongewild door de buurlanden. Nu kan ik, als ik wil, na mijn studie tenminste weg uit deze stad om ergens anders in Turkije een beter leven op te bouwen.’

Koerden: liever geen Koerdistan
Het is een hardnekkig misverstand dat een overgrote meerderheid van de Turkse Koerden een onafhankelijke Koerdische staat wil. Bekir Agirdir, onderzoeker bij Konda Research in Istanbul, publiceerde eind 2008 een groot onderzoek naar de identiteitsbeleving van Turkse Koerden en daaruit blijkt volgens hem dat slechts pakweg een vijfde van de ongeveer 15 miljoen Koerden in Turkije een onafhankelijk Koerdistan wil: ‘We hebben bijvoorbeeld aan de hand van stellingen gevraagd wat Koerden denken dat de oorzaak is van de problemen met Koerden in Turkije. Meer dan 90 procent gelooft dat dat komt doordat de overheid Koerden anders behandelt, nog iets meer Koerden geloven dat het komt doordat dat Koerden hun eigen identiteit willen uitdragen. Slechts 30 procent gelooft dat de problemen worden veroorzaakt doordat Koerden een eigen staat zouden willen.’
Uit het onderzoek bleek ook dat ongeveer de helft van de Koerden zich in de eerste plaats identificeert als Koerd, maar ongeveer evenveel Koerden zich in de eerste plaats moslim voelen. Voor ongeveer een derde is naast de Koerdische of islamitische identiteit ook de Turkse erg belangrijk.
Eind 2007 onderzocht een ander bureau of Turkse Koerden in een onafhankelijk Koerdistan in Noord-Irak zouden willen wonen. Slechts 1 procent zei zonder aarzelen te verhuizen, een overweldigende meerderheid van 95 procent antwoordde liever in Turkije te blijven.

DTP verboden?
Al ruim een jaar loopt er een rechtszaak tegen de pro-Koerdische DTP: de openbaar aanklager vindt dat de partij verboden moet worden wegens banden met de PKK en het propageren van separatisme. Mocht de partij nog voor de verkiezingen verboden worden, dan kunnen de DTP-kandidaten alsnog meedoen aan de verkiezingen, maar dan als onafhankelijke kandidaten. Overigens zal dat voor Diyarbakir’s DTP-burgemeester Osman Baydemir moeilijk worden: de openbaar aanklager eist tegelijkertijd een verbod op politieke activiteiten van verschillende prominente DTP’ers, onder wie Baydemir. Politiek analist Ahan Özkan denkt echter niet dat over de verbodszaak tegen de DTP nog voor de verkiezingen uitsluitsel komt: ‘Ik geloof dat er een stilzwijgende afspraak is tussen de AKP, de DTP en de aanklager om de DTP in ieder geval tot de verkiezingen overeind te houden. Het zou een ontzettend slecht signaal zijn een partij die belangrijk is bij de lokale verkiezingen op zo’n moment te verbieden. De Koerdische onafhankelijke kandidaten zouden het na zo’n verbod natuurlijk extra goed doen en de AKP zou stemmen verliezen. Niemand is nu bij een verbod gebaat.’

2 Comments »

2 Responses to “‘Ik vertrouw dit land niet meer’”

Comments

  1. osan jun 09 2009 / 9pm

    senin pkk strijders dediklerinin serefine sokuyum ben

Blog posts on this article

  1. Ondanks de leider at Journalist in Turkije apr 01 2009 / 4pm

    [...] Diyarbakir: groot succes voor de pro-Koerdische DTP, die de AKP met klinkende cijfers versloeg: 65% tegen 31%. Diyarbakir schijnt niet geslapen te hebben vannacht, maar wel gefeest. [...]

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel