Op 29 maart worden in Turkije lokale verkiezingen gehouden. Vooral in de zuidoostelijke Koerdische stad Diyarbakir wordt het een spannende strijd tussen de conservatieve regeringspartij AKP en de pro-Koerdische DTP. Knack vroeg Koerdische jongeren in Diyarbakir naar hún keuzes.
Tirvan (23): “Als de PKK me nodig heeft, ga ik”
Tirvan (niet zijn echte naam): “Ik voel me niet thuis in dit land. Niet geaccepteerd als Koerd. Je hoort wel eens mensen zeggen dat de problemen tussen Turken en Koerden in broederschap opgelost moeten worden, maar die broederschap voel ik helemaal niet. Premier Erdogan komt hier in verkiezingstijd mooie speeches houden over Koerden, maar in het parlement zegt hij een paar dagen later gewoon weer dat ‘iedereen in Turkije Turk is’. Voor ons wordt niets gedaan. Er is hier geen werk. Ik heb geen opleiding, geen baan, ik heb alleen mijn zieke moeder om voor te zorgen. Als zij sterft en ik ben nodig als strijder voor de PKK, dan ga ik.
Ik zie wel dat er vooruitgang is geboekt hoor, natuurlijk. Tien, twintig jaar geleden gold er in het zuidoosten een speciale veiligheidssituatie en kon de politie je zomaar uit het koffiehuis plukken. Van mensen die dat overkwam, hoorde je nooit meer iets. Toen kon je ook niet gewoon over straat, dat weet ik nog wel. Ging je ‘s avonds sigaretten halen, werd je meteen ondervraagd door agenten. Dat is nu allemaal niet meer. De Koerdische kwestie wordt opener besproken dan ooit en we hebben meer rechten gekregen. Maar dat is niet dankzij politici, maar dankzij de PKK. Als zij hun strijd dertig jaar geleden niet waren begonnen, waren we nooit zo ver gekomen.
We mogen nu Koerdisch praten, Koerdische muziek is niet langer verboden en de staatstelevisie is zelfs een Koerdische zender begonnen, maar dat is natuurlijk niet genoeg. Wist je dat Koerden samen met Turken gevochten hebben tijdens de Turkse onafhankelijkheidsoorlog, bijna honderd jaar geleden? Toen was er nog sprake van broederschap, maar nu al lang niet meer. Sinds de stichting van de republiek is het bestaan van Koerden ontkent. Veel Turken zien ons nog steeds als minderwaardig. Ik ga elk jaar, zoals veel mensen uit het zuidoosten, naar andere delen van het land om op de velden te werken. Katoen plukken, fruit plukken, dat soort werk. Turken in het zuiden en westen van het land kijken op ons neer, dat vóel je dan. Als zij óns niet als broeders zien, waarom moeten wij onze problemen dan wel in broederschap oplossen? Nee, het is nog geen tijd de wapens neer te leggen. De PKK is nodig om druk op de ketel te houden.
Ik heb toen ik nog jonger was wel op het punt gestaan de wapens op te pakken en me bij de PKK aan te sluiten. Ik zat in die tijd vaak wekenlang met mijn familie in de bergen, we hadden daar land en fruitbomen. De PKK zat daar ook, we hadden soms contact met ze. Ik voelde me bij hen op mijn gemak. Of ik spijt heb dat ik me in die tijd niet bij de PKK heb aangesloten? Ja, eigenlijk wel. Want wat heb ik nu? Geen opleiding, geen werk, geen doel in mijn leven. Vechten in de bergen had me een doel gegeven, ik had me een gelijke kunnen voelen.
Een onafhankelijk Koerdistan? Ik denk niet dat dat mogelijk is, ik denk dat de problemen binnen Turkije opgelost moeten worden. Een Turks identiteitsbewijs waar opstaat dat ik Koerd ben, dat wil ik. Maar als een onafhankelijk Koerdistan mogelijk zou zijn, ja dan zou ik het wel willen natuurlijk. Dan kan ik niet meer naar het westen en het zuiden van Turkije om daar te werken nee, dat niet. Maar ik zou me vrij voelen op mijn eigen grond.”
Celil (22): “Ik voel me ook een beetje Turks”
Celil Can Çetin: “Een paar jaar geleden had ik wel vertrouwen in de AKP, de regeringspartij. Ze wilden aansluiting bij de Europese Unie, het ging onder hen beter met de economie en ze wilden Koerden meer rechten geven. Maar er is allemaal zo weinig van terecht gekomen. Ik heb nooit op ze gestemd, en zal dat nu ook zeker niet doen. Ik stem DTP, die representeren de Koerden en dat is belangrijk.
Eigenlijk ben ik helemaal niet zo met politiek bezig. Ik studeer, ga elke dag van acht uur ‘s ochtends tot vier uur ‘s middags naar college en naar mijn stageplaats, en ‘s avonds zit ik vaak met mijn neus in de boeken. Nog anderhalf jaar, dan ben ik tandarts. Nee, dat was niet mijn jongensdroom, tandarts worden. Ik wilde politicologie studeren, maar ik realiseerde me op tijd dat ik daar geen werk mee zou vinden. Als tandarts vind je altijd wel werk. Mijn studie kost mijn familie veel geld, dus is het belangrijk dat ik zo snel mogelijk klaar ben en ga verdienen. Voor politiek heb ik dus gewoon geen tijd.
De DTP is de grootste partij in Diyarbakir en levert nu ook de burgemeester. De DTP doet goed werk, ze hebben allerlei sociale projecten en bieden bijvoorbeeld ook Koerdische taalcursussen. Dat is belangrijk, want kinderen moeten hun moedertaal leren, en voor Koerdische kinderen is dat Koerdisch. Ik heb de taal zelf als kind geleerd, maar ik verhuisde op mijn zevende met mijn familie naar Antalya en daar ben ik het weer vergeten. Dat vind ik heel erg. Nu woon ik weer in Diyarbakir en probeer ik het weer op te pikken via mijn vrienden. Dat valt nog niet mee. Koerden zijn nu zo verspreid over Turkije, dat eigenlijk elke stad cursussen Koerdisch zou moeten aanbieden. Maar ja, als je dat zegt, ben je meteen een seperatist.
Ik ben absoluut geen Koerdische nationalist, laat dat duidelijk zijn. Ik voel me Koerdisch, maar ik voel me ook Arabisch, want mijn moeder is Arabisch. En ik voel me ook een beetje Turk omdat ik in Antalya ben opgegroeid en veel Turkse vrienden heb. Ik hou een beetje afstand van mijn Turkse identiteit omdat ik me door Turkije niet helemaal geaccepteerd voel. Onze taal en cultuur worden niet volledig erkend, bijvoorbeeld in de grondwet, terwijl dat wel belangrijk is. Gelukkig heb ik genoeg Turkse vrienden die mijn rechten als Koerd ook verdedigen – op menselijk niveau gaat het tussen Koerden en Turken vaak prima, het zijn vooral politici die alles op de spits drijven. Ik ben trouwens geen uitzondering in zuidoost-Turkije, er zijn hier veel mensen met een gemengde achtergrond. Misschien dat daarom veel mensen de Koerdische kwestie toch liever oplossen binnen Turkije, in broederschap, zonder te streven naar een onafhankelijk Koerdistan. Ja, voor mij betekent die broederschap wel wat. We leven toch al eeuwen samen op deze grond, we horen hier toch allemaal thuis?
Stel je trouwens ook eens voor hoe dat eruit zou zien, een onafhankelijk Koerdistan. Gesloten grenzen waarschijnlijk, ongewild door de buurlanden. De zee buiten bereik, Istanbul buiten bereik. Wat voor toekomst zou je kunnen opbouwen in zo’n land?”
Kader (24): “Gedode PKK-strijders zijn voor mij heilig”
Kader: “Ik was veertien toen ik van de ene op de andere dag de politiek in wilde. Ik herinner het me nog precies: onze leider (PKK-voorman Abdullah Öcalan, red.) werd gearresteerd. Er ging een schokgolf door de Koerdische gemeenschap en het raakte mij ook heel erg, hoe jong ik ook was. Ik dacht meteen: nu moet ik iets doen voor mijn volk.
Ik wilde aan de slag voor een Koerdische vrouwenorganisatie, maar mijn vader en broers waren daar fel op tegen. Ik kom uit een traditionele Koerdische familie, wat betekent dat de mannen het voor het zeggen hebben. Ik heb alleen lagere school gehad, en een vrouw die zich wil ontwikkelen, daar houden Koerdische mannen niet van omdat het hun macht kan aantasten. Maar ja, Koerdische jongeren zijn koppig, dus ik ging toch. Nu werken we samen met de DTP van binnenuit aan de emancipatie van Koerden.
Van binnenuit, daarmee bedoel ik dat de Koerden niet alleen naar de Turkse overheid en het Turkse leger moeten wijzen als het gaat om een gebrek aan rechten, maar ook naar zichzelf. Hoeveel gelijkheid is er in de Koerdische samenleving? In de gezinnen? In hoeverre worden Koerdische kinderen thuis gestimuleerd iets van hun toekomst te maken? Daar ligt veel werk, en ik voel me ontzettend nuttig als ik meehelp in projecten waarbij in families wordt geïnvesteerd, in kinderen, in de toekomst van ons volk. Zonder die inzet op democratisch niveau zijn de heilige doden in de bergen niets waard.
Heilige doden, zo noem ik de gedode PKK-strijders ja. Dertig jaar gewapende strijd heeft de Koerdische kwestie op de agenda gezet. Er is al veel ten goede veranderd, maar het is nog lang niet genoeg. Een Koerdische staatszender, een gedeeltelijke opheffing van het verbod op de Koerdische taal, het zijn natuurlijk niet meer dan zoethoudertjes die niet in de buurt komen van wat echt nodig is: erkenning van de Koerdische identiteit in de Turkse grondwet, en een samenleving die Koerden niet langer als tweederangs burgers ziet. Daarvoor moet bijvoorbeeld ook het Turkse onderwijs veranderen, dat jonge Turken nu nog tot nationalisten vormt. En de oprichting van een onafhankelijke Koerdische staat? Nee, het gaat niet om grenzen. Het gaat erom dat wij, net als de Turken, al eeuwen op deze grond leven en simpelweg het recht hebben onze eigen cultuur te beleven.
In mijn familie is veel veranderd sinds ik politiek actief ben. Ik kan niet bijdragen aan het familie-inkomen omdat ik voltijd als vrijwilliger werk, maar ze hebben er inmiddels vrede mee. Door mij zijn ze zich bewuster geworden van hun Koerdische identiteit. Er wordt meer gepraat thuis, de sfeer is beter geworden en dat merken zij ook. Of ik niet minder vrijwilligerswerk kan doen en daarnaast een baantje nemen? Nee. Als je je inzet voor de strijd, moet je dat volledig doen. We krijgen een onkostenvergoeding van de DTP, en de mensen van de DTP-jongeren en van de vrouwenorganisatie zijn allemaal kameraden, ons geld is van iedereen, alles wordt gedeeld. Ik kom niets tekort.”
Over de verkiezingen
In het zuidoosten van Turkije zijn er maar twee partijen die ertoe doen: de conservatieve regeringspartij AKP (Rechtvaardigheids- en Ontwikkelingspartij) en de pro-Koerdische DTP (Partij voor een Democratische Samenleving). De AKP trekt veel Koerden aan omdat de partij haar wortels heeft in de politieke islam en veel Koerden gelovige moslims zijn. De AKP heeft een overweldigende meerderheid in het nationale parlement, en heeft het bij vorige (lokale en nationale) verkiezingen opvallend goed gedaan onder Koerden. Veel Koerden zijn echter teleurgesteld in de AKP: de economie van het zuidoosten sukkelt nog altijd, de werkeloosheid stijgt en ligt twee tot drie keer hoger dan in de rest van het land en er wordt geen werkelijke vooruitgang geboekt bij meer rechten voor Koerden. Zo ligt het werk aan een nieuwe Turkse grondwet, waarin volgens (onder andere) Koerdische politici de Koerdische identiteit volgens velen erkend zou moeten worden, alweer jaren vrijwel stil.
De grootste Koerdische stad in het zuidoosten, Diyarbakir, is al twee decennia in handen van de DTP en haar (verboden of ontbonden) pro-Koerdische voorgangers. Diyarbakir is de stad van het Koerdisch verzet. En bovendien de stad waar veel immigranten uit Koerdische dorpen naartoe trokken toen het in vorige decennia te gevaarlijk werd om op het platteland te wonen: de PKK en het Turkse leger bevochten elkaar keihard, het Turkse leger stak daarbij ook Koerdische dorpen in brand waarvan de bewoners bijvoorbeeld werden verdacht van samenwerking met de PKK. Veel van deze mensen zullen in het stemhokje vooral hun Koerdische identiteit laten spreken en DTP stemmen. Veel Koerden zijn echter ook overtuigde moslims, en wie zijn islamitische identiteit sterker laat spreken dan zijn Koerdische, komt in het stemhokje eerder bij de AKP uit. De algemene verwachting is dat de AKP wel een overwinning zal behalen in enkele stadsdelen van Diyarbakir, maar dat de DTP als algemeen winnaar uit de bus komt en opnieuw de burgemeester levert.
Overigens loopt er al ruim een jaar een rechtszaak tegen de DTP, die volgens de openbaar aanklager verboden moet worden wegens seperatisme en banden met de PKK. De algemene verwachting is dat het niet voor de verkiezingen tot een uitspraak zal komen.
Recente reacties