‘De massagraven van Soma’, zegt Veli Encü, ‘en de pijn die de mensen daar nu hebben en hun tranen, herinneren ons aan onze eigen pijn. We beleven de massamoord van Roboski opnieuw.’
Veli Encü is één van de mensen die veel familieleden verloor in het bombardement van Roboski, in Nederland beter bekend als het bombardement van Uludere – Roboski is de onofficiële Koerdische naam van één van de dorpen waar veel slachtoffers vandaan kwamen, Uludere de officiële Turkse naam. Bij dat bombardement door het Turkse leger, op 28 december 2011, kwamen 34 burgers, waarvan 19 minderjarigen, om het leven. Veli Encü is ook het hoofd van een stichting die gerechtigheid zoekt voor de slachtoffers van het bombardement. Hij en een aantal dorpelingen gaan eind deze week van hun dorp in de provincie Sirnak, in het zuidoosten van Turkije, op weg naar het West-Turkse mijnstadje Soma. Ze willen de nabestaanden van de mijnramp hun medeleven betuigen.
Maar de gedeelde pijn is niet de enige parallel tussen de rampen in Soma en Roboski. Ook in de manier waarop de AKP-regering van premier Erodgan omgaat met het verlies van mensenlevens en met de eigen verantwoordelijkheid, lijken Soma en Roboski op elkaar. Beide gebeurtenissen leggen staatsreflexen bloot.
Recente reacties