Steeds meer illegale immigranten proberen via Turkije de Europese Unie binnen te komen. Ze steken stiekem de grens met Griekenland over. Europa doet haar best de immigranten tegen te houden.
Ineens wordt het rumoerig op de binnenplaats van het ‘detentiecentrum’ voor immigranten in Griekenland. Een stuk of vijftig jonge mannen mogen vandaag weg uit het centrum en ze verdringen zich voor het hek dat elk moment open kan gaan. Muhammad Gul, een jongen van 16, staat er ook tussen. Op de vraag waar zijn familie is, zegt hij: ‘In Afghanistan. Ik ben hier alleen.’
Het detentiecentrum ligt bij het plaatsje Fylakia, in Noordoost-Griekenland, dichtbij de grens met Turkije. Veel immigranten uit bijvoorbeeld Afghanistan, Pakistan en Somalië gaan éérst naar Turkije, en steken dan de grens met Griekenland over. Dan zijn ze in de Europese Unie, de bestemming van hun lange reis. Als ze bij het oversteken van de grens worden gesnapt, brengt de politie ze naar het detentiecentrum. Daar worden ze geregisteerd.
Vier nachten geleden opgepakt
Tot oktober kwamen hier elke nacht wel driehonderd ‘illegalen’ over de grens. Turkije wordt steeds populairder als land om de grens met de EU over te steken. Het land grenst aan landen waar veel vluchtelingen vandaan komen (Iran, Irak) en Iran grenst bijvoorbeeld weer aan Afghanistan en Pakistan. Ook vanuit Afrika kun je via een paar andere landen in Turkije komen. Turkije bewaakt haar grenzen niet goed. Het is niet zo moeilijk om er binnen te komen, en ook niet om de grens met de EU over te glippen. Maar Europa vindt het genoeg geweest: bijna tweehonderd grensbewakers uit verschillende Europese landen helpen de Griekse politie nu de immigranten tegen te houden.
Sinds de Europese grensbewakers de Grieken helpen, komen er nog maar ongeveer tachtig illegalen per nacht de grens over. Muhammad Gul, de 16-jarige Afghaan, is vier nachten geleden opgepakt. ‘Ik ben eerst naar Iran gereisd, toen naar Turkije, en nu ben ik in de Europese Unie.’ De reizigers moeten mensensmokkelaars, die de beste routes kennen, betalen. Muhammad: ‘Mijn ouders hebben ongeveer 6000 dollar betaald.’ Dat is 4400 euro.
Muhammad is de oudste van zes kinderen. Hij heeft twee zusjes en drie broertjes. Door hun oudste zoon naar Europa te sturen, hopen zijn ouders op een betere toekomst voor hem én voor hun andere kinderen. ‘De eerste vijf jaar in Europa zijn het moeilijkst, heb ik gehoord’, vertelt Muhammad. Maar hoe dat precies zit, weet hij niet. Hij gaat, zoals iedereen hier, eerst naar de Griekse hoofdstad Athene. Daar wil hij geld verdienen en dan door naar een ander Europees land. ‘Ik heb in Iran en in Turkije in een hotel gewerkt, zulk werk wil ik ook zoeken in Athene.’
‘Ik ben wel wat gewend’
Dat er al duizenden immigranten in Athene zijn en zelfs de Grieken moeilijk werk kunnen vinden omdat het in Griekenland economisch niet zo goed gaat, weerhoudt hem niet: ‘Het is moeilijk in Europa, maar in mijn land is het nóg moeilijker. Er is geen werk en het is gevaarlijk. Ik ben wel wat gewend.’
Ietsje van de groep af staat ook veel jongere jongen. De groep roept dat hij achttien is, maar hij is duidelijk veel jonger. Hij komt erbij staan. Hij heet Ashraf Mohammad en zegt dat hij twaalf is. Hij is zonder familie uit Afghanistan gekomen.
Ashraf praat zachtjes: ‘Het was een moeilijke reis, het duurde twee maanden. Maar ik hoefde niet te werken onderweg want mijn ouders hadden me genoeg geld meegegeven.’
Ashrafs ouders hebben geld moeten lenen om hun zoon te laten vertrekken. ‘Ik heb een oom in Londen’, zegt hij. ‘Daar moet ik van mijn ouders naartoe. Bij hem heb ik een betere toekomst dan in Afghanistan.’ De jongens om hem heen zijn allemaal ouder, tussen de 16 en 27 jaar ongeveer. Ze zijn een beetje jaloers op Ashraf omdat hij nog zo jong is. Eén van hen zegt: ‘Hij kan misschien in Londen naar school en een goeie opleiding krijgen. Daar zijn wij al te oud voor, wij kunnen alleen nog werken.’
Ashraf heeft nog maar twintig dollar: te weinig voor de bus naar Athene. Hij wil met de trein, dat is goedkoper. Hoe hij daarna van Athene naar Londen komt, weet hij nog niet. Eerst maar eens geld verdienen.
Wanneer heeft hij zijn ouders voor het laatst gesproken? ‘Twintig dagen geleden’, zegt hij. ‘In Turkije lukte het steeds niet om verbinding te krijgen en hier in het centrum is geen telefoon.’ Het is het eerste wat hij gaat doen zodra hij in Griekenland een telefooncel ziet: naar huis bellen. En dan: op naar Londen. Denkt hij dat het allemaal gaat lukken? Hij haalt zijn schouders op, lacht verlegen en loopt weg.
Een leven als illegaal
Mogen de immigranten dan in Europa blijven? Eigenlijk niet. Als ze weg gaan uit het detentiecentrum, krijgen ze een brief mee waarin staat dat ze Europa binnen dertig dagen moeten verlaten. Maar dat doet natuurlijk niemand. Voor Europa is het te ingewikkeld en duur om iedereen terug te sturen naar zijn eigen land. Deze jongens gaan dus een leven als illegaal tegemoet. Maar Muhammad heeft hoop dat het goed gaat komen met hem in Europa. ‘Ik wil werken, geld verdienen, verder niets. Daar is toch niets mis mee?’
Het is tien uur ’s ochtends. Muhammad stapt in een bus die naar Athene gaat. Kost 60 euro, en dan is zijn geld zo’n beetje op. Zijn bed in het detentiecentrum wordt overgenomen door een andere immigrant: een uurtje eerder werd een nieuwe groep jonge mannen – en één jonge vrouw – binnengebracht.
Recente reacties