Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Als Turkije bij de EU hoort, zo vrezen nogal wat Europeanen, komen er natuurlijk hordes Turken naar de EU voor werk. Feit is: de Turkse economie groeit hard, het land ontwikkelt zich snel en zeker wie hoger opgeleid is, heeft maar weinig reden het land te verlaten. Ook voor hogeropgeleide vrouwen ligt de toekomst in Turkije.

Fotografie: Allard de Witte

mca1.jpg

(Sebnem Nantu)

Vrijdagavond, club Angelique in Ortaköy, een uitgaanswijk in Europees Istanbul. Het is najaar, maar de avondlucht is nog warm. Dus is het druk op de dansvloer, die in de open lucht pal aan de Bosporus ligt en bereikbaar is via enorme opengeschoven wanden. Vrachtschepen, veerponten en plezierbootjes varen langs, eerder die avond knalde er al vuurwerk boven de grote verlichte Bosporusbrug waarop je vanaf Angelique’s dansvloer een prachtig uitzicht hebt.
Esra Özbey (38) zit binnen met een vriendin aan de bar. Ze komt geregeld in Angelique. Ze werkt bij Dogan, een mediagroep met meer dan dertig tv-kanalen, waar ze de scepter zwaait over alle interactieve contacten met kijkers en waar ze ook in de Raad van Bestuur zit. Daarnaast is ze alleenstaand moeder van een zoon van zeven. Haar opleiding en carrière hebben haar al naar de Verenigde Staten en Azerbeidzjan gevoerd, maar in de Turkse hoofdstad is ze toch het meest in haar element. “Turkije ontwikkelt zich snel de laatste jaren en ik wil daaraan bijdragen én er de vruchten van plukken. Natuurlijk heb ik er wel eens aan gedacht om naar Europa te verkassen en ik heb daarvoor ook wel kansen gehad, maar wat moet ik in Duitsland, Nederland of Spanje? In Europa is alles zo… geregeld. Dat past niet bij me, ik heb het jonge en dynamische nodig dat Turkije me geeft.”

Kortgerokt en hooggelaarsd

Esra voldoet bepaald niet aan het stereotype beeld dat veel Nederlanders hebben van een Turkse vrouw – sleutelwoorden ‘ongeschoold’, ‘hoofddoek’ en ‘afhankelijk van haar man’. De week erna op haar werk loopt Esra er kortgerokt en hooggelaarsd bij, haar kapsel krult er uitbundig op los, en met een uitstraling een lid van de Raad van Bestuur waardig knoopt ze, ontelbare televisiestudio’s in- en uitlopend, met werknemers en gasten in allerlei televisieshows gesprekken aan. Ze vormt een mooi contrast met een conservatieve korangeleerde die in een religieus programma optreedt en die haar tussen de opnames door vriendelijk te woord staat over zijn bijdrage aan het programma.
“Dit is het Turkije dat veel Europeanen niet kennen”, zegt Esra naderhand. “Een modern land waarin mensen met verschillende meningen en achtergronden elkaar respecteren en samenwerken. Volgens mij denken veel Europeanen nog steeds dat Turkije een soort ontwikkelingsland is, waar vrouwen nauwelijks rechten hebben en vooral hun man volgen.”

Een florrisanter bestaan

Misschien ligt dat beeld inderdaad ten grondslag aan de weerstand die veel Europeanen voelen tegen de toekomstige toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Eén van de angsten is dat Europa ‘overspoeld’ zal worden door Turken op zoek naar werk. Hoewel het nog maar de vraag is of Turken inderdaad gebruik zullen mogen maken van het Europese principe ‘vrij verkeer van personen’, is de angst deels misschien niet onterecht: nog steeds dromen veel Turken van een florrisanter bestaan in Europa. Maar deels is het ook een nogal arrogant toekomstscenario: alsof alle Turken erop zitten te wachten zich in Europa te vestigen. En alsof er in Turkije niets te halen valt. Je zou kunnen zeggen: integendeel.
De Turkse economie groeit hard: de afgelopen jaren met zo’n 7,5 procent per jaar, tegenover een Europese economische groei van slechts ongeveer 2 procent. De Turkse bevolking is jong, tegenover een vergrijzend Europa. Hoogleraar sociologie Yildiz Ecevit van de METU Universiteit in Ankara, die zich al vijfentwintig jaar verdiept in het thema ‘vrouwen en werk’: “Op het moment groeit de Turkse economie harder dan de werkgelegenheid, maar dat zie ik de komende jaren wel veranderen. Er liggen toekomstkansen in Turkije.”

mcc1.jpg
(Ayşenur Erisik)

Ayşenur Erisik (37) komt geregeld in Europa. Ze werkt in Etiler, een Istanbulse zakenwijk, als IT-specialist bij computergigant Intell. Dichtbij haar werk torent het hypermoderne winkelcentrum AK Merkez de hemel in. Ayşenur winkelt er graag of haalt er een kop koffie bij Starbucks. Ze woont met man en kind in een buitenwijk van de stad. En een paar keer per jaar pakt ze het vliegtuig naar de Verenigde Staten of een Europees land, op zakenreis. Dan merkt ze de verbazing over het feit dat de Turkse delegatie onder andere uit jonge, moderne vrouwen bestaat. “Niet zo verwonderlijk misschien”, zegt ze, “want Europeanen kennen vooral Turkse immigranten die van het platteland komen, maar ik vind het soms toch vervelend. Er leven in Europa zoveel vooroordelen tegen Turken; zelfs als je een goede opleiding en een carrière hebt, zoals ik, voel je die.”

Geld verdienen en weer uitgeven

Ayşenur’s man heeft een tijdje in de Verenigde Staten gewerkt en destijds overwoog ze daar ook een baan te zoeken. “Maar ik ben blij dat ik het niet gedaan heb. Sommige studiegenoten van me zijn wel geëmigreerd naar de VS of naar Europa. Ze gingen allemaal tijdelijk maar voor hen is het nu moeilijk werk te vinden in Turkije omdat ze een tijd niet in het land geweest zijn. Mijn man en ik zijn van Ankara naar Istanbul verhuisd, omdat hier meer werk is. Ik kan je vertellen: die overgang was al groot genoeg. Ankara is veel kleiner, de bevolking niet zo enorm divers als hier in Istanbul. In Istanbul wonen is duurder, en vermoeiender omdat de afstanden zo groot zijn en het verkeer verschrikkelijk.” Toch, zegt ze, is ze hier op haar plek: het doet haar goed geld te verdienen en het weer uit te geven in Turkije en zo bij te dragen aan de ontwikkeling van haar land.

Ayşenur snijdt een belangrijk punt aan: de toekomstkansen voor hoger opgeleide Turken, en dan vooral vrouwen, liggen in Istanbul. In de hoofdstad Ankara kun je vooral terecht als je een overheidscarrière ambieert, in andere steden is het nog steeds niet best gesteld met de werkgelegenheid. Hoogleraar Ecevit: “Het aantal banen groeit vooral in de dienstensector, en die concentreert zich in Istanbul. Die sector – banken, media, horeca, computertechnologie – biedt hogeropgeleide vrouwen kansen, tenminste, als ze bereid zijn fulltime te werken.”
De statistieken geven haar gelijk: het Platform Vrouwen en Werk becijferde dat in 2006 37% van de werkende vrouwen in de dienstensector werkte, tegenover 17% in 1999. Het aandeel van vrouwen in de landbouw neemt af en ook het aantal werkende vrouwen in totaal neemt af. Maar dat laatste komt vooral door verstedelijking: laagopgeleide vrouwen die in de dorpen nog geteld werden als ‘meewerkende familieleden’ in bijvoorbeeld het boerenbedrijf, worden na hun emigratie naar de stad niet meer als werkend maar als huisvrouw geregistreerd.

Nachtmerrie

Over de werkgelegenheid buiten Istanbul is Ecevit minder hoopvol. Hoger opgeleide vrouwen in doorsnee Anatolische steden komen simpelweg niet aan de bak in hun eigen vakgebied, zegt ze: “Ik zie het aan mijn studenten. Voor hen is het vinden van werk in hun eigen vak, de sociologie, een ware nachtmerrie. Natuurlijk helpt het om academisch geschoold te zijn, maar er zijn er maar weinig die een baan op hun niveau vinden.”
Verhuizen naar Istanbul is een optie, maar daarvoor moet je stevig in je schoenen staan. Veel mensen beproeven hun geluk in de metropool, het leven is er pakweg twee keer zo duur als elders in het land en hoewel de kansen beter zijn, liggen de banen-op-niveau er nou ook weer niet voor het oprapen. Ayşenur Erisik zegt dat ze een jaar nodig heeft gehad om een beetje gesetteld te raken in Istanbul: “Het is uitdagend om hier je leven op te bouwen, maar het is ook vechten. Wat het extra moeilijk maakt, is dat zowel mijn man als ik onze familie niet meer in de buurt hebben. Dat zou me toch veel steun gegeven hebben. Ook in praktische zin hebben we ze gemist. Kinderopvang is hier erg duur. Onze dochter gaat nu naar school; een privéschool, die hier ook al veel duurder is dan elders in het land. Gelukkig duurt school tot het eind van de middag en wordt ze thuisgebracht. Het leven van mij en mijn man is superstrak gepland omdat we nauwelijks op iemand anders kunnen terugvallen.”

mca2.jpg
(Sebnem Nantu)

Volgens hoogleraar Ecevit zou de oplossing een uitbreiding van de werkgelegenheid zijn. Daar moeten politiek en werkgevers de komende jaren voor gaan zorgen, een handje geholpen door de groeiende economie. Naar Europa gaan om te werken, vindt ze een slecht idee. “Dat heeft een eerdere generatie al gedaan en ik geloof niet dat die er gelukkiger van zijn geworden”, zegt ze. “Destijds vertrokken de lageropgeleiden, maar voor de hogeropgeleide Turken nu heeft Europa eigenlijk ook niet veel te bieden. Stel je een academisch geschoolde vrouw uit Istanbul voor die naar Parijs, Kopenhagen of Amsterdam gaat. Wat gaat ze daar voor goeds vinden wat Istanbul niet heeft? Turkije, en zeker Istanbul, is zoveel levendiger, dynamischer, jonger. We moeten erin investeren mensen hier meer kansen te bieden, ook buiten Istanbul. Helemaal voor vrouwen, die traditioneel voor de kinderen zorgen en wat dat betreft nog nauwelijks hulp krijgen van de overheid of het bedrijfsleven.”

Vrijheid

Toekomstkansen, dat is ook waar Şebnem Nantu (30) op hoopt. Op het moment staat haar leven nog niet echt op de rails. Ze heeft weliswaar een baan als verkoopster in een kunsthandel en verdient ‘s avonds nog wat bij als docent Engels, maar ze heeft als afgestudeerde in massacommunicatie meer in haar mars. Punt is: ze is net een half jaar terug uit Londen, waar ze bijna vijf jaar woonde. Voorheen woonde ze in Ankara en ze studeerde in Izmir, maar Istanbul biedt haar, zegt ze, meer kansen. “En ook meer kansen dan welk Europees land dan ook me kan bieden”, zegt ze fel.
Ze vertrok naar Engeland als au pair. Met haar ‘groene paspoort’, een speciaal Turks paspoort dat haar vader als hogere ambtenaar ook voor zijn kinderen kon krijgen, kan ze makkelijker naar Europa reizen dan andere Turken, en wist ze haar visum een aantal keren te verlengen. “Ik had niet de intentie voor altijd in Engeland te blijven. Het leek me gewoon spannend als vreemdeling ergens binnen te komen en een bestaan op te bouwen.” Ze wilde vooral uit Turkije weg om te ontkomen aan haar bemoeizieke moeder en aan de druk van haar familie om een nette baan en dito man te zoeken en zich volgens de regels te settelen. “Ik hoopte dat Europa me de vrijheid zou geven die ik in Turkije niet vond.”

In een hokje

Dat viel tegen: haar Turkse universitaire graad bleek in Londen niets waard, op buitenlandse werknemers zat niemand te wachten, en ze verviel in tijdelijke ongeschoolde baantjes. Na haar tijd als au pair werkte ze in café’s, als schoonmaakster en als verzorgster van een ziekelijke oude dame. “Het lukte me niet onderdeel te worden van het Britse leven. Ik had het gevoel dat ik snel in een hokje werd gestopt. Nationaliteit, religie en sociale positie, daarop werd ik beoordeeld. Nu ben ik helemaal niet religieus, maar ik kom natuurlijk uit een moslimland en mijn sociale positie was in Londen niet zo sterk. Dus hoorde ik er niet bij.”
Dat drong pas echt tot haar door toen haar visum definitief niet meer werd verlengd en ze terug moest naar Turkije. “Van jonge vrouw met een academische opleiding en goede toekomstperspectieven, was ik ineens een laagbetaalde bijna-illegaal zonder rechten geworden.” Nu woont ze in Üsküdar, aan de Aziatische kant van de stad, de wijk waar ze ooit geboren werd. Şebnem: “Helemaal terug naar mijn roots en van daaruit opnieuw beginnen, dat leek me wel wat.”

Teruggaan naar Europa, Şebnem piekert er niet over. Niet naar Engeland, maar ook niet naar een land als Nederland, waarvan ze de taal niet eens kent. “Je schijnt ook eerst Nederlands te moeten kennen voor je een verblijfsvergunning kunt krijgen. Gelegaliseerde discriminatie noem ik dat. Europa is zó arrogant.”

Wel de lusten

Zoals Europeanen niet zitten te wachten op Turkije als EU-lid, zo is Europa niet populair in Turkije. Een paar jaar geleden nog wel. Eind 2004, toen Turkije officieel kandidaat-lid werd van de EU, was ruim tweederde van de Turken voorstander van Turkse aansluiting bij de EU. Dat cijfer is nu gedaald naar eenderde. En dat heeft veel met die ‘arrogantie’ van Europa te maken. Veel Turken geloven dat Europa Turkije niet écht als lid wil en hebben het gevoel dat Europa steeds nieuwe eisen stelt aan het Turkse lidmaatschap. Daar komt nog bij dat Turken zich afvragen wat ze nou precies opschieten met het EU-lidmaatschap. Dat sluit in zekere zin wel aan bij wat Esra Özbey en hoogleraar Ecevit eerder te berde brachten: Europa is oud, log en traag, en heeft allerlei redenen om Turkije erbij te willen waar de Turken zelf niet direct bij gebaat zijn. De jonge bevolking zou het vergrijzende Europa verjongen, Turkije – met een economie die harder groeit dan die in welk ander Europees land ook – is een enorme afzetmarkt voor Europese producten en diensten, het land kan een brug vormen tussen Europa en de islamitische wereld. Maar als het gaat om punten waar Turken wat aan zouden hebben, zoals vrij verkeer van  personen, dan wordt er meteen over beperkingen gesproken. Kortom: Europa wil in Turkse ogen wel de lusten, niet de lasten.

mcb1.jpg
(Esra, rechts)

Het lawaai van het cappuccino-apparaat maakt praten even onmogelijk in de kunsthandel waar Şebnem werkt. Met haar opvallende, uitbundige manier van kleden vormt ze een mooi geheel met de grotendeels fel gekleurde schilderijen om haar heen. De handel specialiseert zich in kunst van Istanbulse kunstenaars; op de tafels waaraan koffie geserveerd wordt liggen ook sieraden te koop van Istanbulse ontwerpers. Het is dinsdagochtend en rustig in de winkel. “Ik werk hier zes dagen per week. Elke ochtend ga ik om 7 uur de deur uit, richting de pont. Ik zit graag op het bovendek, buiten, met een kopje thee. Beetje mensen kijken, van het zicht op de Bosporus en de stad genieten, langzaam wakker worden. Turkije is ruwer dan Engeland en waarschijnlijk ruwer dan de meeste Europese landen, maar ik vind dat wel prettig. What you see is what you get. In Londen leek alles aan de buitenkant zo mooi, maar was het leven minstens net zo hard.”
Ze zou willen dat Turkije zich wat sterker opstelde tegenover de Europese Unie. Haar land, zo stelt ze, lijkt wel een hondje dat voor een dichte deur zit te wachten op wat eten: “Maar het krijgt pas een hapje als het zich precies zo gedraagt als de baas het wil.” Turkije, vindt ze, zou meer in haar eigen kracht moeten geloven, en zich niet moet ontwikkelen omdat Europa dat wil maar omdat ze het zelf wil en kan. “We hoeven ook niet alleen op Europa gericht te zijn. Waarom niet meer samenwerken met landen in de regio, of met andere economieën die hard groeien, zoals India en China? De economische groei van nu realiseren we toch ook zonder EU-lid te zijn? We moeten ophouden ons als schoothondje te gedragen.”

Een verloren liefde

Esra Özbey is het daarmee eens, al is ze geen uitgesproken tegenstander van het EU-lidmaatschap. “We zullen uiteindelijk wel lid worden, daar twijfel ik niet aan. Maar Turkije verspilt nu te veel energie aan het najagen van voorwaarden waaraan voldaan moet worden en het zoeken van balans tussen externe eisen en wat de bevolking wel en niet wil.”
Het heeft parallellen met haar eigen leven, zegt ze. “Ik joeg altijd vooral mijn zakelijke ambities na. De laatste twee jaar ben ik veel met mijn eigen ontwikkeling bezig geweest, naar aanleiding van een verloren liefde die me volledig van mijn stuk bracht. Ik heb me psychologisch en spiritueel ontwikkelt en dat heeft me zoveel sterker gemaakt. Ik ben in balans met mezelf. En ik weet nu ook dat ik niet voor niets in Turkije geboren ben. Ik hoor hier, en nergens anders. Mijn ziel, zoals ik het noem, moet zich ontwikkelen. Waar kan dat beter dan in mijn eigen land?”

No Comments »

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel