Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Turkije probeert met een nationaal actieplan haar asielwetgeving op één lijn te brengen met Europa. Ondertussen leven asielzoekers die hun toevlucht in Turkije zoeken in een juridische en maatschappelijke woestenij.

Verschillende Turkse kranten spraken er schande van, dit voorjaar: in Didim, een plaatsje aan de Turkse westkust, bivakkeerden 65 mensen in de tuin van een overheidsgebouw. Vluchtelingen uit de Palestijnse Gebieden, Eritrea, Somalië en Irak waren het. De foto’s logen niet: er waren kinderen bij. En ondanks de van overheidswege verstrekte dekens en matrasjes, hadden die kinderen het ‘s nachts koud, schreven de kranten met dikke letters. En, zo schreven ze verder, dat de overheid deze mensen geen fatsoenlijk onderdak bood, kon gerust een schande heten.
Alsof het hier een uitzondering betrof. De Turkse overheid zorgt nooit voor onderdak voor vluchtelingen, en liet zich dus al van haar humanitairste kant zien door dekens en matrassen uit te delen. Het werkelijk uitzonderlijke aan de situatie in Didim was dat de beroerde positie van vluchtelingen in Turkije zelden zo zichtbaar was. Meestal verblijven – wonen kun je het niet noemen – vluchtelingen in een krot in een verpauperde wijk van Istanbul, of met hele gezinnen in oude, donkere en stinkende bedrijfsverzamelgebouwen in afgelegen Anatolische steden.

Ze halen de krant ook nog wel eens nadat ze dood gevonden zijn. In zee tussen Turkije en Griekenland bijvoorbeeld (ook de 65 vluchtelingen in Didim waren onderweg naar een Grieks eiland toen hun bootje het begaf). Of ergens in een weiland, gedumpt door smokkelende vrachtwagenchauffeurs die ineens ontdekten dat ze geen levenden meer vervoerden maar doden. Of in het bergachtige gebied tussen Iran en Turkije – daar worden ze soms in het voorjaar in bevroren toestand gevonden door herders die hoog in de bergen met hun kuddes weides bereiken waar de sneeuw net gesmolten is.

Nergens recht op

Het klinkt ongelooflijk, maar het is waar: volgens de Turkse regels zijn asielzoekers Europeanen die bescherming nodig hebben. Wie asiel wil en uit een niet-Europees land komt, vangt automatisch bot. Het is het wonderlijke uitvloeisel van de zogeheten ‘geografische limiet’ die Turkije sinds 1967 hanteert bij de Geneefse Conventie (het Vluchtelingenverdrag) uit 1951. Destijds besloten meer landen tot het afbakenen van het gebied van waaruit ze asielzoekers zouden opnemen, maar alleen Monaco en Turkije houden er nog steeds aan vast.
Gevolg: asielzoekers doorlopen een procedure bij de vluchtelingenorganisatie van de VN, de UNHCR, die verschillende kantoren heeft in Turkije. En in de maanden (of jaren) dat die duurt, hebben ze nergens recht op. Geen recht op onderdak, geen recht op inkomen, geen recht op gezondheidszorg. Wel moeten ze elk half jaar voor elk gezinslid een verblijfsvergunning kopen à 300 lira (ongeveer € 150,-). Worden ze door de UNHCR als vluchteling erkend, dan gaan ze een volgende procedure in: vestiging in een ‘derde land’, meestal Canada, de Verenigde Staten of Australië. In Turkije blijven is uitgesloten, vanwege die geografische limiet. Probleem: is er eenmaal een derde land gevonden dat de vluchteling wil opnemen, dan laat Turkije hem of haar pas gaan als voor het volledige verblijf in Turkije verblijfsvergunningen zijn betaald. Wat voor een gezin kan oplopen tot duizenden lira’s. Zolang die niet zijn voldaan, moet de vluchteling in Turkije blijven – en lopen de kosten voor de verblijfsvergunning verder op.

Openluchtgevangenis

‘Turkije zou wat asielzoekers en vluchtelingen betreft meer verantwoordelijkheid moeten nemen.’ Vindt Metin Çorabatir, woordvoerder van het hoofdkantoor van de UNHCR in de Turkse hoofdstad Ankara. ‘Een geografische limiet past niet bij een land dat zo’n actief lid is van de internationale gemeenschap en op het moment zelfs een niet-permanente zetel in de VN Veiligheidsraad bezet.’
De situatie nu, zegt Çorabatir, is ‘messy’. Net nog, kreeg hij een telefoontje van een Irakees. Door de UNHCR als vluchteling erkend en nu wachtend op hervestiging in een derde land. ‘De mensen met wie hij een huis deelt, ook Irakezen, vertrekken binnenkort naar Canada. Hij heeft ook een aanvraag voor Canada ingediend, maar nu blijkt Canada voor dit jaar de limiet aan uitgenodigde asielzoekers al bereikt te hebben. Die Irakees komt dus dit jaar niet meer weg. Nog een jaar zonder rechten, nog een jaar zonder de kans een nieuw leven op te bouwen. Turkije is voor asielzoekers toch eigenlijk een openluchtgevangenis.’

Sinds 2005 heeft Turkije een ‘nationaal actieplan’ betreffende asielzoekers. Een groepje ambtenaren op het Ministerie van Binnenlandse Zaken is vrijgemaakt om te zorgen dat het land asielwetgeving krijgt die voldoet aan Europese standaarden. Een flinke operatie, want behalve een wet, moet er een asielinfrastructuur komen: aanmeld- en opvangcentra, het opleiden van personeel en ambtenaren, het voorlichten van de bevolking. Nederland helpt daar vanaf september dit jaar intensief bij (zie kader). Onvermijdelijk slotakkoord: het schrappen van de geografische limiet.

De Turkse angst

Oorspronkelijk stond dat voor 2012 op de rol, maar het is inmiddels tot nader order uitgesteld. Angst, zegt hoogleraar migratie Ahmet Içduygu van de Istanbulse Koç Universiteit: ‘Turkije is bang voor een enorme toeloop aan vluchtelingen als ze eenmaal vestigingsland worden. Logisch: Turkije grenst direct aan Irak en Iran, en ook Afghaanse vluchtelingen komen via Iran in Turkije aan. Precies de landen waar al decennia lang veel vluchtelingen vandaan komen.’ Het aantal asielzoekers dat bij de UNHCR in Turkije asiel aanvraagt, is stijgende:  in 2008 waren het er zo’n 13.000, tegenover 4.550 in 2006. Ter vergelijking: in Nederland vroegen in 2008 zo’n 15.000 mensen asiel aan.

Een diepere Turkse angst komt voort uit de moeilijke relatie met de EU. De onderhandelingen over toetreding zijn in 2005 geopend met als uiteindelijke uitkomst de toetreding van Turkije, maar sindsdien is er veel veranderd. Invloedrijke landen als Frankrijk en Duitsland zien Turkse toetreding ondertussen helemaal niet meer zitten, de Europese bevolking heeft bij de laatste verkiezingen laten zien niet op uitbreiding van de EU te zitten wachten en de Turken zijn ook al lang niet meer zo enthousiast als voorheen. Kortom: wat als Turkije de geografische limiet opheft en vervolgens tóch geen lid wordt? Dan grenst de EU aan een land waar asielzoekers met een schoon geweten buiten de deur gehouden kunnen worden. Precies daarom heeft Turkije besloten de geografische limiet pas op te heffen als de toetredingsdatum tot de EU er onwrikbaar ligt. ‘De EU’, zegt Içduygu, ‘erkent de Turkse angst te weinig. Je kunt niet aan de ene kant eisen dat Turkije de limiet opheft, en tegelijkertijd Turkije als lid van de EU op afstand houden.’

Vele kleine weggetjes

Van, een stad in het oosten van Turkije met een half miljoen inwoners, ligt nog geen honderd kilometer van de Iraanse grens. In de stad wijzen vele bordjes richting ‘Iran’, die allemaal de weg wijzen naar de enige weg die rechtstreeks en ongestoord naar het buurland leidt. De vele kleine weggetjes in het onherbergzame gebied, dat van de herfst tot het voorjaar bedekt is onder een dikke laag sneeuw, zijn vergeven van de gendarmes. Wie hier niets te zoeken heeft – journalisten met officiële persaccreditatie incluis – dient rechtsomkeert te maken naar de stad. En asielzoekers die juist deze weggetjes gebruiken om Iran te verlaten, die worden soms letterlijk húp weer over de grens terug gezet. Wat ingaat tegen de afspraak die de Turkse overheid heeft met de UNHCR: iedereen die kennelijk asiel wil aanvragen, moet gewezen worden op de mogelijkheid zich te melden bij één van de UNHCR-kantoren in Turkije.

Glinsterende sieraden

Van heeft zo’n kantoor. Dus strijken asielzoekers uit Iran en Afghanistan die de gendarmes weten te ontlopen, juist hier neer. Zij kleuren de stad, vooral de vrouwen uit Iran: waar Turkse vrouwen met hoofddoek in dit deel van het land doorgaans kiezen voor grijze ingetogenheid, springen de Iraanse eruit met hoofddoeken in knalkleuren die het haar maar half bedekken, met make-up en glinsterende sieraden.

Wat heftig contrasteert met hun behuizing. In een straat in het centrum van de stad blijkt een stalen deur, ingeklemd tussen twee winkels, de ingang te zijn van een groot pand dat werd gebouwd voor kleine bedrijven. Nu wonen er asielzoekers opeengepakt. De muren van de kantooreenheden, negen tot twaalf vierkante meter groot, zijn ooit roze geverfd, maar inmiddels smoezelig. Er past net een bed in de ruimte, een kleedje, een kapstok, een paar dozen met spullen. Een doorgang in de achtermuur scheidt de ruimte van de paar vierkante meter erachter: slechts een gordijn schermt het sanitair en een piepkleine kookgelegenheid af. Geen ramen, geen frisse lucht. Wie de kinderen rond ziet rennen op de gallerijen op de eerste en tweede verdieping, houdt zijn hart vast: de balustrade is zijn niet bepaald fijnmazig, daar kan gemakkelijk een hummel doorheen. De stijle wiebelige stalen trap doet zelfs voor volwassenen levensgevaarlijk aan.
Voor Nasrin Hasannahah (36), haar man Ismail (37) en hun peuterdochter Niyoşa zit er misschien niets anders op dan binnenkort ook hier naartoe te verhuizen. Het gezin heeft nu nog een plek voor zichzelf, maar ze kunnen de huur van vijftig lira per maand (zo’n 23 euro) al zes maanden niet betalen. Nasrin laat hun huisje zien en lijkt zich een beetje te schamen. Bij binnenkomst valt een enorm gat in het plafond op, daaronder op het kleed liggen stukjes riet die steeds maar uit het gat naar beneden blijven komen. De muren en het plafond van de woonkamer verraden vocht, de keuken wil ze eigenlijk niet laten zien. ‘Daar, om de hoek’, wijst ze. Om de hoek een donkere ruimte, op de grond één gasfles om op te koken, geen aanrecht, wel een kraantje met een emmer eronder. ‘In Iran waren we niet arm. We hadden een ruim appartement, met was- en afwasmachine, gewoon van alles voorzien. En kijk dit nu eens.’

De huur betalen of luiers kopen

Nasrin en Ismail wonen nu twee jaar in Van. Nasrin heeft het Turks snel onder de knie gekregen en verdient een deel van het gezinsinkomen door te tolken voor Iraniërs en Afghanen die voor hulp aankloppen bij de vrouwenorganisatie van Van. Ismail pakt alle klusjes aan, van sjouwen tot schilderen, maar het verdient niet veel. Ze zijn inmiddels door de UNHCR erkend als vluchteling en wachten op hervestiging in een derde land.
Ondertussen wordt de huisbaas ongeduldig. ‘Hij is aardig en houdt rekening met onze situatie’, zegt Nasrin, ‘ maar ja, hij kan zijn huis natuurlijk niet voor niks aan ons verhuren, dat snap ik ook wel. Maar wij moeten kiezen: de huur betalen, of eten en luiers kopen.’ En de huur in het voormalige bedrijvencomplex is hoger – maar waar vinden ze ooit iets dat goedkoper is dan 50 lira per maand? ‘Misschien moeten we straks een ruimte delen met anderen’, zegt ze.

Sinds een paar jaar mogen asielzoekers in Turkije werken. De voorwaarden voor een legale baan zijn echter absurd: het kan alleen als de beoogde werkgever een werkvergunning aanvraagt, en die wordt alleen verstrekt als er voor de betreffende baan geen Turk beschikbaar is. Dus zit er voor asielzoekers niets anders op dan zwart te werken. De Iraniërs en Afghanen in Van hebben in zekere zin geluk. Van is de grootste stad in de regio en biedt nog aardig wat mogelijkheden voor een baantje, terwijl de controlerende dienders er niet tot de strengste behoren: ze zijn redelijk op de hoogte van de omstandigheden van asielzoekers, kennen de meeste gezichten wel en knijpen een oogje toe bij zwart werk.

Om de dag stempelen

De situatie van veel andere asielzoekers is anders. Nadat ze zich hebben gemeld bij de UNHCR en bij de plaatselijke politie, worden ze door de Turkse overheid naar één van de dertig zogeheten ‘satellietsteden’ gestuurd: provinciesteden die zijn aangewezen als woonplaats voor asielzoekers die in de procedure van de UNHCR zitten. Ibrahim Kavlak, hoofd van de Associatie voor Solidariteit met Asielzoekers en Migranten (ASAM) in Ankara: ‘Tokat, in het noorden van centraal-Anatolië, is één van de satellietsteden. Ik ken een jonge asielzoeker die eerst een tijdje in Istanbul woonde. Die jongen was goed met computers, in Istanbul kon hij daar een redelijk inkomen mee verdienen, al waren zijn baantjes zwart. Toen werd hij naar Tokat gestuurd. Zo’n beslissing kun je niet aanvechten, dus hij moest wel. Maar zelfs Turken trekken weg uit Tokat omdat er geen werk is. Wat moet een asielzoeker daar dan? In één keer zat die jongen zonder inkomen.’
De politie van de satellietstad bepaalt hoe vaak asielzoekers moeten komen stempelen om te bewijzen dat ze daadwerkelijk in de stad verblijven. ‘In sommige steden moet dat elke dag’, zegt Kavlak, ‘in andere twee of een keer per week. Als je elke dag of om de dag moet stempelen voor vijf uur ‘s middags, dan kun je veel baantjes wel vergeten. De werkdagen in Turkije zijn lang, zwart werk is natuurlijk onzeker. Welke asielzoeker vraagt zijn baas om zo vaak eerder weg te mogen van het werk, welke baas geeft daarvoor toestemming? Zo wordt het asielzoekers onmogelijk gemaakt een inkomen te verdienen.’

Biertje

En geen of een minimaal inkomen, dat betekent: slapen in de schuur van een particulier of een krot, of het delen van woonruimte met veel te veel mensen. In sommige satellietsteden zijn liefdadigheidsinstellingen die huizen huren voor asielzoekers. De vrouwenorgansiatie in Van heeft bijvoorbeeld een pand waar zo’n 25 vrouwen tijdelijk kunnen verblijven. De UNHCR in Van stuurt geregeld alleenstaande Afghaanse en Iraanse vrouwen door naar het opvanghuis. Vrouwen blijven er meestal niet lang: ze zoeken liever snel gezamenlijk woonruimte, bijvoorbeeld in de paar grotere kamers die het bedrijvencomplex beschikbaar heeft. In zulke kamers lopen vrouwen in en uit, krijgen bezoekers een biertje aangeboden – strenge moslims lijken het geen van allen – en kinderen krioelen rond.

In Istanbul, metropool met 16 miljoen inwoners, groepen de buitenlanders niet samen in een pand, maar bevolken ze hele wijken. Katip Kasim is zo’n wijk. Wie vanaf toeristische hoogtepunten als de Aya Sofia en het Topkapi Paleis langs het water westwaarts loopt, komt de eerste tekenen van asielzoekers en economische vluchtelingen vanzelf tegen: Afrikanen die in de stadsparken langs de Zee van Marmara wat proberen te verdienen met de verkoop van imitatie-merkhorloges en parfums. Katip Kasim is oud, arm en bouwvallig. En de huizen in de slechtste staat, daar wonen de immigranten, voornamelijk economische vluchtelingen uit landen als Nigeria, Somalië, Eritrea, Sudan. Een enkeling heeft de moeite genomen een asielaanvraag in te dienen bij de UNHCR, maar het overgrote deel van de migranten hier stippelt liever zijn eigen route naar het westen uit.

Slapen in toerbeurt

In Istanbul blijven is voor deze Afrikanen geen optie. Wie je ook aanspreekt, langer dan een maand of elf, twaalf zijn ze niet in Turkije. Met andere woorden: de Afrikaanse gemeenschap vernieuwt zich voortdurend. En ze vertrekken niet, zoals UNHCR-erkende vluchtelingen, naar ‘derde landen’, maar naar Europa. Ali, een twintiger uit Mali die nu een half jaar in Turkije is: ‘In Turkije heb je geen rechten en Turken spreken alleen maar Turks. In Europa kun je een advocaat krijgen en er is meer werk.’ Makiyo (25) uit Somalië: ‘Ik ben nu negenentwintig dagen in Istanbul. Ik heb familie in het westen, zij sturen me geld. Dat probeer ik zo veel mogelijk te sparen zodat ik hier over een tijdje weg kan.’ Bashir (18), ook uit Somalië: ‘Ik heb veel geld betaald om naar Griekenland te komen, maar in plaats daarvan ben ik in Turkije beland. Dus nu moet ik opnieuw geld bij elkaar zien te krijgen om alsnog naar Griekenland te gaan.’

De treurige leefomstandigheden lijken ze voor lief te nemen. Op een kamer met vier stapelbedden in een krot huizen 32 mannen: ze slapen in toerbeurten van telkens zes uur. Op de bovenste verdieping van het huis is plek voor vrouwen en kinderen. De vrouwen zitten ineengedoken op bed, want voor rechtop zitten is de ruimte tot het bovenbed niet hoog genoeg. Kinderen – met zorgvuldig ingevlochten haar, dat wel – plakken bij elke beweging even met hun voetjes of handjes aan de vieze vloer vast en struikelen af en toe over kapotte snoeren en steckerdozen die overal verspreid liggen. Leun hier niet tegen de muren: het zijn maar kartonnen tussenwandjes, stevigheid nul.
Natuurlijk is het vooral déze groep die de Europese Unie zorgen baart. Zodra ze geld genoeg hebben boeken ze een illegaal tripje naar Griekenland en húp, weg zijn ze. Vanaf verschillende plekken vanaf de Turkse westkust is het maar tien, twintig kilometer naar het Europese buurland. De discussies tussen Turkije en Griekenland lopen geregeld hoog op: de landen spraken in 2002 af dat Turkije asielzoekers terugneemt die aantoonbaar via Turkije Griekenland binnenkomen, maar van de 25.000 gevallen nam Turkije er maar 1600 terug, zo becijferde een Grieks migratieinstituut.

Turks paspoort

Met de Iraanse Nasrin en haar man Ismail is iets vreemds aan de hand. Ze wachten naar eigen zeggen op herhuisvesting in een Europees land. Een aanbieding uit de VS hebben ze afgeslagen (Nasrin: ‘Daar woont mijn ex-man en een groot deel van zijn familie, daar ben ik doodsbang voor’) en ook aanbiedingen uit Australië en Canada lieten ze aan zich voorbij gaan. Waarom blijft volstrekt onduidelijk, of het moet simpelweg zijn dat ze naar Europa willen. Maar Europa neemt geen UNHCR-erkende vluchtelingen uit Turkije op. Weet ze dat dat betekent dat ze dus in Turkije zullen blijven, zonder rechten? ‘Dat moet dan maar’, zegt Nasrin. ‘Niyoşa is in Turkije geboren en kan later een Turks paspoort krijgen, dus voor haar komt het wel goed.’

Je zou het zomaar als een vroege aanwijzing kunnen zien voor een verandering die uiteindelijk onvermijdelijk zal zijn. De geografische limiet is geen lang leven meer beschoren en als iedereen zich aan de eerder gemaakte afspraken houdt, wordt Turkije lid van de EU. Tegen die tijd zal Turkije noodzakelijkerwijs ontwikkeld zijn tot een land waar het goed toeven is, zowel wat betreft mensenrechten als materiële welvaart. Dan is Turkije geen springplank meer naar het westen, dan ís Turkije het westen. En wordt Turkije voor vluchtelingen een land om te blijven.

Nederland helpt Turkije
Nederland en Groot-Britannië adviseren en helpen Turkije bij het opzetten van aanmeld- en asielzoekerscentra en bij het opleiden van personeel dat in de centra komt te werken. Verspreid over Turkije zullen zes of zeven asielzoekerscentra worden gebouwd. Het samenwerkingsproject kost 1,2 miljoen euro en wordt gefinancierd door de Europese Unie. De bouw van centra gaat als alles volgens plan verloopt nog dit najaar van start. In 2010 kunnen de eerste centra klaar zijn. Het ziet er echter niet naar uit dat de Turkse wetgeving dan al zo ver op orde is dat er ook daadwerkelijk asielzoekers ondergebracht kunnen worden.

1 Comment »

Blog posts on this article

  1. Diyanet mist de boot at Journalist in Turkije jul 13 2011 / 6pm

    [...] zeer goed geschreven, etcetera. En ik, ik snap de keuze van de Groene. So no hard feelings. Een eerder verhaal van me werd wél gepubliceerd, en een volgende natuurlijk ook. [...]

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel