ANKARA – De Turkse premier Recep Tayyip Erdogan heeft gezegd vastberaden door te gaan met de strijd tegen de PKK. Hij zei dit na spoedberaad met het leger over de dood van 13 Turkse soldaten door een aanval van de Koerdische afscheidingsbeweging PKK donderdag. Ook zeven PKK-leden kwamen om.
Het was de grootste PKK-aanval in een jaar tijd. De soldaten bereidden een aanval voor op een groep PKK-leden, maar het bleek een hinderlaag: de PKK-groep maakte zich uit de voeten en gooide een handgranaat, waarbij een groot vuur ontstond waarin de dertien soldaten omkwamen.
De aanval in de zuidoostelijke provincie Diyarbakir kwam niet helemaal onverwacht. De PKK beëindigde begin juni een staakt-het-vuren dat meer dan een jaar duurde, maar gaf de regering na de verkiezingen van 12 juni de tijd om met concrete voorstellen te komen om de Koerdische kwestie op te lossen. Dat is niet gelukt, mede omdat er een crisis uitbrak in het parlement. Twee oppositiepartijen, de CHP en de pro-Koerdische BDP, weigerden de eed af te leggen, omdat een deel van hun parlementsleden in de gevangenis zit en ondanks eerdere toezeggingen niet vrij kwam. Donderdag liepen de onderhandelingen tussen de regering en de BDP stuk. Een paar uur later kwam het nieuws van de gedode soldaten.
Verschillende Turkse media leggen ook een verband met een recente verklaring van de gevangen PKK-leider Öcalan. Hij zei, via zijn advocaten, dat er een overeenkomst was tussen de PKK en de regering om een ‘vredesraad’ op te zetten. De regering ontkende dat, maar geeft wel toe dat vertegenwoordigers van de staat spreken met de PKK-voorman. Öcalan verklaarde maanden geleden al dat de Turkse regering het voor het kiezen had: óf een oplossing voor de Koerdische kwestie, óf ‘totale oorlog’.
Overigens claimt het Koerdische persbureau Firat dat er geen sprake was van een hinderlaag en een handgranaat. De soldaten zouden zijn omgekomen door een fout van het Turkse leger, dat een luchtaanval uitvoerde op groepen PKK-strijders en daarbij ook soldaten raakte.
Recente reacties