In het zuidoosten van Turkije is de strijd tegen de PKK de laatste jaren weer opgelaaid. Bijna dagelijks sneuvelen er soldaten. “Ik ben trots op mijn zoon.”
Haar man raakte gewond, er kwam een helicopter om hem naar het ziekenhuis te brengen, maar hij weigerde mee te gaan: eerst moesten, vond hij, zijn mannen in veiligheid worden gebracht. Het werd hem fataal. Zijn vrouw Fatma (39, niet haar echte naam), is er trots op dat haar man is gestorven als ‘held voor het vaderland’. Maar ze krijgt tranen in haar ogen als ze vertelt dat haar grootste probleem nu is dat haar kinderen zonder vader opgroeien.
Afgelopen weekend kwamen er in het zuidoosten van Turkije vijftien Turkse militairen om het leven in de strijd tegen de PKK, de Koerdische afscheidingsbeweging die inmiddels ook door de EU en de Verenigde Staten op de lijst van terroristische organisaties is gezet. Zo’n aantal omgekomen militairen haalt ook de buitenlandse pers, maar uitzonderlijk zijn de doden niet: in de afgelopen maanden zijn er wekelijks meerdere militairen gesneuveld in het zuidoosten van het land. De begrafenissen zijn op tv te volgen, vaak met bombastische muziek eronder en met vertraagde beelden van huilende achterblijvers. De doden zijn beroepsmilitairen, maar ook niet zelden jonge jongens die hun dienstplicht vervulden.
Het snikken van een man
Ook Ümit Ican (ook niet zijn echte naam, de nabestaanden zijn bang voor repercussies) heeft slecht geslapen de afgelopen twee nachten. Hij verloor vijftien jaar geleden zijn destijds 22-jarige zoon in het zuidoosten. “Ik ben trots op hem, en op mijn andere twee zonen, die ook militair zijn”, zegt hij. “Zij beschermen ons land. Ik vind het heel erg dat veel mensen de PKK-propaganda geloven dat er in Turkije een scheidslijn is tussen Turken en Koerden. Die is er niet. Ik heb, zoals zoveel Turken, Koerden in mijn vriendenkring en familie, we leven sámen. Nee, met mijn Koerdische vrienden heb ik nooit discussies over deze kwestie. We zijn het erover eens dat de PKK geen Koerdische organisatie is, maar een terroristische.”
Na zonsondergang
Ümit en Fatma hebben een netwerk van nabestaanden om zich heen en nu, tijdens de vastenmaand, breken ze na zonsondergang de vasten vaak samen. “Financieel wordt er wel voor ons gezorgd”, zegt Fatma, “maar in emotionele zin kunnen we eigenlijk alleen bij het leger en bij lotgenoten terecht. Iedereen hier weet wat het is om een man, zoon of broer te verliezen.” Het verdriet gecombineerd met trots, juist dat gevoel kan ze kwijt bij andere nabestaanden. “Als mijn man zich wel naar het ziekenhuis had laten brengen, had hij misschien nog geleefd. Maar ik begrijp wel dat hij bij zijn mannen moest blijven.”
Ook Taner Uran begrijpt dat: hij raakte zelf gewond in 1995, toen het Turkse leger nét over de grens met Irak in een urenlang vuurgevecht met de PKK verwikkeld raakte. “Drie van mijn mannen kwamen daarbij om. Jonge jongens, door hun familie aan het leger toevertrouwd. Die verantwoordelijkheid neem je serieus, tot het moment dat ze weer naar hun familie terugkeren.”
De strijd in het zuidoosten van Turkije, waar een meerderheid van de bevolking Koerdisch is, duurt al sinds begin jaren tachtig, maar is onlangs weer opgelaaid: de PKK bestookt Turkije steeds vaker vanuit Noord-Irak. Turkije vindt dat de Iraakse regering en de Amerikaanse troepen in Irak niet genoeg doen om het geweld een halt toe te roepen. De Turkse strijdkrachten dringen al langer aan op Turkse actie op Iraaks grondgebied en dinsdag heeft de Turkse regering besloten het parlement toestemming te vragen voor militaire actie tegen PKK-kampen in Noord-Irak.
[...] heb ik het zelf vertaald, als is het niet naar het Turks maar het Engels. Hier te lezen (en de Nederlandse versie is er natuurlijk ook). Zouden ze me nu [...]