Zülfü Livaneli (1946) is een grootheid in Turkije: hij is (onder andere) zanger en schrijver, en de afgelopen vijf jaar zat hij als onafhankelijk parlementariër in het Turkse parlement. Onlangs kwam zijn boek ‘Bevrijding’ in Nederlandse vertaling uit. De Pers sprak met hem in Istanbul.
Er komt veel aan bod in ‘Bevrijding’. Verkrachting, eerwraak, gevechten tussen Koerdische strijders en het Turkse leger, hongerstakers, moreel failliette intellectuelen, studentenprotesten, de Armeense kwestie, armoede. Waarom zoveel?
“Omdat het de Turkse realiteit is. Op een Nederlander komt het misschien geforceerd over al die onderwerpen in één boek te stoppen. Maar situatie’s in het boek, zoals een ontmoeting in de trein tussen mensen met volstrekt verschillende achtergronden, zijn niet kunstmatig maar juist alledaags.”
Het boek draait vooral om Meryem, die is verkracht en door haar neef gedood moet worden om de familie-eer te redden. Is zij voor u ook het belangrijkste personage?
“Ik identificeer me het meest met haar. Net als Meryem hoor ik er nooit echt bij, ben ik nooit onderdeel van de kudde. Meryem werd slachtoffer van traditie’s, ik onder andere van een militaire coupe in de jaren zeventig in Turkije. Ik belandde in de gevangenis, vluchtte later naar Zweden en kon pas jaren later terug naar mijn land. Behalve Meryem, zitten ook de andere twee hoofdpersonen in ‘Bevrijding’ diep in de problemen. Ik wil daar inzicht in geven, lezers bewust maken van wat er speelt in de Turkse samenleving. Mensen waarschuwen.”
Waarschuwen waarvoor?
“Voor de gevaren van polarisatie. In Turkije rukken het Koerdisch nationalisme, het Turks nationalisme en de politieke islam op. De leuzen worden steeds feller; ‘naar de hél met dit’ en ‘láng leve dat’. Dat is nooit zo geweest. Turken hadden altijd een gezamenlijke basis. We hielden van de profeet en van Atatürk, we deden mee met de ramadan maar dronken ook raki. Die gezamenlijke, gematigde basis brokkelt af. Turken lijken zich niet te realiseren hoe gevaarlijk dat is. Misschien omdat de levende generaties geen ervaring hebben met waar extremisme toe kan leiden, zoals in voormalig Joegoslavië of nazi-Duitsland.”
Wordt er naar u geluisterd? U bent nu immers een gerespecteerd persoon en geen buitenstaander meer.
“Ik voel me nog steeds vaak een buitenstaander waar niet naar geluisterd wordt. Ik doe niet mee aan de polarisatie, en dat leidt tot steeds meer beledigende en soms bedreigende mail. Vandaag nog weer een jongeman, die me in vreselijke bewoordingen een vijand van Turkije noemt. Ik mailde terug dat hij, als hij echt van Turkije houdt, zijn taal beter kan matigen.”
Wat een beleefde reactie.
“Het maakt me ook boos, maar ik mail altijd vriendelijk terug. Of ik bang ben? Nee. Ik heb een tijdje bewaking gehad omdat me dat werd aangeraden, maar bewaking past niet bij hoe ik in de maatschappij sta. Mensen spreken me makkelijk aan op straat of bij concerten, ze zien me als een grote broer bij wie ze hun problemen kwijt kunnen. Dat contact is essentieel. Hoewel het ook een last is geweest de afgelopen jaren in het parlement. Ik wilde het gezond verstand representeren en namens de gewone man praten, maar dat staat het systeem niet toe. Er wordt niet wezenlijk gediscussieerd in het Turkse parlement, alle parlementariërs zijn marionetten van hun partijleiders. Het parlement ligt dichtbij de militaire gevangenis waar ik gevangen zat. Ik vergelijk ze wel eens. Allebei zinloos en saai. Ik ben blij dat de verkiezingen eraan komen en mijn termijn er bijna opzit.”
Kunt u zich weer op de kunsten richten.
“Ja, al heeft dat niet stilgestaan. Ik heb onder andere alle muziek gemaakt voor de verfilming van ‘Bevrijding’. De film doet niet helemaal recht aan het boek. De gevechten die Meryems neef Djemal voert tegen Koerdische strijders, zitten er niet in, dus begrijp je Dejmal niet goed. En de professor, het derde personage, lijkt eerder een verveelde intellectueel dan iemand die in een ernstige identiteitscrisis zit. Jammer, want ik wil juist graag dat mensen de personages leren begrijpen. Zodat de mijn boodschap overkomt. Namelijk dat we allemaal onze eigen achtergrond hebben die ons gedrag verklaart en we toch sámen verder moeten in dit land.”
Zülfü Livaneli, ‘Bevrijding’, uitgeverij Prometheus
Recente reacties